Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 5 Europese Parlementsverkiezingen 2024

Daarbij staan we pal voor onze rechten en democratie. Onze rechten 

en vrijheden gelden voor iedereen en mogen nooit ingeperkt worden 

omwille van je achtergrond of identiteit, seksuele geaardheid, geslacht 

of gender. Bij ons hoort iedereen erbij. En daarom willen we één 

overkoepelende Europese antidiscriminatiewet. Regeringen die 

democratische principes aan hun laars lappen, krijgen geen Europees 

geld meer. Voor autocraten is geen plaats in Europa.

Onze Europese vrijheid wordt niet alleen van binnenuit bedreigd. Aan 

onze grenzen woeden bloedige oorlogen in Oekraïne en in Gaza. De 

steun van de Verenigde Staten als onze bondgenoot is veel minder 

vanzelfsprekend geworden. Europa moet zijn positie in de wereld dan 

ook grondig versterken. Onze bondgenoten in Oekraïne blijven we 

volop steunen in de strijd voor hun voortbestaan. Zij vechten ook voor 

onze vrijheid en veiligheid. Door te voldoen aan de NAVO-norm van 

2% versterken we Europese defensiesamenwerking.

Internationale solidariteit gaat echter verder. Door ten minste te 

voldoen aan de 0,7% - norm voor ontwikkelingssamenwerking 

versterken we de bijdrage van de EU aan duurzame ontwikkeling en 

armoedebestrijding. We geven binnen Europa onze migratie-aanpak 

vorm. Want alleen als we over grenzen heen samenwerken, kunnen 

we rechtvaardig, humaan en realistisch asielbeleid organiseren voor 

wie vlucht voor oorlog en geweld. Tegelijkertijd zorgen we ervoor dat 

we meer regie op migratie krijgen.

Meer dan ooit, hebben we een sterk en verenigd progressief Europa 

nodig. We bouwen daarbij voort op onze successen, zoals de Green 

Deal en een hoger minimumloon. Wij weten: samen sta je sterker.

Aan de slag.

Bas Eickhout

Lijsttrekker



A. ONZE VISIE 8

1. Een zeker bestaan, nu en in de toekomst 8

1.1 Zeker zijn van inkomen, goede voorzieningen en goed werk 8

1.2 Sociale ecologische transitie 9

1.3 Groene en sociale industriepolitiek 11

1.4 Europees investeren in een schone, sociale en veilige toekomst 12

1.5 Natuurherstel en eerlijk en gezond voedsel voor iedereen 13

1.6 Betaalbaar en groen vervoer 14

2. Opkomen voor onze rechten en democratie 15

2.1 De democratische rechtsstaat 15

2.2 Gelijke rechten 16

2.3 Leiderschap in de digitale wereld 16

2.4 Een betere EU 16

2.5 Een veilige samenleving 17

2.6 Onderwijs en cultuur 17

3. Veiligheid, voorspoed en solidariteit over grenzen heen 18

3.1 Strategische autonomie, veiligheid en mensenrechten 18

3.2 Internationale solidariteit en strategische verbondenheid 19

3.3 Eerlijke handel 20

3.4 Integratie verdiepen en uitbreiden 20

3.5 Grip op arbeidsmigratie 21

3.6 Een rechtvaardig, humaan en realistisch asielbeleid 22

INHOUD



B. ONZE BELEIDSVOORSTELLEN 24

1. Een zeker bestaan, nu en in de toekomst 24

1.1 Zeker zijn van inkomen, goede voorzieningen en goed werk 24

1.2 Sociale ecologische transitie 27

1.3 Groene en sociale industriepolitiek 31

1.4 Europees investeren in een schone, sociale en veilige toekomst 35

1.5 Natuurherstel en eerlijk en gezond voedsel voor iedereen 38

1.6 Betaalbaar en groen vervoer 43

2. Opkomen voor onze rechten en democratie 45

2.1 De democratische rechtsstaat 45

2.2 Gelijke rechten 46

2.3 Leiderschap in de digitale wereld 47

2.4 Een betere EU 49

2.5 Een veilige samenleving 50

2.6 Onderwijs en cultuur 52

3. Veiligheid, voorspoed en solidariteit over grenzen heen 53

3.1 Strategische autonomie, veiligheid en mensenrechten 53

3.2 Internationale solidariteit en strategische verbondenheid 55

3.3 Eerlijke handel 57

3.4 Integratie verdiepen en uitbreiden 58

3.5 Grip op arbeidsmigratie 59

3.6 Een rechtvaardig, humaan en realistisch asielbeleid 60

Verantwoording 63

Samenstelling programmacommissie 63



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 8 Europese Parlementsverkiezingen 2024

A. ONZE VISIE

Hoofdstuk 1: Een zeker bestaan, nu en in de toekomst

Een zeker bestaan staat of valt bij een eerlijke en groene samenleving. Nu en in de toekomst. 

Groen en sociaal zijn twee kanten van dezelfde medaille. De oneerlijke economie van vandaag 

zorgt ervoor dat veel mensen hun rekeningen niet kunnen betalen en heeft ons in een klimaatcrisis 

gestort. De verwoestende klimaatcrisis eist nu al veel slachtoffers. En treft juist mensen met een 

onzeker bestaan het hardst. Daarom horen mensen met een smalle beurs het eerst en het meest 

te profiteren van vergroening. Wij streven naar een nieuwe economie die zekerheid biedt van een 

goed inkomen en werk, een duurzame samenleving én goede voorzieningen. Door onze natuur, 

landbouw en daarmee voedselvoorziening te verbeteren kunnen mensen ook een gezonder en 

gelukkiger leven leiden. 

Daarom investeren we in een toekomstbestendig en eerlijk Europa met een duurzame koers. Daar 

plukt iedereen de vruchten van. Wij staan voor een Europese Unie waarin we naar elkaar omkijken 

en waar bestaanszekerheid een gegeven is. Daarbij gaan sociale en groene vooruitgang hand 

in hand. Deze transitie kan alleen slagen als iedereen kan meedoen. Met een stevige en sociale 

aanpak van de klimaatcrisis garanderen we ook de bestaanszekerheid van de generaties na ons. 

Zo worden we betere voorouders.

1.1 Zeker zijn van inkomen, goede voorzieningen en goed werk

Het huidige economische systeem is oneerlijk en moet socialer. Miljoenen Europeanen 

hebben moeite de eindjes aan elkaar te knopen en een betaalbare woning te vinden. In goede 

tijden stromen miljardenwinsten naar grote bedrijven en aandeelhouders. In slechte tijden vangen 

juist gewone mensen en werknemers de klappen op. Waar multinationals vaak nauwelijks 

belasting betalen, zitten mensen vast in dit systeem van groeiende ongelijkheid. Het mag niet 

zo zijn dat marktwerking en bedrijfswinsten nog altijd boven sociale rechten en goede publieke 

voorzieningen worden geplaatst. Europa moet zorgen dat welvaart veel eerlijker wordt verdeeld: 

aandeelhouders, vermogenden en grote bedrijven moeten veel meer gaan bijdragen.

Daarom vergroten we de sociale rechtvaardigheid en maken we een stevige rode vuist 

tegen alle krachten die Europa vooral als een markt zien. Dit is essentieel voor onze 

vooruitgang en een toekomstbestendige samenleving. We zorgen voor een Europees sociaal 

fundament, gebouwd op bestaanszekerheid en sterke vangnetten. We vangen de meest 

kwetsbaren op en zorgen dat iedereen profiteert van een socialer Europa. 

We bouwen voort op de Europese Pijler voor Sociale Rechten. We staan pal voor de rechten 

van werknemers en versterken hun positie. Loon- en arbeidsomstandigheden verbeteren 

we fors met stevige minimumvoorwaarden. We maken een einde aan asociale praktijken 

als onbetaalde stages, nulurencontracten, schijnzelfstandigheid, uitbuiting en ongezonde of 

gevaarlijke situaties op de werkvloer. Wij willen voor iedereen gelijk loon voor gelijk werk, en 

gelijke kansen en behandeling op de werkvloer. We staan daarom voor eerlijke lonen, fatsoenlijke 

werktijden, doorbetaalde pauzes. Hierbij horen ook sterke vangnetten zodat mensen ook een 

waardig bestaan hebben als ze niet kunnen werken. Een slagvaardig sociaal Europa betekent dat 

we onze behaalde resultaten voor toereikende minimumlonen en gelijke beloning voor mannen en 

vrouwen beschermen. Om dat te bereiken maken we sociale rechten in Europa minstens net zo 

hard als de financiële begrotingsregels.



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 9 Europese Parlementsverkiezingen 2024

We verzetten ons tegen Europese liberaliseringsdrang en versterken publieke 

voorzieningen, zoals toegang tot goede zorg, betaalbare woningen en goed onderwijs. De 

Europese marktregels dienen overheden voortaan meer ruimte te bieden om essentiële diensten 

terug in publieke handen te nemen en te versterken, van sociale huurwoningen tot betaalbaar 

openbaar vervoer. Publiek geld moet werken als hefboom voor verandering. Daarbij mogen 

groene en sociale vooruitgang nooit ondergeschikt raken aan een race naar de bodem voor de 

laagste prijs.

De EU draagt bij aan de herverdeling in Europa. De megawinsten van bedrijven, zoals die in 

de farmaceutische, fossiele of agro-industrie brengen we terug naar de huishoudens. We 

maken een einde aan belastingparadijzen binnen en buiten de EU. De Europese Unie moet de 

race naar steeds lagere winstbelastingen een halt toeroepen en de allergrootste vermogens eerlijk 

belasten. Zo versterkt de EU bestaanszekerheid in alle Europese landen. En zo dient de EU als 

steunpilaar waarop we de nationale sociale zekerheid versterken.

Om Europa socialer te maken trekken we samen op met onze partners. Samenwerking 

tussen progressieve partijen, ngo’s en vakbonden in Europa werkt. Samen zorgden we al voor 

hogere minimumlonen, beter ouderschapsverlof, wetgeving tegen de loonkloof en een Europese 

arbeidsinspectie. En dit is pas het begin: onze strijd voor een eerlijker Europa gaat door.

1.2 Sociale ecologische transitie

We vormen ons economisch systeem om tot een groene en eerlijke welzijnseconomie. 

Zo beschermen we mens en natuur, en leggen we binnen de ecologische, planetaire grenzen een 

stevig sociaal fundament. Het bevorderen van brede welvaart staat hierbij centraal: de kwaliteit 

van leven nu, in de toekomst en in de rest van de wereld. 

Een groener Europa gaat hand in hand met een socialer Europa. Mensen met een 

krappere beurs krijgen daarom als eersten toegang tot goedkope elektriciteit, schoon vervoer, 

energiezuinige woningen en betaalbaar en gezond voedsel. Op die manier zijn klimaatmaatregelen 

ook goed voor hun portemonnee. We bouwen het Sociaal Klimaatfonds fors uit en zorgen dat het 

terechtkomt bij de meest kwetsbare inwoners.

Dat kunnen we in Nederland niet alleen; we hebben de Europese Unie erbij nodig. Met 

de Europese Green Deal en het Sociale Klimaatfonds is daarvoor de basis gelegd. GroenLinks-

PvdA speelde hierin een sleutelrol. Maar er is nog een lange weg te gaan. We moeten sneller 

overschakelen op schone technologie en tegelijk het verbruik van energie en grondstoffen fors 

terugdringen. In plaats van de laagste prijs voor goederen en diensten, horen mens en milieu 

voorop te staan.

Klimaatbeleid werkt en is van levensbelang. Terwijl de wereld tien jaar geleden nog 

afstevende op 3,7 graden opwarming, is dat nu 2,7 graden als gevolg van klimaatbeleid, waarin 

Europa koploper is. Maar ook deze temperatuurstijging heeft zeer grote gevolgen voor mens 

en natuur. Klimaatverandering leidt elk jaar tot meer hittegolven, droogtes en overstromingen. 

De zeespiegelstijging bedreigt dichtbevolkte kustgebieden. De aantasting van ecosystemen 

veroorzaakt een uitstervingsgolf van dieren en planten en de klimaatcrisis bedreigt ook onze 

volksgezondheid op allerlei manieren. Drinkwater wordt schaarser. En de vervuiling van lucht, 

water en bodem eist jaarlijks miljoenen slachtoffers.



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 10 Europese Parlementsverkiezingen 2024

We versnellen daarom de aanpak van de klimaatcrisis. In lijn met het Klimaatakkoord van 

Parijs beperken we de wereldwijde opwarming tot anderhalve graad. Klimaatrechtvaardigheid 

staat daarbij voorop. Rijke landen die het meest hebben bijgedragen aan klimaatverandering 

moeten verantwoordelijkheid nemen. Daarom vinden wij dat de EU in 2040 klimaatneutraal 

moet zijn. Dit vereist solidariteit met mensen en EU-landen die een grotere achterstand en 

minder middelen hebben.

Dit vraagt een snelle uitfasering van fossiele brandstoffen, energiebesparing en een versnelde 

uitrol van zonne- en windenergie. We helpen huishoudens verduurzamen. In 2035 kan al onze 

elektriciteit hernieuwbaar zijn. We versterken de grensoverschrijdende samenwerking om dit 

mogelijk te maken. 

De verschillen tussen arm en rijk doen ertoe, ook in de ecologische transitie. Zo stoot de rijkste 

tien procent van de EU-burgers zestien keer meer CO2 uit dan de armste tien procent. Het kan 

niet zo zijn dat de rijksten hun huidige levensstijl voortzetten, terwijl mensen met lage 

inkomens worstelen met de rekening voor voedsel, energie of vervoer. Wij nemen iedereen 

mee, waarborgen een eerlijke aanpak, en gaan overconsumptie van de vermogende klasse tegen. 

Dat is klimaatrechtvaardigheid.

Een eerlijke transitie kan niet zonder stevige arbeidsrechten. Duurzaam en eerlijk 

ondernemen vraagt om een aanpassing van het bestuursmodel van bedrijven, met meer 

oog voor de natuur en zeggenschap voor werknemers en hun vakbonden. Zo vergroten 

we de kans dat bedrijven hun klimaatplannen daadwerkelijk uitvoeren en stellen we veilig en 

goedbetaald werk zeker. We zorgen ervoor dat werkgevers én werknemers in elke sector actief 

meepraten over de toekomst. Als we fossiele banen niet kunnen omzetten in groene banen, 

helpen we mensen richting nieuw, duurzaam werk. We bieden een sociaal plan aan iedereen die 

hiermee te maken krijgt. Subsidies of investeringen verstrekken we alleen als er goede banen 

gecreëerd worden: vaste banen met stevig verankerde rechten. 

Een eerlijke transitie stelt burgers ook in staat om zelf het voortouw te nemen. Initiatieven 

om gezamenlijk hernieuwbare energie op te wekken, auto’s te delen of voedsel te verbouwen in 

coöperaties verdienen alle steun. Regels die burgerinitiatieven in de weg zitten, passen we aan. 

In burgerberaden laten we Europeanen meebeslissen over energie, mobiliteit en voedsel. Want 

wanneer mensen de kans krijgen om zelf mee te denken over oplossingen, blijkt het draagvlak 

voor vergroening enorm.

In een eerlijke, ecologische transitie kunnen de uitwassen van de 

consumptiemaatschappij niet buiten schot blijven. Privéjets, superjachten, steeds 

zwaardere SUV’s, maar ook wegwerpartikelen en producten als fast fashion, met een zeer korte 

levensduur: het is niet houdbaar. De Europese Green Deal richt zich ook op het terugdringen 

van overconsumptie van energie en grondstoffen. Producten moeten langer meegaan. Verder 

stimuleren we de deeleconomie en collectieve oplossingen, geven we iedereen het recht op 

reparatie van zijn spullen en leggen we reclame aan banden. Zo maken we een einde aan de 

wegwerpmaatschappij.



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 11 Europese Parlementsverkiezingen 2024

1.3 Groene en sociale industriepolitiek

We bouwen aan een toekomstbestendige economie. De manier waarop onze economie in 

elkaar zit, staat aan de basis van de ecologische crisis en het sociale onrecht dat mensen keihard 

raakt. Veel grote bedrijven en de allerrijksten veroorzaken de meeste schade. Dat kan niet langer. 

We veranderen dit samen met werknemers en met bedrijven die wél voorbij de kwartaalcijfers 

kijken en willen bijdragen aan mensen, het milieu en de maatschappij. We zorgen ervoor dat 

duurzame koplopers, sociale ondernemingen en geduldige investeerders kunnen floreren. Dat 

vraagt om een gelijk speelveld met sterke groene en sociale regels, zodat ze niet hoeven op te 

boksen tegen bedrijven die draaien op uitbuiting en vervuiling. Hiervoor moeten we op Europees 

niveau de regie pakken.

Bedrijven en hun werknemers spelen een sleutelrol in de transitie naar een innovatieve groene 

welzijnseconomie. Daarvoor is stevige groene en sociale industriepolitiek nodig: een 

Europees gecoördineerde ombouw van vervuilende, fossiele sectoren naar een kansrijke 

maakindustrie voor de toekomst. Sectoren die geen toekomst hebben, bouwen we af. Door 

samen te werken kan Europa de schaarse ruimte en middelen optimaal inzetten. Dat vraagt om 

scherpe keuzes over hoe we de economie van de toekomst inrichten en wat we waar produceren. 

We financieren de snelle ontwikkeling van sectoren en innovaties die we het hardst nodig 

hebben: duurzame energie, circulaire verwerking van grondstoffen, schoon vervoer en betaalbare 

medicijnen. Aan het uitgeven van publieke euro’s stellen we strikte groene en sociale eisen. De 

honderden miljarden aan fossiele subsidies in Europa schaffen we af.

Onze maakindustrie wordt wereldleider in fossielvrije producten, zoals groen staal en 

groene chemicaliën. Regio’s die hard worden geraakt door het afbouwen van de fossiele 

industrie steunen we met extra middelen. Met industriepolitiek sturen we ook op een socialere 

economie. Sectoren die draaien op uitbuiting, vaak van arbeidsmigranten, leggen we aan banden. 

Een succesvolle transformatie van fossiele en verouderde sectoren dient als inspiratie voor 

economieën buiten Europa. De kennis en technologie die wij verwerven, delen we met andere 

landen. Hoe sneller we onze industrie vergroenen, hoe sterker we staan op het wereldtoneel.

Duurzaam en circulair grondstoffengebruik is cruciaal. We importeren nu veel van de 

grondstoffen die we in Europa gebruiken. Daaraan kleeft vaak uitbuiting van mens en natuur 

elders. Ook houdt dit onze afhankelijkheid van autoritaire regimes als Rusland en China in 

stand. Dit moet anders. We maken een einde aan de wegwerpmaatschappij. Europese regels 

dienen ervoor te zorgen dat producten lang meegaan, makkelijk te repareren zijn, en gerecycled 

worden tot nieuwe producten. Zo houden we grondstoffen in kringloop. Het meest duurzaam 

is namelijk het niet produceren van producten, omdat we ze niet nodig hebben. In een groene 

welzijnseconomie delen we producten en diensten vaker. Onze economie kan in 2050 volledig 

circulair zijn.

In de hele EU verplichten we bedrijven om te ondernemen met respect voor mens en 

natuur. Zij moeten misstanden in hun wereldwijde ketens aanpakken in plaats van wegkijken. 

Voor producten die zijn gemaakt met dwang- of kinderarbeid is geen plaats meer op de Europese 

markt. We blijven strijden voor een nieuwe Europese wet over Internationaal Maatschappelijk 

Verantwoord Ondernemen. Europese regels moeten langetermijnaandeelhouderschap stimuleren. 

De beloningen van bestuurders van bedrijven koppelen we aan het behalen van sociale en 

duurzaamheidsdoelen.



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 12 Europese Parlementsverkiezingen 2024

De groene en sociale industriepolitiek van de EU moet richting geven aan zowel private 

als publieke investeringen. Voor private investeringen hebben we een betrouwbare financiële 

sector nodig, waar het spaargeld van mensen altijd veilig is. Die stabiliteit garanderen we met 

gezonde bankbalansen met stevige buffers, veilige en transparante financiële producten, een 

publieke betaalinfrastructuur en krachtigere Europese toezichthouders. Door groene en sociale 

investeringen te stimuleren laten we het private geld werken voor een toekomstbestendig Europa.

1.4 Europees investeren in een schone, sociale en veilige toekomst

We kunnen de bestaanszekerheid in Europa alleen garanderen als we investeren in 

een technologisch hoogwaardige en weerbare economie en een robuuste publieke 

sector. Europese vrede, veiligheid en welvaart zijn niet kosteloos of vanzelfsprekend. In een 

toekomstbestendig Europa moeten we flink investeren, vooral nu er een oorlog woedt op ons 

continent. Zo versterken we onze strategische autonomie en kunnen we in de toekomst klappen 

van crises makkelijker opvangen.

Om het groene Europese verdienmodel van de toekomst veilig te stellen, moeten 

overheden fors kunnen investeren. Dit vereist een nieuwe blik op begrotingsregels, die niet 

langer dwingt tot kortzichtige bezuinigingen. De nauwe focus op economische groei en het 

jaarlijkse begrotingssaldo moet plaatsmaken voor begrotingsregels die brede welvaart binnen 

planetaire grenzen op de lange termijn garanderen. Alleen daarmee maken we de Europese 

economie, en dus ook haar schulden, op de lange termijn houdbaar.

Hiervoor is een robuuste, hogere en grondig hervormde EU-begroting nodig. We gooien 

de huidige EU-begroting om. De forse bedragen die nu naar vervuilende en fossiele subsidies 

gaan, gebruiken we voor een duurzamere economie. We versoberen en verduurzamen 

landbouwsubsidies en investeren volop in de groene en sociale economie van morgen. 

Omdat de uitdagingen waar Europa voor staat groot en grensoverschrijdend zijn, zetten 

we in op gezamenlijke financiering van noodzakelijke uitgaven. We bouwen voort op het 

Europees herstelfonds en op de Europese werkloosheidsverzekering, die de gevolgen van de 

coronapandemie met succes hebben verzacht. Met nieuwe eigen Europese inkomsten, zoals uit 

het belasten van winsten van multinationals, maken we meer publieke investeringen mogelijk. 

We versterken de muntunie. In onzekere tijden is een stabiele euro meer nodig dan ooit. Dit 

doen we door ons meer gezamenlijk te beschermen tegen financiële crises. Een Europees 

depositogarantiestelsel moet voorkomen dat falende banken hele landen meesleuren in hun val 

en dat speculanten gokken op een scheuring in de eurozone.

De EU draagt bij aan de herverdeling in Europa. Bedrijven die megawinsten maken, belasten 

we. De opbrengst investeren we in een groene en sociale toekomst, en brengen we terug 

naar huishoudens die snakken naar meer bestaanszekerheid. Denk bijvoorbeeld aan de 

farmaceutische, energie- of agro-industrie. We maken een einde aan belastingontwijking via 

belastingparadijzen binnen en buiten de EU. De Europese Unie moet de race naar steeds lagere 

winstbelastingen een halt toe roepen en de allergrootste vermogens eerlijk belasten. Zo versterkt 

de EU bestaanszekerheid in alle Europese landen.

We zijn kritisch op de grote afhankelijkheid van private partijen voor onze publieke voorzieningen. 

Bij grote overnames kijken we voortaan ook naar de bredere maatschappelijke effecten 

van machtsconcentraties. We stimuleren publieke alternatieven voor essentiële diensten, 



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 13 Europese Parlementsverkiezingen 2024

zoals infrastructuur voor de gezondheidszorg, om de doorgeslagen macht van de allergrootste 

bedrijven in onze samenleving te breken en de controle weer terug te leggen bij burgers en 

overheden.

1.5 Natuurherstel en eerlijk en gezond voedsel voor iedereen

Het Europees landbouwbeleid is oneerlijk en moet op de schop. Tachtig procent van de 

huidige inkomstensteun gaat naar de twintig procent grootste agrobedrijven, in plaats van lokale 

boeren die de steun hard nodig hebben. Dat is onacceptabel. Veel van dat geld eindigt bovendien 

in de zakken van veevoer-, kunstmest- en pesticidenfabrikanten. Het beleid heeft boeren in de 

richting geduwd van schaalvergroting en intensieve landbouw met te veel pesticiden, kunstmest, 

stikstof en dierenleed. Slechts een klein aantal voedselgiganten bepaalt wat er op ons bord ligt en 

strijkt grote winsten op, maar ondertussen is goed voedsel voor tientallen miljoenen Europeanen 

onbetaalbaar. 

Wij maken Europa de bondgenoot van boeren en consumenten door goed voedsel tegen 

een eerlijke prijs voor iedereen bereikbaar te maken. Wij kiezen voor lokaal en kleinschalig. 

Daartoe vormen we het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid om tot een Gemeenschappelijk 

Voedselbeleid, dat nationale en lokale overheden helpt om te werken aan een gezonde 

voedselomgeving.

De EU moet de volgende generaties boeren weer hoop geven op een goed leven en goed 

werk op het platteland. Wij staan pal achter boeren die de omslag willen maken naar 

natuurinclusieve kringlooplandbouw, zonder schadelijke chemie en geïmporteerd 

krachtvoer. Zij krijgen een eerlijke prijs voor eerlijke producten – niet alleen voor voedsel, 

maar ook voor hernieuwbare materialen voor bouw en industrie. Een duurzaam voedselbeleid 

geeft forse extra steun aan boeren die bijdragen aan herstel en instandhouding van natuur en 

landschap, en aan het vasthouden van water. Boeren krijgen steun om te stoppen met pesticiden. 

Bovendien krijgen ze er een gezondere bodem voor terug. Dankzij minder broeikasgassen uit vee 

en mest en meer vastlegging van CO2 in bodems en natuur, wordt de EU sneller klimaatneutraal. 

We investeren in technologieën die smakelijke alternatieven bieden voor vlees. Door een einde te 

maken aan de industriële veeteelt verkleinen we bovendien het risico op ziektes die van dier op 

mens overgaan en tot ontwrichtende pandemieën kunnen leiden.

Wij herstellen de natuur in Europa en breiden haar uit. Tachtig procent van de natuurgebieden 

in de EU verkeert in slechte staat door neerslag van stikstof, verdroging van de bodem, 

landbouwgif en versnippering. Dat is zorgwekkend omdat de natuur de basis is van ons bestaan, 

onze gezondheid en onze voedsel- en drinkwatervoorziening. Bedrijven maken mensen in de 

omgeving ziek door giftige stoffen in water en natuur te lozen. Het stoppen van deze gevaarlijke 

uitstoot beschermt mens en natuur. Tegelijkertijd beperkt gezonde natuur de klimaatverandering 

en de gevolgen daarvan. En door te genieten van de natuur verrijken we ons leven.

Daarom verbinden we natuurgebieden met elkaar en vergroten we de overlevingskans van 

bedreigde soorten. Door niet tégen maar mét de natuur te boeren, brengen we insecten, vogels 

en bodemleven terug. We zorgen voor een kleinere veestapel en een verschuiving van dierlijke 

naar plantaardige eiwitten op ons bord. In 2030 beslaan beschermde natuurgebieden dertig 

procent van het land- en zeeoppervlak. Ook steden vergroenen we. Zo geven we uitvoering 

aan het internationale akkoord over de bescherming van biodiversiteit uit 2022, waarvan de EU 

voortrekker is.



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 14 Europese Parlementsverkiezingen 2024

1.6 Betaalbaar en groen vervoer

Wij kiezen voor de trein als het schone maar ook betaalbare alternatief voor vliegen 

binnen Europa. Een eerlijke transitie is nog ver te zoeken in de manier waarop Europeanen 

zich verplaatsen. Vervuilende vormen van vervoer zijn goedkoper dan schone alternatieven: 

treinreizen zijn vaak twee keer zo duur als vliegreizen. Wij staan voor schoon, toegankelijk en 

betaalbaar vervoer in Europa. We investeren in openbaar vervoer en gaan privatisering tegen, 

zodat ook minder rendabele bus- of treinverbindingen blijven bestaan. De belastingvoordelen 

voor de luchtvaart moeten verdwijnen. Een Europees treinboekingssysteem moet het 

makkelijker maken om het goedkoopste treinticket te vinden. Ook pakken we de uitstoot van 

de scheepvaart en de luchtvaart aan. Dat doen we met hogere accijnzen voor kerosine en 

stookolie, en snelle uitfasering van uitstootrechten voor deze sectoren. We zetten het Sociaal 

Klimaatfonds in om het openbaar vervoer goedkoper te maken. 

Dankzij de Europese Green Deal schakelt de autoindustrie over van fossiele naar 

elektrische auto’s. Dit verduurzaamt de Europese autoindustrie en zorgt voor een markt voor 

elektrische auto’s die betaalbaar zijn voor iedereen. Europese normen moeten grenzen stellen aan 

de omvang en het gewicht van nieuwe fossiele én elektrische auto’s. Zo voorkomen we onnodige 

verspilling in de omslag naar elektrisch rijden. Bovendien verbetert dit de veiligheid van fietsers en 

voetgangers.



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 15 Europese Parlementsverkiezingen 2024

Hoofdstuk 2: Opkomen voor onze rechten en democratie

Europa is bij uitstek een democratisch project. Door schade en schande leerden we op ons 

continent dat we alleen verder komen als we samen onze toekomst vormgeven. We stellen 

iedereen in staat zichzelf te kunnen zijn en zetten gedeelde belangen voorop. Daar hoort bij dat 

alle Europeanen moeten kunnen vertrouwen op de overheid en beschermd zijn tegen onrecht. 

Onafhankelijke rechtspraak, de rechten van minderheden en persvrijheid zijn cruciale pijlers van 

onze democratie die we koesteren. 

Maar helaas staan deze fundamenten van onze democratie steeds vaker onder druk. Met dit 

programma staat GroenLinks-PvdA in Nederland én Europa pal voor de rechtsstaat. Dat is nodig 

omdat extreemrechts aan kracht wint in Europa. Andere politieke partijen nemen daarbij hun 

extreme en anti-democratische gedachtegoed over, ook in het Europees Parlement. Daarom 

staan wij op tegen alle krachten die verdeeldheid zaaien en onze democratie en rechtsstaat 

ondermijnen. In ons Europa is geen plek voor zondebokpolitiek en polarisatie. Wij bieden echte 

oplossingen en maken daarbij de Europese Unie democratischer en slagvaardiger.

2.1 De democratische rechtsstaat

We staan op tegen alle krachten die verdeeldheid zaaien en onze democratie en 

rechtsstaat ondermijnen. Daartoe versterken we de bescherming van mensenrechten, 

democratische tegenmacht, onafhankelijke rechtspraak en vrije media overal in de EU. Want 

alleen met sterke democratische rechtsstaten kan Europa geloofwaardig en effectief onze rechten 

als burgers verdedigen. En alleen zo beschermen we onze vrijheid en brede welvaart in een 

wereld met steeds meer conservatieve en autoritaire leiders. De EU is gebouwd op ons geloof en 

vertrouwen in de democratische rechtsstaat. Europa wordt kwetsbaar zodra we hieraan tornen. 

Deze waarden gaan iedereen aan. En daarom bieden wij tegenwicht aan elke extremist die de 

democratie in Europa beschadigt. 

Het is van belang dat de Europese Commissie al bij de eerste tekenen van 

rechtsstaatschendingen ingrijpt. Dit kan door direct strafmaatregelen te treffen als landen 

fundamentele EU-waarden schenden, en democratische en rechtsstatelijke EU-standaarden 

weigeren na te leven. We steunen actief het maatschappelijk middenveld en de vrije media om 

hun positie te versterken. EU-fondsen mogen nooit richting autocraten gaan. Landen die lak 

hebben aan deze waarden mogen met hun vetorecht niet langer de Europese besluitvorming 

gijzelen.

Wij steunen de nieuwe Europese wet voor mediavrijheid om redactionele en journalistieke 

onafhankelijkheid te waarborgen en mediapluralisme te bevorderen. We treden op tegen 

de mechanismen die online de grootschalige verspreiding van desinformatie, extremisme en 

haat aanjagen. Eenzijdige imperia van mediamagnaten gaan we tegen. Journalisten mogen 

nooit belemmerd worden door rechtszaken die enkel ter intimidatie dienen. Er is een expliciet 

verbod nodig op het afluisteren of hacken van journalisten, activisten en politici. Ook komt er een 

Europees fonds om voorvechters van democratie en media te ondersteunen.



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 16 Europese Parlementsverkiezingen 2024

2.2 Gelijke rechten

We bestrijden elk initiatief dat probeert fundamentele rechten van EU-burgers in te 

perken. Extreemrechtse, ultraconservatieve bewegingen die de rechten van minderheden 

willen inperken, zijn in opkomst in de EU. Ze stellen het bestaansrecht van mensen ter discussie 

vanwege hun seksualiteit, gender, beperking of culturele achtergrond. Opruiende teksten, haat 

en desinformatie over de LHBTQIA+-gemeenschap, vrouwen, joden of moslims hebben grote 

gevolgen. We zien een zorgwekkende stijging in het aantal geweldsincidenten tegen hen. 

De EU moet gelijke rechten actief versterken. De rechten van minderheden die onder druk 

staan, moeten we expliciet opnemen in Europese wetgeving. Zo zetten we ons in voor de 

Europese erkenning van regenboogfamilies: als je een gezin bent in één land, ben je dat in alle 

landen. Abortus is een grondrecht waar niet aan getornd wordt en we beschermen iedereen in de 

EU met dezelfde hoge standaard tegen seksueel en huiselijk geweld. Europa garandeert wettelijk 

gelijk ouderschapsverlof en dicht de loonkloof tussen mannen en vrouwen. Voor discriminatie 

en (institutioneel) racisme mag geen plaats zijn in de EU. Daarom zetten wij ons in voor één 

overkoepelende Europese antidiscriminatiewet.

2.3 Leiderschap in de digitale wereld

We pakken de regie terug in het digitale domein met sterke en duidelijke regels die 

mensen, de maatschappij en het milieu vooropstellen in plaats van winstbejag. Zo 

doorbreken we de macht van grote techbedrijven uit de VS en China en bouwen de Europese 

afhankelijkheid daarvan af. Door leiderschap te tonen, kan Europa de standaard zetten voor de 

rest van de wereld. Want hoewel digitalisering en nieuwe technologie ons leven kunnen verrijken, 

kennen ze ook veel keerzijden. Door onze eigen voorwaarden te stellen aan nieuwe technologieën 

als kunstmatige intelligentie (AI), zorgen we ervoor dat deze technologieën betrouwbaar, veilig 

en milieuvriendelijk zijn. Door te bouwen aan alternatieven versterken we ook onze strategische 

autonomie. We maken de EU zo snel mogelijk digitaal autonoom. We zijn dan voor essentiële 

digitale infrastructuur niet langer afhankelijk van techbedrijven.

Dit vergt ook striktere regels voor sociale media. Omdat hun verdienmodel drijft op 

reclame-inkomsten doen ze er alles aan om gebruikers aan hun scherm gebonden te houden. 

De onderliggende algoritmes die bepalen wat wij te zien krijgen, zijn sterk verslavend en jagen 

desinformatie, haat en polarisatie aan. Online én offline heeft dit grote gevolgen voor zowel 

individuele personen als onze democratie. Denk aan bedreigingen van politici en journalisten, 

steeds extremer maatschappelijk debat, en beïnvloeding van verkiezingen. Alleen door Europees 

samen te werken kunnen we de polariserende algoritmes en verslavende trucjes van sociale 

media aan banden leggen.

2.4 Een betere EU

Een democratischere Europese Unie maakt Europa daadkrachtiger. Alleen zo kunnen we 

de grote uitdagingen aan waar we in Europa voor staan. Mensen moeten zich vertegenwoordigd 

voelen. De Europese instituties moeten daarom toegankelijker en transparanter worden. 

Ook scherpen we de integriteitsregels aan, zodat er geen ruimte is voor schimmige lobby of 

buitenlandse beïnvloeding. Dit is cruciaal voor het vertrouwen van Europeanen in de EU. 



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 17 Europese Parlementsverkiezingen 2024

De Europese Unie moet slagvaardiger en democratischer worden. Hiervoor gebruiken 

we in de eerste plaats de ruimte binnen het huidige EU-Verdrag. Maar we steunen ook de 

herziening van het Verdrag als dat echt nodig is. We geven het Europees Parlement meer 

tanden als medewetgever en controleur. Ook willen we dat het Europees Parlement initiatiefrecht 

krijgt waardoor het zelf wetgeving en beleid kan voorstellen in plaats van alleen te reageren op 

voorstellen van de Europese Commissie en regeringsleiders. De democratie versterken we ook 

door het Europees Parlement de mogelijkheid te geven om individuele Eurocommissarissen 

weg te sturen. Lidstaten moeten gezamenlijk op meer onderwerpen - zoals buitenlandbeleid, 

belastingen of defensie - besluiten kunnen nemen op basis van een gekwalificeerde meerderheid 

in plaats van unanimiteit. 

2.5 Een veilige samenleving

We pakken grensoverschrijdende misdaad, georganiseerde criminaliteit en gewelddadig 

extremisme aan. De acties van criminelen raken burgers. Maar doordat de criminele netwerken 

steeds internationaler zijn, worden ze ook steeds sterker. Daardoor is hun invloed ook merkbaar 

op het niveau van de samenleving. Steeds vaker is er sprake van ondermijning van (lokale) 

overheden en andere instituties. Daarnaast zien we online te veel criminaliteit die onbestraft 

blijft, van kindermisbruik tot cyberoplichting of het verspreiden van wraakporno. Met sterkere 

Europese samenwerking en effectieve preventie- en opsporingsmaatregelen kunnen politie- en 

inlichtingendiensten deze problemen beter aanpakken, zowel online als offline.

We versterken ook de Europese coördinatie tegen terrorisme. De dreiging van gewelddadig 

extremisme is substantieel in Europa. Om dat tegen te gaan zijn krachtige samenwerking en 

gezamenlijke investeringen in preventie en deradicalisatie nodig. We treden daarnaast slimmer op 

tegen witwassen en terrorismefinanciering via meer Europese samenwerking. We waken daarbij 

over de bescherming van fundamentele rechten. Opsporing moet altijd gericht plaatsvinden en we 

gaan nooit over tot massasurveillance of ongecontroleerde gegevensuitwisseling.

2.6 Onderwijs en cultuur 

Europa moet zich actief inzetten voor ons onderwijs en onze cultuur. Het budget 

voor kunst en cultuur in Europa moet dan ook fors omhoog. Europa is verbonden 

door gemeenschappelijke waarden, gedeelde geschiedenis en een gezamenlijke cultuur. 

Kwaliteitsonderwijs voor iedereen staat aan de basis van gelijke kansen en ontwikkeling. We 

willen dat iedere Europeaan, onafhankelijk van opleidingsniveau, de kans heeft om zich te 

ontwikkelen en Europa te leren kennen. 

Daarvoor is een inclusief Erasmus+-programma nodig dat niet alleen voor universiteiten of 

HBO geldt, maar ook voor het MBO. Ook moet de studiebeurs voor een Erasmusuitwisseling 

toereikend zijn om iedereen de kans te geven van dit waardevolle initiatief te profiteren.

We bevorderen kennisuitwisseling tussen onderwijsinstellingen en grijpen gelijk in 

wanneer academische vrijheid in een EU-lidstaat in het gedrang is. Ook zorgen we ervoor 

dat nieuws, kunst en cultuur toegankelijk zijn voor iedereen. We stoppen dus met geoblocking van 

films, series en sport en introduceren een Europese museumkaart. Een Europees ticketsysteem 

voor concerten, theater en festivals moet ervoor zorgen dat het cultuuraanbod makkelijker 

beschikbaar wordt in de hele EU.



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 18 Europese Parlementsverkiezingen 2024

Hoofdstuk 3: Veiligheid, voorspoed en solidariteit over grenzen heen

In de wereld van vandaag is de Europese Unie als vredesproject van levensbelang. We moeten 

schouder aan schouder staan met iedereen die de democratie beschermt – binnen en buiten ons 

continent. Dat kan alleen als de EU een volwassen en geloofwaardige geopolitieke speler wordt, 

een maximale bijdrage levert aan internationale vrede, veiligheid en vooruitgang, en leiderschap 

toont in het helpen oplossen van de grote conflicten die wereldwijd spelen.

De Russische invasie van Oekraïne vormt een keerpunt voor Europa. Rusland heeft lak aan 

internationale grenzen en voert een brute oorlog met als doel om Oekraïens grondgebied in te 

lijven. Maar de Oekraïners vechten niet alleen voor hun eigen vrijheid en veiligheid. Ze vechten 

ook om onze Europese waarden te beschermen. Oekraïne verdient onze aanhoudende steun. De 

Europese Unie en Nederland moeten een leidende rol blijven spelen op het gebied van financiële, 

humanitaire en militaire steun aan het land.

De recente ontwikkelingen in het Israëlisch-Palestijns conflict schokken de wereld. Dat was zo 

bij de ijzingwekkende terroristische aanslag en het seksuele geweld van Hamas op onschuldige 

Israëlische burgers. Evenals bij de nietsontziende en disproportionele vergeldingsacties door 

Israël die daarop volgden. De tienduizenden onschuldige Palestijnse doden en collectieve 

bestraffing van Palestijnen in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever door de Israëlische 

regering zijn onacceptabel. Het internationaal recht is voor ons leidend. Alle schendingen van 

het internationaal humanitair recht zullen daarom onafhankelijk moeten worden onderzocht en 

bestraft. We steunen het feit dat het Internationaal Gerechtshof en het Internationaal Strafhof zich 

buigen over deze zaken en zullen deze uitspraken respecteren. We bevorderen naleving van deze 

uitspraken actief. Naast een onmiddellijk staakt-het-vuren in Gaza, ongehinderde humanitaire hulp 

en de vrijlating van alle Israëlische gijzelaars, zal er ook een einde moeten worden gemaakt aan 

de illegale nederzettingen, het doelgerichte geweld tegen burgers op de Westelijke Jordaanoever 

en de Israëlische bezetting. Dat alles met het doel om een einde te maken aan het ongekende 

leed en toe te werken naar een rechtvaardige tweestatenoplossing – met de erkenning van een 

onafhankelijke Palestijnse staat, naast de staat Israël. GroenLinks-PvdA staat in dit proces aan de 

kant van Israëlische en Palestijnse partners die zich inzetten voor vrede.

Ondertussen zetten internationale crises het mondiale Zuiden verder onder druk. Terwijl 

samenlevingen worstelen met armoede en ongelijkheid, raken klimaatverandering, pandemieën 

en oorlogen hen extra hard. De sociale ontwikkeling die decennialang honderden miljoenen 

mensen aan armoede liet ontsnappen, dreigt voor velen tot stilstand te komen. Ons koloniale en 

slavernijverleden belast nog altijd de relatie tussen Europa en het mondiale Zuiden. Toch keert 

de EU het mondiale Zuiden te vaak de rug toe – met als pijnlijk voorbeeld het hamsteren van 

vaccins door rijke landen tijdens de coronapandemie. Ook daar stond winst voor farmabedrijven 

boven het delen van kennis en solidariteit. Daarom is het hoog tijd voor een effectief Europees 

buitenlandbeleid dat gelijkwaardigheid, solidariteit en vooruitgang voorop stelt.

3.1 Strategische autonomie, veiligheid en mensenrechten

De agressieoorlog van Rusland liet ons zien dat we ons te afhankelijk hebben gemaakt van 

autoritaire regimes. Ook nu leunen we nog te sterk op andere landen voor energie, grondstoffen 

en veiligheid. Onze afhankelijkheid van Russisch gas veroorzaakte een enorme energiecrisis 

en inflatie in de EU, die de bestaanszekerheid van Europeanen aantastten. Om zelfstandig te 



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 19 Europese Parlementsverkiezingen 2024

kunnen optreden op militair, economisch en politiek vlak moet de EU haar risicovolle 

afhankelijkheden van derde landen kritisch doorlichten en waar nodig afbouwen om onze 

weerbaarheid te vergroten.

Strategische autonomie houdt ook in dat we de defensiecapaciteiten in de EU versterken. We 

zijn nu te afhankelijk van de Verenigde Staten voor onze militaire veiligheid en moeten zelf meer 

verantwoordelijkheid nemen - zeker gezien het risico op een nieuw presidentschap van Trump 

en de verschuivende aandacht van het Amerikaans buitenlands beleid van Europa naar Azië. 

De NAVO en ons trans-Atlantisch bondgenootschap blijven cruciaal voor onze zelfverdediging. 

Tegelijkertijd moeten we de Europese poot van de NAVO dringend versterken. We zetten 

daarom in op sterkere defensiesamenwerking binnen de EU. Daar hoort bij dat we extra 

defensie-investeringen doen en voldoen aan de NAVO-norm van 2%. We versterken 

onze defensiecapaciteit met extra uitgaven, meer gezamenlijke inkoop van materiaal en meer 

coördinatie en integratie van onze legers binnen Europa. We voorkomen dat extra defensie-

uitgaven in de zakken van aandeelhouders verdwijnen door overwinsten van het militair-industrieel 

complex te belasten. Verder willen we dat de EU meer druk zet op de naleving van afspraken 

over conventionele en nucleaire wapenbeheersing, en zetten we ons in voor een kernwapenvrije 

wereld.

In een multipolaire wereld lopen de spanningen tussen grootmachten op. Het is belangrijk dat 

de EU een eensgezind Chinabeleid aanhoudt. We werken samen en drijven handel met China 

waar dat in ons belang is, zoals bij de aanpak van de klimaat- en biodiversiteitscrisis, maar doen 

meer om mensenrechten, onze veiligheid en eerlijke handel te waarborgen. China en andere 

grootmachten mogen geen technologie ontvangen die ze kunnen gebruiken voor wapensystemen 

of massasurveillance. We beëindigen de ongewenste invloed van China en andere staten 

binnen onze kritieke infrastructuur en Europese bedrijven.

Om tot een slagvaardig Europees veiligheids- en buitenlandbeleid te komen, is het van belang 

om de Europese diplomatie te versterken. We maken meerderheidsbesluitvorming op het 

gebied van Europees buitenlandbeleid mogelijk zodat een veto van een enkele lidstaat 

niet meer mogelijk is, behalve bij de inzet van eigen troepen. De EU draagt bij aan collectieve 

veiligheid door te blijven deelnemen aan vredesoperaties en met partners als de Verenigde Naties 

en de Afrikaanse Unie te investeren in conflictpreventie, vredesopbouw, conflictbemiddeling en 

terrorismebestrijding.

3.2 Internationale solidariteit en strategische verbondenheid

Afbouwen van onacceptabele afhankelijkheden moet hand in hand gaan met de verdieping 

van strategische relaties met positieve krachten in de rest van de wereld. Het streven naar 

strategische autonomie mag er niet toe leiden dat we de rest van de wereld de rug toekeren. Een 

effectief Europees buitenlandbeleid heeft oog voor de gevolgen van onze keuzes voor anderen 

en is gebaseerd op samenwerking om gedeelde belangen te bevorderen. Pas wanneer we het 

koloniale verleden en de doorwerking daarvan in het heden onder ogen zien, kunnen we werken 

aan een gedeelde toekomst. De EU moet daarom haar geloofwaardigheid herstellen en werk 

maken van gelijkwaardige partnerschappen met landen in het mondiale Zuiden.



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 20 Europese Parlementsverkiezingen 2024

We pleiten voor een solidariteitspact waarin lidstaten toezeggen behalve hun defensie-uitgaven 

ook de bestedingen aan internationale samenwerking, klimaatsteun en compensatie voor 

klimaatschade te laten stijgen totdat EU-lidstaten aan de internationale afspraken voldoen. We 

steunen landen die lijden onder de gevolgen van klimaatverandering bij het aanpassen aan 

de nieuwe omstandigheden en de uitrol van hernieuwbare energie. Door het opbouwen van 

een eigen groene industrie kunnen landen in het mondiale Zuiden meer inkomsten verwerven en 

betere banen scheppen.

We dragen bij aan de aanpak van grondoorzaken van conflict en instabiliteit en aan het realiseren 

van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) van de Verenigde Naties. De EU geeft alleen 

ongebonden hulp en neemt het voortouw bij kwijtschelding van schulden. De afspraak dat 

EU-landen minstens 0,7% van hun bruto nationaal inkomen (bni) besteden aan officiële 

ontwikkelingssamenwerking wordt bindend. Hier komen de uitgaven voor klimaatfinanciering 

bovenop. Daarnaast moderniseren we onze ontwikkelingssamenwerking: we gaan uit van de 

behoeften van landen zelf en verliezen de meest kwetsbaren niet uit het oog.

We willen naar voorbeeld van Nederland en andere lidstaten ook een feministisch 

Europees buitenlandbeleid met niet alleen woorden, maar ook daden, inclusief de inzet van 

concrete hulp, handelsafspraken, inspraak of sancties die gendergelijkheid ten goede komen. Bij 

al het externe beleid hebben we oog voor de meest kwetsbare groepen.

3.3 Eerlijke handel

We zetten ons in voor de ontwikkeling van een nieuw EU-handelsbeleid gebaseerd op 

gelijkwaardigheid, duurzame en sociale ontwikkeling. Eerlijke en duurzame handel kan zowel 

Europa als handelspartners veel opleveren: het versterkt onze samenwerking, draagt bij aan 

welvaart in lage- en middeninkomenslanden en maakt landen minder kwetsbaar voor manipulatie 

door autoritaire machten. Handelsverdragen moeten afdwingbare bepalingen over democratie, 

mensenrechten, arbeidsomstandigheden, milieu, klimaat, natuur, voedselstandaarden en eerlijke 

belastingafdrachten bevatten.

Kennisdeling stelt het mondiale Zuiden in staat om zelf batterijen of vaccins te produceren. 

Grondstoffenpartnerschappen die de EU sluit, moeten de ontwikkeling van hernieuwbare energie 

en verantwoorde recycling bevorderen, lokaal eigenaarschap versterken en fatsoenlijke banen 

scheppen. Winning van en handel in strategische grondstoffen vinden plaats tegen eerlijke prijzen 

en binnen internationaal vastgelegde normen voor de bescherming van mens en milieu.

3.4 Integratie verdiepen en uitbreiden

Nu vrede in Europa niet langer vanzelfsprekend is, wordt steeds duidelijker dat de EU een grotere 

verantwoordelijkheid moet nemen voor de vrede en vooruitgang in onze directe omgeving. De 

meeste buurlanden van de EU willen hun eigen democratische en vrije toekomst vormgeven. 

Toenadering tot de EU is een geopolitieke noodzaak. Zowel wijzelf als onze buurlanden zijn 

erbij gebaat. We willen dat de EU potentiële lidstaten veel actiever ondersteunt. Landen 

die dat willen, moeten concreet uitzicht hebben op toetreding. Dit mag niet ten koste 

gaan van de kracht van de EU zelf. We tornen niet aan de voorwaarden voor toetreding op het 

gebied van rechtsstaat, democratie en mensenrechten. Met het Turkije van Erdoğan blijven de 

onderhandelingen bevroren.



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 21 Europese Parlementsverkiezingen 2024

De toekomst van Oekraïne ligt in de EU, zoals dat ook geldt voor Moldavië en de landen 

op de Westelijke Balkan. Van alle landen die toe willen treden, verwachten we dat ze handelen 

in lijn met onze waarden en het buitenland- en veiligheidsbeleid van de EU. Landen die zich niet 

aan de basisregels van de democratie houden en onrust stoken in EU-buurlanden, pakken we 

harder aan. Dat betekent strengere maatregelen tegen Servië, dat de veiligheid van buurlanden 

als Kosovo en Bosnië-Herzegovina bedreigt. Met sterke Europese diplomatie dragen we bij aan 

stabiliteit en vrede in de regio. Voor het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen en Zwitserland blijft de 

deur naar de EU openstaan.

We willen subsidies uit het toetredingsfonds sterker koppelen aan democratische en 

rechtsstatelijke hervormingen. Toetreding moet een stapsgewijs proces worden, waarbij landen 

al vóór het lidmaatschap voordelen ervaren en niet meteen volledig hoeven toe te treden. Het 

maatschappelijk middenveld krijgt een grotere rol in het toetredingsproces. Toetreding van nieuwe 

lidstaten vereist ook hervormingen binnen de EU, om de EU zelf slagvaardig te houden. Het biedt 

bovendien een kans om de sociale rechten in kandidaat-lidstaten op EU-niveau te brengen.

3.5 Grip op arbeidsmigratie 

Migratie is van alle tijden en veelzijdig. Maar – zoals de Staatscommissie Demografische 

Ontwikkelingen 2050 schetst - een toekomstbestendig migratiebeleid vergt regie en grip. 

Daarbij vormen mensen die vluchten voor oorlog, geweld en onderdrukking maar een klein deel 

van het migratiecijfer. Arbeidsmigranten vormen verreweg de grootste groep. 

Op arbeidsmigratie kunnen en moeten we veel steviger regie voeren. Arbeidsmigratie is nu 

steeds vaker een verdienmodel om op de laagste prijs te concurreren met schandalige uitbuiting 

tot gevolg. Hieraan stellen we paal en perk door stevige arbeidsvoorwaarden te verankeren voor 

iedere werknemer, deze streng te handhaven en de arbeidsmigratie vanuit landen buiten de EU 

strikt te reguleren. We rekenen af met sectoren die draaien op uitbuiting.

Door migratie beter te reguleren kunnen we de rechten van migranten beter waarborgen, 

de maatschappelijke bijdrage van migratie vergroten en de impact verkleinen. Door de 

regie te nemen, voorkomen we dat enkele bedrijven profiteren van migratie terwijl de rest van 

de samenleving opdraait voor de kosten van hun huisvesting en benodigde voorzieningen. Dit 

vergt een politiek gebaseerd op feiten, met respect voor fundamentele waarden en internationale 

afspraken, en gericht op een realistische en humane aanpak.

Voor een gezonde samenleving is gematigde bevolkingsgroei essentieel. Het rapport van de 

Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 beveelt aan scherpe keuzes te maken, 

met name op het gebied van arbeidsmigratie. Het recht om vrij te reizen, te wonen en te 

werken binnen Europa is een groot goed, waar ook veel Nederlanders gebruik van 

maken. Maar het recht om elders te werken mag geen vrijbrief zijn voor uitbuiting en 

asociale arbeidspraktijken. Ook mag arbeidsmigratie geen onevenredige druk op publieke 

voorzieningen leggen. We accepteren niet langer dat hele economische sectoren, die vaak 

ook nog weinig bijdragen aan de brede welvaart, misbruik maken van goedkope en kwetsbare 

arbeidskrachten. Op arbeidsmigratie moeten we meer regie voeren, in het voordeel van mensen 

en onze groene economie. We maken daarom scherpe keuzes en willen af van arbeidsmigratie als 

verdienmodel. 



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 22 Europese Parlementsverkiezingen 2024

In lijn met onze groene en sociale industriepolitiek kiest GroenLinks-PvdA voor bedrijvigheid en 

banen die maatschappelijk van toegevoegde waarde zijn en fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden 

bieden. Door de inzet van arbeidsmigranten beter te reguleren, maken we niet alleen een 

einde aan een bedrijfsmodel gebaseerd op uitbuiting en oneerlijke praktijken, maar zal 

ook het aantal arbeidsmigranten gericht afnemen. Door de sociale lat voor iedereen hoger 

te leggen, kiezen we voor veilig en gezond werk. Dat biedt zekerheid en gaat uitbuiting van 

arbeidsmigranten tegen. We rekenen af met sectoren die arbeidsmigranten uitknijpen en weinig 

bijdragen aan de brede welvaart. We pakken de schimmige uitzend- en arbeidsconstructies 

aan waarmee werkgevers steeds goedkopere arbeidskrachten van buiten de EU kunnen 

inzetten onder slechte werkomstandigheden. We maken arbeidsmigranten minder afhankelijk 

van hun werkgevers. Zo doorbreken we oneerlijke concurrentie tussen werknemers op de 

werkvloer en de race naar de bodem wat betreft arbeidsvoorwaarden. Deze misstanden zetten 

ook de leefbaarheid van vaak al kwetsbare gemeenschappen en stadswijken onder druk door 

ondermaatse en overbevolkte huisvesting van arbeidsmigranten. We gaan streng handhaven op 

werkgevers die arbeidsmigranten misbruiken om hun eigen kosten te drukken en te concurreren 

op arbeidsvoorwaarden.

Tegelijkertijd erkennen wij dat er essentiële sectoren zijn met grote tekorten aan 

werknemers, waarbij gerichte arbeidsmigratie - ook van buiten de EU - nodig is. Denk 

bijvoorbeeld aan de zorg, de bouw en de energietransitie. Maar dat kan alleen goed gereguleerd 

en onder fatsoenlijke voorwaarden van eerlijk, veilig en goed (betaald) werk. Europa moet dan 

ook scherpere regels stellen voor gerichte arbeidsmigratie uit derde landen, waarbij mens en 

maatschappij vooropstaan. Zo voorkomen we ongereguleerde arbeidsmigratie van buiten de EU.

Arbeidsmigranten verdienen dezelfde bescherming als lokale werknemers. Met versterkte 

rechten en hogere lonen voor werknemers en intensievere handhaving tillen we de bescherming 

van alle werkenden in de EU naar een hoger niveau. Betere naleving van arbeidsrecht is nodig 

door een sterker mandaat voor de Europese Arbeidsinspectie, meer capaciteit voor nationale 

arbeidsinspecties, beter beschermde Europese vakbonden en een Europese zwarte lijst voor 

bedrijven die arbeidswetgeving ontwijken. We trekken in de hele EU lessen uit goede lokale 

voorbeelden, zoals werkgevers die investeren in de bouw van sociale huurwoningen of taallessen 

en opleidingen onder werktijd.

3.6 Een rechtvaardig, humaan en realistisch asielbeleid

Wij staan pal voor het Vluchtelingenverdrag en de humane opvang van vluchtelingen. Dat 

vraagt een solidair Europees beleid gericht op veilige routes en snelle duidelijkheid en terugkeer 

voor iedereen die geen recht heeft op asiel. De realiteit is dat er altijd mensen zijn die moeten 

vluchten voor oorlog, onderdrukking en geweld. Door in de volle breedte bij te dragen aan 

conflictpreventie, eerlijke handel, noodhulp, schuldkwijtschelding, ontwikkelingssamenwerking 

en klimaatbeleid kan Europa veel meer doen om de noodzaak om te vluchten weg te nemen. 

Momenteel vangen buurlanden en regio’s van conflictgebieden het overgrote deel van de 

vluchtelingen wereldwijd op. Voor hen die toch een veilig heenkomen moeten zoeken 

in Europa staat het recht op het aanvragen van asiel als een paal boven water. Een 

humaan asielbeleid betekent dat we de opvang van vluchtelingen beter organiseren. Voor veel 

Nederlanders is de opvang van vluchtelingen vanzelfsprekend, maar er leven ook veel 

zorgen. Het gevoel van controle mist, de kwaliteit van opvanglocaties zakt steeds vaker onder 

de humane grens, lange wachttijden bemoeilijken de integratie, de terugkeer van mensen die 

geen recht hebben op asiel hapert en een kleine groep die vaak geen perspectief heeft op asiel 



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 23 Europese Parlementsverkiezingen 2024

veroorzaakt overlast. Landen concurreren met elkaar om zo onaantrekkelijk mogelijk te worden 

voor asielzoekers. Alleen extreemrechts spint hier garen bij.

Het gebrek aan veilige routes leidt ertoe dat mensensmokkelaars goud geld verdienen 

en vluchtelingen hun leven moeten wagen in gevaarlijke bootjes op de Middellandse Zee. 

Tegelijk lukt het nog onvoldoende om mensen die om andere redenen dan asielgronden 

naar Europa proberen te komen, te ontmoedigen de gevaarlijke en dure tocht te 

ondernemen. Op zoek naar bescherming stuiten vluchtelingen op muren en gewelddadige 

pushbacks. Mensen op zee worden aan hun lot overgelaten en verdrinken. Ondertussen worden 

humanitaire organisaties en hulpverleners vervolgd als ze op zee mensen redden. De EU 

financiert zelfs de dubieuze Libische kustwacht en sluit schimmige migratiedeals met landen als 

Tunesië, waar de rechten van migranten op grove wijze geschonden worden. Wie het wel lukt 

om de EU te bereiken, krijgt te maken met schrijnende situaties van Lampedusa tot Ter Apel. 

Dat moet anders. We moeten daarom het asielstelsel beter en eerlijker organiseren, in 

het belang van vluchtelingen en de samenleving als geheel. Dat helpt ook het draagvlak te 

behouden. Een rechtvaardig, humaan en realistisch vluchtelingenbeleid is hard nodig in Europa.

Omdat Nederland deel uitmaakt van het gemeenschappelijk Europees asielsysteem met één 

gezamenlijke Europese buitengrens, moeten we deze uitdagingen Europees aanpakken. We 

zetten in op een eerlijke verdeling van de verantwoordelijkheid tussen alle EU-lidstaten, 

zowel voor de spreiding van asielzoekers over Europa als voor humane opvang en 

fatsoenlijke asielprocedures met juridische waarborgen en snelle duidelijkheid. We 

bevorderen dat wie geen recht op asiel heeft, snel terugkeert naar het land van herkomst. Met 

meer reguliere en veilige routes en hervestiging van de meest kwetsbare vluchtelingen via de 

vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties (UNHCR), voorkomen we dat mensen een 

levensgevaarlijke tocht moeten afleggen voor een asielaanvraag. Zo bieden we alternatieven om 

irreguliere migratie te verminderen ten gunste van reguliere, veilige routes voor vluchtelingen. 

Eenmaal in Europa is betere integratie van nieuwkomers van groot belang. Zij moeten daartoe 

snel toegang krijgen tot de arbeidsmarkt en taallessen. We trekken lessen uit de succesvolle 

opvang van Oekraïense vluchtelingen, toen de EU liet zien dat we tot grote solidariteit in staat zijn. 

We passen die lessen toe op asielzoekers uit andere landen. 

Eerlijk beleid betekent ook dat mensen die geen recht hebben op asiel snel duidelijkheid 

krijgen en terugkeren naar het land van herkomst. Door te werken aan gelijkwaardige relaties 

met herkomstlanden, worden ook afspraken over terugkeer effectiever. Daar komt bij dat we 

opvang in de regio’s waar vluchtelingen vandaan komen actief ondersteunen. Zij verdienen daarbij 

substantieel grotere steun van Europa om aan deze vluchtelingen een toekomstperspectief te 

kunnen bieden. Afspraken met andere landen over migratie moeten altijd voldoen aan waarborgen 

voor de rechten en veiligheid van vluchtelingen en migranten, in lijn met internationale verdragen. 



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 24 Europese Parlementsverkiezingen 2024

B. ONZE BELEIDSVOORSTELLEN

Hoofdstuk 1: Een zeker bestaan, nu en in de toekomst

1.1 Zeker zijn van inkomen, goede voorzieningen en goed werk

1.1.1 Minimuminkomen. We zien scherp toe op de naleving van de richtlijn voor toereikende 

minimumlonen. We pakken armoede in de EU verder aan door vast te leggen dat lidstaten hun 

inwoners een bestaansminimum garanderen en Europese minimumuitkeringen vaststellen voor 

mensen die afhankelijk zijn van een uitkering. De EU steunt onderzoek naar en experimenten met 

een basisinkomen.

1.1.2 Sturen op brede welvaart. Alle Europese regels moeten bijdragen aan een schone en 

eerlijke, sociale en gezonde toekomst voor mensen en de planeet. Bij nieuwe voorstellen kijken 

we naar de impact op en actieve bijdrage aan het klimaat en principes die zijn vastgelegd in de 

Europese Pijler van Sociale Rechten, zoals kansengelijkheid, gendergelijkheid, en toegang tot 

basisvoorzieningen, huisvesting, de zorg en het onderwijs.

1.1.3 Huisvesting. Er komt een Europees Crisisplan voor de aanpak van de wooncrisis en 

een Eurocommissaris verantwoordelijk voor het recht op huisvesting. We zetten vol in op het 

aan banden leggen van speculatie op de woningmarkt door grote investeringsfondsen zoals 

Blackstone via Europese wetgeving op vlak van banken, kapitaalmarkten, staatssteun, begroting, 

belasting en hypotheken. De nieuwe regels voor data-uitwisseling over vakantieverhuur worden 

snel uitgerold en steden die regels voor vakantieverhuur via platforms als Airbnb en Booking 

uitrollen worden niet langer tegengewerkt, maar ondersteund. Sociale huisvesting wordt 

gestimuleerd via Europese financiering en door de hindernissen weg te werken die Europese 

marktregels nu opwerpen bij de bouw van sociale huisvesting. De EU draagt met financiering en 

uitwisseling over housing first bij aan het stevig doen dalen van dakloosheid in Europa.

1.1.4 Nutsvoorzieningen. De EU dwingt nooit liberalisering af van nutsvoorzieningen. Het 

Europees economisch en interne marktbeleid moet de publieke sector steunen in plaats van 

aansporen tot marktwerking. We willen dat lidstaten vrij zijn om collectieve voorzieningen, zoals 

zorg, sociale huisvesting en openbaar vervoer, niet aan te besteden op de markt. 

1.1.5 Europees Sociaal Handvest. Om recht te doen aan haar toenemende verantwoordelijkheid 

voor de sociale en economische mensenrechten van haar burgers en ingezetenen, treedt 

de EU toe tot het herziene Europees Sociaal Handvest en verankert zij de verdragen van de 

Internationale Arbeidsorganisatie in het EU-recht.

1.1.6 Gelijk loon voor gelijk werk. We eisen gelijke beloning van gelijk werk voor iedereen, 

zonder discriminatie op basis van bijvoorbeeld gender, kleur of beperking. De EU zorgt samen 

met lidstaten voor betere handhaving van dit principe en treedt harder op tegen elke vorm van 

discriminatie in de beloning van geleverd werk. We zorgen voor zorgvuldige implementatie en 

sterke handhaving van de richtlijn voor loontransparantie en de minimumlonen-richtlijn.

1.1.7 Technologie op de werkvloer. Er moet een Europese richtlijn komen over de inzet van 

technologie op de werkvloer, zodat technologie ten goede komt aan werknemers in plaats van 

de werkdruk opvoert. Hierbij is altijd duidelijk voor werknemers en vakbonden hoe en waarom 



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 25 Europese Parlementsverkiezingen 2024

technologie wordt ingezet. Hierover krijgen zij ook vooraf instemmingsrecht. Surveillance als het 

registreren van je lichaamsbewegingen, het constant monitoren van je gedrag of communicatie op 

werk en het bijhouden van je emoties maken we met wet- en regelgeving onmogelijk. Een mens 

neemt altijd de beslissingen die gevolgen hebben voor de werknemer, zoals evaluaties, salaris 

en ontslag. Winsten in tijd of middelen door digitalisering op de werkvloer verdelen we eerlijker 

tussen werknemer en werkgever.

1.1.8 Recht op onbereikbaarheid en thuiswerken. Er komt een Europees recht op 

onbereikbaarheid na werkuren. Dit is essentieel voor een gezonde balans tussen het 

professionele leven en het privéleven. We willen een Europese wet over telewerken en het recht 

om niet bereikbaar te zijn. Daarin leggen we voor sectoren waar dat mogelijk is het recht om deels 

thuis te werken wettelijk vast.

1.1.9 Europees socialezekerheidsnummer. Een Europees socialezekerheidsnummer 

moet grensoverschrijdende arbeid transparanter maken en daarbij duidelijkheid geven aan 

arbeidsinspecties en werknemers of en waar sociale premies betaald worden, en fraude door het 

niet afdragen van sociale zekerheidspremies bestrijden.

1.1.10 Gezond werk. Niemand mag overlijden, ziek worden of slachtoffer worden van een 

arbeidsongeval op de werkplek of door het werk. Mentale problemen zijn de voornaamste 

ziekmaker op de werkplek. Daarom is er meer aandacht nodig voor mentale gezondheid bij 

regels rond werkomstandigheden, net als voor werkdruk en de verwachting van permanente 

bereikbaarheid. We werken aan fatsoenlijke werktijden en doorbetaalde pauzes. We voegen burn-

out toe aan de lijst van beroepsziekten. De lijst van gevaarlijke en kankerverwekkende stoffen 

waarvan het gebruik aan banden moet worden gelegd, breiden we uit. We maken ook regels voor 

veilig werk bij warme weersomstandigheden. 

1.1.11 Platformwerk. We blijven strijden voor een Europese wet voor de bescherming van 

platformwerkers die leidt tot betere arbeidsomstandigheden. Zo stoppen we misbruik en 

schijnzelfstandigheid van platformwerkers en geven we platformwerkers meer inzage in, en 

controle en zeggenschap over de onderliggende algoritmen van digitale platforms.

1.1.12 Vaardigheden en leren op werk. Europa investeert grootschalig in het scholen en 

omscholen van mensen, met name in de sectoren waar de mensen het hardst nodig zijn, 

bijvoorbeeld in de zorg, het onderwijs en de ICT-sector. Deze programma’s worden praktisch en 

financieel zo toegankelijk en inclusief mogelijk gemaakt. Deze Europese Skills Agenda moet zich 

niet eenzijdig richten op theoretisch opgeleiden, maar juist speciale aandacht geven aan mensen 

met praktische banen. De EU legt minimumrechten voor de scholing van werknemers vast, zodat 

werknemers van baan kunnen wisselen als banen verdwijnen en veranderen.

1.1.13 Zekerheid op werk. Uitgangspunt is het vaste contract en direct in dienst treden bij 

de werkgever. Het rechtstreeks in dienst nemen wordt verplicht voor tenminste 85% van 

werknemers. Er komen strenge regels voor interimarbeid. Nulurencontracten schaffen we af en 

flexwerkers krijgen dezelfde arbeidsvoorwaarden en -rechten als vaste krachten. In heel Europa 

komen er normen voor uitzendbureaus door de uitzendrichtlijn te herzien. Uitzendkantoren 

moeten verplicht een vergunning hebben. 



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 26 Europese Parlementsverkiezingen 2024

1.1.14 Stages. De EU treedt op tegen uitbuiting van stagiairs. Onbetaalde stages worden in heel 

Europa niet meer toegestaan. 

1.1.15 Versterken vakbonden. Samen sta je sterker dan alleen, vooral tegen grote bedrijven. We 

stimuleren collectief onderhandelen en beschermen vakbondsrechten. Toegang van werknemers 

tot vakbondsvertegenwoordigers en van vakbonden tot de werkvloer is cruciaal. Sociale partners 

worden nauw betrokken bij veranderingen op de werkvloer, zoals faillissementen en overnames, 

en bij herstructurering op de werkvloer worden werknemers begeleid. We nemen maatregelen 

tegen vakbonden die niet onafhankelijk zijn (gele bonden).

1.1.16 Werkomstandigheden transportsector. We erkennen dat fatsoenlijke 

arbeidsomstandigheden een essentiële rol spelen in de veiligheid en beschikbaarheid van vervoer. 

Het gebrek daaraan leidt tot een enorm tekort in het wegvervoer en de logistiek. We nemen 

wetgeving aan die goede en veilige werkomstandigheden verzekert voor de transportsector, zoals 

voor treinmachinisten en chauffeurs.

1.1.17 Inspraak op de werkvloer. Werknemers moeten betrokken worden bij belangrijke 

bedrijfsbeslissingen. We versterken de richtlijn voor Europese ondernemingsraden, zodat 

die instemmingsrecht krijgen bij beslissingen als fusies, overnames, reorganisaties, 

beloningsverschillen en de besteding van de winst. 

Sterke schouders dragen bij met eerlijke belastingen

1.1.18 Crisiswinsten belasten en winstgedreven inflatie stoppen. Obscene winsten over de 

ruggen van mensen in tijden van crisis belasten we. Keer op keer zagen we dat bedrijven in tijden 

van grote onzekerheid hun marktmacht gebruiken om de prijzen ver op te drijven. De crisisheffing 

voor fossiele bedrijven ingevoerd na de Russische inval in Oekraïne breiden we uit naar andere 

sectoren zoals de farmaceutische industrie of supermarktketens die onder het mom van inflatie 

gigantische winsten hebben gemaakt. De Europese Commissie moet als mededingingsautoriteit 

harder en gerichter optreden tegen inflatie veroorzaakt door de enorme winsten van bedrijven. 

1.1.19 Bedrijven betalen eerlijk belasting. De Europese Commissie gaat bestaande regels ook 

daadwerkelijk handhaven en zorgt ervoor dat lidstaten die implementeren. De afgelopen jaren 

zetten we stappen richting transparantie en een internationale OESO-minimumbelasting. Er is 

een Europese grondslag voor winst- en vennootschapsbelasting nodig, zodat bedrijven niet meer 

kunnen kiezen in welk land ze belasting betalen. Met een Europese vennootschapsbelasting 

zorgen we ervoor dat multinationals – waaronder techgiganten – eerlijk belasting betalen, met een 

Europese minimumwinstbelasting van 18%.

1.1.20 Belastingparadijzen. Er moet een einde komen aan belastingontwijking en 

belastingparadijzen buiten én binnen Europa. De EU-wijde race naar het laagste belastingtarief 

en de rol van Nederland als belastingparadijs moeten stoppen. De EU scherpt criteria aan voor 

de zwarte lijst van belastingparadijzen, maakt de selectieprocedure transparanter en zorgt dat 

ook alle EU-lidstaten zich niet als belastingparadijs gedragen. Er komt een Europese heffing op 

kapitaalstromen naar landen op de zwarte lijst. De EU scherpt ook Europese regels aan voor het 

belasten van winsten die verschoven worden naar belastingparadijzen (CFC-regels). Er komen 

Europese minimumstandaarden om belastingontwijking via investeringsverdragen te stoppen.



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 27 Europese Parlementsverkiezingen 2024

1.1.21 Rechtvaardige belastingen op vermogen en vervuiling. De EU dringt aan op 

belastinghervormingen in de lidstaten, waarbij het zwaartepunt van belastingheffing in 

heel de EU komt te liggen op vervuiling en vermogen in plaats van arbeid. Er komt een 

minimumvermogensbelasting om te voorkomen dat EU-lidstaten vermogenden en kapitaal lokken 

met belastingvoordelen.

1.1.22 Belastingtransparantie. De EU werkt aan een betere registratie van ondernemingen 

om brievenbusfirma’s te bestrijden, aan de hand van een transparant en functioneel Europees 

bedrijvenregister. We scherpen de verplichtingen van grote bedrijven aan om publiekelijk te 

rapporteren over hun effectieve belastingafdrachten, economische activiteiten en subsidies in 

ieder land waar ze actief zijn, inclusief belastingparadijzen als Bermuda en de Kaaimaneilanden.

1.1.23 Belastingontduiking aanpakken. Er komen Europese regels waarmee het voor 

brievenbusfirma’s verboden wordt te profiteren van belastingconstructies die lidstaten 

aanbieden. Daarnaast maken we in Europees verband werk van een verbod op de trustsector, 

die belastingontwijking aantrekt en nauwelijks maatschappelijke meerwaarde heeft. De EU schaft 

alle belemmeringen voor lidstaten om op te treden tegen bedrijven zonder reële economische 

activiteit af. Banken, belastingadviseurs en andere instellingen die meewerken aan het faciliteren 

van witwassen, agressieve belastingontwijking en belastingontduiking door hun klanten 

krijgen sancties opgelegd. De EU zorgt voor minimumharmonisatie van een onvoorwaardelijke 

bronbelasting op dividend, rente en royalty’s.

1.1.24 Btw-herziening voor gezondheid en milieu. De Europese regels over btw worden 

drastisch herzien zodat lidstaten de vrijheid krijgen om niet de aankoop van goederen en 

diensten te belasten maar hun effect op het milieu, gezondheid en het gebruik van grondstoffen 

(onttrokken waarde). De btw moet verlaagd kunnen worden voor reparaties en hergebruikte 

goederen en materialen.

1.2 Sociale ecologische transitie

Klimaatbeleid versnellen

1.2.1 Klimaatneutraal in 2040. We maken de EU zo snel mogelijk klimaatneutraal. In 2035 

moet de Europese elektriciteitsvoorziening CO2-neutraal zijn en in 2040 moet de hele economie 

klimaatneutraal zijn. Dit vraagt om solidariteit met EU-landen die minder middelen tot hun 

beschikking hebben voor de transitie. Zij hebben Europese steun nodig om de vergroening van 

industrie, gebouwde omgeving, vervoer en landbouw te versnellen. De rijkste lidstaten, waaronder 

Nederland, dienen voorop te lopen: in 2030 moeten zij hun broeikasgasemissies met 65% 

verminderen.

1.2.2 Afschaffen fossiele subsidies. Fossiele subsidies van lidstaten faseren we uit, zodat 

ze in 2025 zijn afgeschaft. Alle andere milieuschadelijke subsidies faseren we uit voor 2027. Zo 

krijgen duurzame bedrijven een eerlijke kans. We leggen een bindend Europees tijdpad voor de 

afbouw vast. Daarbij houden we rekening met kwetsbare huishoudens en met het belang van 

elektrificatie van de industrie. We schonen de EU-begroting op: geen Europees geld meer naar 

fossiele infrastructuur, inclusief LNG-terminals. Uiterlijk in 2030 worden binnen het Europese CO2-

emissiehandelssysteem (ETS) geen gratis emissierechten meer verstrekt. Fossiele projecten van 

Europese bedrijven in het buitenland krijgen niet langer overheidssteun. Ook moeten Europese 

lidstaten een afbouwpad van nationale fossiele subsidies in hun klimaatplannen vastleggen.



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 28 Europese Parlementsverkiezingen 2024

1.2.3 CO2-opslag. We staan opslag en recycling van CO2 uitsluitend toe wanneer de uitstoot op 

korte termijn niet kan worden voorkomen – dus niet voor kolen- en gascentrales – of wanneer dit 

negatieve emissies oplevert. De vervuiler betaalt de opslag en recycling zelf.

1.2.4 Negatieve emissies. Methoden die CO2 uit de atmosfeer verwijderen mogen geen excuus 

vormen om fossiele brandstoffen te blijven verstoken. We leggen vast dat CO2-emissies binnen 

het ETS niet mogen worden gecompenseerd met negatieve emissies of met elders verworven 

emissierechten. Voor negatieve emissies stellen we een aparte regeling op, die een breed scala 

aan methoden voor CO2-verwijdering uit de atmosfeer bevordert zolang onze economie nog 

niet volledig circulair is. De regeling moet recht doen aan de risico’s en onzekerheden die alle 

methoden aankleven. Producenten van fossiele brandstoffen gaan meebetalen aan negatieve 

emissies, naar rato van hun historische emissies.

1.2.5 CO2-grensheffing. We sporen de rest van de wereld aan tot vermindering van 

broeikasgasemissies door een snelle implementatie van de CO2-grensheffing (CBAM) en 

uitbreiding van de sectoren die eronder vallen. Tegelijk ondersteunen we landen in het mondiale 

Zuiden bij het vergroenen van hun energievoorziening en industrie, onder meer via Just Energy 

Transition Partnerships.

Klimaatrechtvaardigheid

1.2.6 Sociaal Klimaatfonds. Om te zorgen dat iedereen mee kan in de transitie, breiden we het 

Sociaal Klimaatfonds fors uit. We stellen zeker dat de investeringen terechtkomen bij kwetsbare 

huishoudens, wijken en regio’s. Dit fonds willen we bijvoorbeeld inzetten voor de verduurzaming 

van huurwoningen en het openbaar vervoer, dat ook betaalbaar moet blijven. 

1.2.7 Werkgarantiefonds. De verantwoordelijkheid om werknemers die geraakt worden door de 

ecologische transitie te begeleiden van werk naar werk ligt in de eerste plaats bij hun werkgevers. 

Dit wordt vastgelegd in een sociaal plan: duidelijke afspraken met instemming van onafhankelijke 

vakbonden. Dit is een voorwaarde bij financiële steun aan bedrijven; zo nodig vorderen we 

subsidies terug. We nemen een overheidsaandeel in bedrijven als dat nodig is om de transitie te 

versnellen. Als laatste redmiddel voeren we een werkgarantiefonds in, dat werknemers in fossiele 

sectoren verzekert van omscholing en werk in duurzame sectoren – als dat onvoldoende lukt door 

werkgevers. Daartoe vullen we het Sociaal Klimaatfonds en het Eerlijke Transitiefonds aanzienlijk 

aan. Wie in de energietransitie werkt of zich ervoor laat (om)scholen, is zeker van goed werk. 

1.2.8 Isolatie-offensief. We starten een Europees isolatie-offensief dat lidstaten helpt de 

woningen te isoleren van mensen die dat zelf niet kunnen. Dit houdt in dat we woningcorporaties 

financieel ondersteunen bij de isolatie van huurwoningen, het plaatsen van zonnepanelen en de 

aanleg van duurzame warmtenetten.

1.2.9 Eerlijke transitie in de regio. We steunen regio’s die hard geraakt worden door het 

afbouwen van de fossiele industrie. Zij moeten kunnen bouwen aan een duurzame toekomst 

met het behoud van banen. We breiden daartoe het Eerlijke Transitiefonds uit en benutten de 

Structuurfondsen.

1.2.10 Internationale klimaatrechtvaardigheid. Wij willen alles op alles zetten om de doelen 

van het Klimaatakkoord van Parijs te halen, zodat de opwarming van de aarde beperkt blijft tot 

anderhalve graad. We nemen als EU het voortouw bij internationale klimaattoppen, bepalen 



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 29 Europese Parlementsverkiezingen 2024

onze onderhandelingsinzet bij meerderheid en spreken met één stem. We spelen een leidende 

rol bij klimaatfinanciering voor het mondiale Zuiden, waarmee deze landen hun uitstoot kunnen 

beperken en zich kunnen aanpassen aan klimaatverandering. We leveren ook een eerlijke 

bijdrage aan het schadefonds dat compensatie biedt aan landen die hard geraakt worden door 

de klimaatcrisis. We werken aan partnerschappen voor overdracht van technologie, kennis en 

financiële ondersteuning om landen in het mondiale Zuiden te ondersteunen bij de uitrol van 

hernieuwbare energie en bij het opvangen van de klappen van de klimaatcrisis.

1.2.11 Vergroening financiële sector. Te vaak nog zien financiële instellingen investeringen 

in hernieuwbare energie of duurzame landbouw als risicovoller dan investeringen in de fossiele 

economie. Ze staan met hun rug naar de toekomst. Daarom verplichten we banken, verzekeraars, 

pensioenfondsen en vermogensbeheerders om heldere strategieën te formuleren om de 

emissies die voortvloeien uit hun leningen en investeringen in lijn te brengen met de Europese 

klimaatdoelen. Er moeten volgend mandaat bindende regels komen om financiële instellingen 

aansprakelijk te houden voor schenden van klimaatnormen en mensenrechten. De wetgeving 

over internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen gaat ook gelden voor financiële 

instellingen.

1.2.12 Europese Investeringsbank. We maken de EIB tot dé bank voor de ecologische transitie. 

Deze bank stelt meer kapitaal beschikbaar voor groene investeringen tegen lage rente, ook 

aan burgercollectieven. Duurzaamheids- en transparantie-eisen voor financiële tussenpartijen 

scherpen we aan. Aan het EIB-besluit om geen subsidies meer te verlenen voor fossiele energie 

tornen we niet.

1.2.13 Aanpak overconsumptie. We pakken overconsumptie aan door herverdeling van inkomen 

en vermogen, maar ook door de verkoop van goederen en diensten met een grote ecologische 

voetafdruk te verminderen. We begrenzen overconsumptie met verplichte milieustandaarden 

voor producten (ecodesign), het verlengen van wettelijke garantie om consumptie te beperken en 

duurzamer ontwerp van producten te stimuleren en het verbieden van excessen als privéjets. 

1.2.14 Minder ongezonde reclame. We leggen commerciële reclame aan banden, te beginnen 

met een verbod op fossiele reclames en ongezonde zaken als (online) gokken, alcohol en 

fastfood. Illegale reclame op sociale media wordt aangepakt evenals influencers die bewust 

producten aanprijzen die de gezondheid van kinderen schaden.

Groene energie

1.2.15 Zuinig met energie. Besparing is uiteindelijk de meest duurzame klimaatmaatregel, want 

wat je niet gebruikt, hoef je niet op te wekken. Energiebesparing krijgt de hoogste prioriteit in het 

Europese klimaat- en energiebeleid. We helpen huishoudens om energie te besparen en brengen 

door te verduurzamen hun energierekening naar beneden. In 2040 is het energiegebruik van de 

EU 50% efficiënter dan in 2019.

1.2.16 Energiezuinige apparaten. We gaan voortvarend door met de aanscherping van normen 

voor het energiegebruik van apparaten (ecodesign). De zuinigste technologie wordt de nieuwe 

norm. De meest verspillende apparaten verdwijnen hierdoor van de markt.

1.2.17 Zuinig met data en rekenkracht. We stellen strenge eisen aan datacentra om een zuinig 

gebruik van stroom, grondstoffen, water en ruimte af te dwingen en hergebruik van restwarmte te 



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 30 Europese Parlementsverkiezingen 2024

bevorderen. Er komen duurzaamheidsstandaarden voor digitale toepassingen, om te voorkomen 

dat de groei van datacentra door het dak gaat. Nieuwe ecodesignregels leggen het gebruik van 

data en rekenkracht voor kunstmatige intelligentie (AI), online advertenties, video’s en games, 

slimme apparaten, software en cryptomunten aan banden. We bevorderen de ontwikkeling 

van ultra-efficiënte chips en halfgeleiders, maar nieuwe toepassingen mogen niet leiden tot 

een explosie van energie- en grondstoffenverbruik. Ook krijgen ICT-producten een verplicht 

milieulabel.

1.2.18 Zon op dak. We zien erop toe dat de lidstaten het opwekken van de productie van 

hernieuwbare energie door huishoudens (blijven) stimuleren, met speciale aandacht voor 

huurwoningen, hoogbouw en lage inkomens.

1.2.19 Wind op zee. Nieuwe projecten voor wind op zee krijgen meer zekerheid dankzij contracts 

for difference, die bescherming bieden tegen zowel verliesgevende exploitatie als overwinsten.

1.2.20 Energiedemocratie. Ter versterking van energiedemocratie zorgen we ervoor dat 

lidstaten het mogelijk maken voor omwonenden en energiecoöperaties en -gemeenschappen 

om te participeren in alle grote projecten voor opwekking van hernieuwbare energie. Coöperaties 

kunnen mee investeren in wind op zee.

1.2.21 Supernet. We werken verder aan de versterking van de verbindingen tussen nationale 

stroomnetten, op land en op de Noordzee, om zo efficiënt mogelijk gebruik te maken van de 

opgewekte groene stroom. We versnellen de vergunningsprocedures voor supranationale 

infrastructuurprojecten zoals NorthSeaGrid. Zo ontstaat een Europees supernet voor groene 

stroom. De Europese Commissie moet meer doorzettingsmacht krijgen wanneer landen 

verbindingen van Europees belang blokkeren. 

1.2.22 Energie slim gebruiken. Om onnodige investeringen in transport en opslag van stroom 

te voorkomen, bevordert de EU het combineren van wind en zon, opwekking van stroom nabij 

verbruik, het delen van stroom binnen energy hubs en coöperaties en flexibilisering van de vraag 

– met bescherming van kwetsbare consumenten. Omwonenden profiteren verplicht mee van 

energieopbrengsten uit de windmolens.

1.2.23 Interoperabiliteit. Er komen open standaarden voor flexibiliteitsdiensten. De 

interoperabiliteit van apparaten die een flexibele stroomvraag kunnen leveren wordt 

gegarandeerd, evenals de privacy en autonomie van betrokken huishoudens.

1.2.24 Natuurversterkende maatregelen. We bevorderen dat energieprojecten, waaronder de 

aanleg van energie-infrastructuur, gepaard gaan met natuurversterkende maatregelen.

1.2.25 Groene waterstof. Voor een klimaatneutrale industrie en het verduurzamen van lucht- en 

scheepvaart is groene waterstof onmisbaar. We stimuleren de productie van groene waterstof, 

onder voorwaarden. Voor het gebruik van groene waterstof gaat een waterstofladder gelden, die 

voorrang geeft aan toepassingen waarvoor geen duurzaam alternatief – zoals directe elektrificatie 

– bestaat. Alleen onmisbare toepassingen mogen subsidie ontvangen.

1.2.26 Duurzame import. We stellen duurzaamheidseisen aan de import van groene stroom 

en groene waterstof. De productie in derde landen moet ook ten goede komen aan de 

lokale energievoorziening en industrie. De bouw van wind- en zonneparken en electrolysers 



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 31 Europese Parlementsverkiezingen 2024

mag niet leiden tot landroof, biodiversiteitsverlies, waterschaarste of -vervuiling, uitbuiting, 

mensenrechtenschendingen, belastingontwijking of corruptie.

1.2.27 Kolencentrales sluiten. Uiterlijk in 2030 zijn alle kolencentrales in de EU dicht. De 

emissierechten van deze centrales worden geschrapt. In 2040 gebruiken we geen fossiele 

brandstoffen meer. De Europese Commissie moet EU-landen dwingen om een plan op te stellen 

voor afbouw van de winning, met een einddatum voor vergunningen.

1.2.28 Strikte eisen voor bio-energie. We scherpen de regels voor bio-energie aan. 

Biomassa mag alleen verbrand worden als het gaat om reststromen waar geen hoogwaardiger 

toepassing voor is (cascadering). De verbranding van houtige biomassa mag niet langer worden 

gesubsidieerd en niet langer meetellen als hernieuwbare energie. Import van biomassa voor 

energieopwekking verbieden we. Als extra stimulans voor een hoogwaardige toepassing 

van biogrondstoffen komt er voor grote installaties die veel biogene CO2 uitstoten een 

verplichting om CO2 op te slaan. Dit geldt voor onder meer afvalverbrandingsinstallaties, 

biobrandstofraffinaderijen en bio-energiecentrales.

1.2.29 Geen geld voor kerncentrales. De EU biedt geen financiering voor de bouw van 

kerncentrales. Er komen duidelijke afspraken over het reserveren van voldoende geld voor 

de ontmanteling van centrales aan het eind van hun levensduur. Radioactief afval wordt niet 

geëxporteerd naar of geïmporteerd uit landen buiten de EU.

1.2.30 Opzeggen Energiehandvest. We stappen als EU uit het Energiehandvestverdrag, dat 

fossiele investeringen beschermt, en neutraliseren doorlopende schadeclaims van bedrijven.

1.2.31 Verdrag tegen fossiele brandstoffen. We zetten ons ervoor in dat de EU zich aansluit bij 

het Fossil Fuel Non-Proliferation Pact.

1.3 Groene en sociale industriepolitiek

Industriepolitiek

1.3.1 Groene en sociale industriepolitiek. We ondersteunen de opbouw van groene industrieën 

om het Europese verdienmodel van de toekomst veilig te stellen. Dat geldt onder meer voor de 

productie van (circulaire) zonnepanelen, warmtepompen, batterijen en andere hoogwaardige 

technologische producten voor de energietransitie. Voor de opschaling van deze technologieën 

is investeringszekerheid op lange termijn cruciaal. Daarom bieden we helderheid over de doelen 

en het beleid dat daarbij hoort en nemen we overbodige regels weg. Tegelijk werken we aan de 

verduurzaming of afbouw van vervuilende sectoren, zoals de staal-, kunstmest- en bio-industrie. 

Dat is ook goed voor volksgezondheid en dierenwelzijn. Aan publieke financiering stellen we 

strikte voorwaarden: ondersteuning moet leiden tot structurele werkgelegenheid waar vakmensen 

een zeker inkomen mee kunnen verdienen; ook afrekenbare klimaatplannen zijn hier onderdeel 

van. 

1.3.2 Europese regie. We voeren op Europees niveau de regie over de industriepolitiek, op 

basis van ecologische, sociale en ruimtelijke criteria en in samenwerking met sociale partners. 

Zo voorkomen we dat elk land zijn eigen groene staalfabriek of batterijfabriek bouwt. Maar 

ook dat elk land zijn eigen industrie, ook als deze geen toekomst meer heeft, koste wat kost 

wil beschermen. De toenemende nationale staatssteun vergroot momenteel verschillen binnen 



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 32 Europese Parlementsverkiezingen 2024

Europa en komt nu vooral terecht bij vervuilende bedrijven. De beschikbaarheid van hernieuwbare 

energie, van secundaire of hernieuwbare grondstoffen en van ruimte in het licht van natuurherstel 

en zeespiegelstijging, alsmede de verdeling van werk en welvaart, wordt medebepalend voor de 

vestiging van industrie en de toelaatbaarheid van staatssteun. De Europese regie omvat ook de 

investeringen in infrastructuur voor transport en opslag van elektriciteit en waterstof. 

Ondernemen voor meer dan winst

1.3.3 Democratisering economie. Wij voeren een ander bestuursmodel voor bedrijven in, dat 

zich niet langer richt op aandeelhouderswaarde, maar op maatschappelijke en ecologische 

waarde. Daartoe krijgen alle stakeholders - van werknemers en consumenten tot omwonenden en 

de natuur - een formele stem of rol in het ondernemingsbestuur, via de Raad van Commissarissen 

of aandeelhouderschap. We stimuleren innovatieve bedrijfsmodellen, zoals coöperaties, waar 

deelnemers het beleid bepalen. 

1.3.4 Ruim baan voor burgercollectieven. We maken de EU tot bondgenoot van 

burgers die de schouders zetten onder de ecologische transitie. In lijn met de wetgeving 

over energiegemeenschappen verplichten we lidstaten om ruim baan te geven aan 

burgercollectieven, van mobiliteits- tot voedselcoöperaties. We herzien interne marktregels, 

waaronder aanbestedingsregels, die de ontwikkeling van nieuw gemeengoed en publiek-civiele 

samenwerking in de weg zitten. 

1.3.5 Aandeelhouderschap. We nemen maatregelen die langetermijnaandeelhouderschap 

stimuleren. Zo voert de EU een belasting in op financiële transacties, die speculatieve handel 

tegengaat en geduldig beleggen stimuleert. De snelle verkoop van aandelen wordt extra belast, 

net als de inkoop van eigen aandelen, terwijl de verkoop van aandelen na een langere tijd lager 

wordt belast. Langetermijnaandeelhouders krijgen een zwaardere stem en loyaliteitsdividend. 

Grote institutionele aandeelhouders en vermogensbeheerders worden verplicht om naast positief 

rendement ook een positieve impact van hun beleggingen op de maatschappij na te streven. De 

transparantie over stemgedrag van aandeelhouders wordt vergroot. 

1.3.6 We delen de winst. Werkenden creëren de winsten van bedrijven. Daarom voeren we voor 

bedrijven met meer dan honderd werknemers een winstdelingsregeling in die we koppelen aan de 

winstuitkering voor aandeelhouders: hoe hoger de uitkering voor aandeelhouders, hoe hoger de 

uitkering voor werkenden.

1.3.7 Topinkomens. Werkgevers en werknemers maken in het ondernemingsbestuur afspraken 

over de hoogte van eventuele bonussen en de maximaal toelaatbare inkomensverschillen 

binnen de onderneming. Beloningen voor managers worden gekoppeld aan het behalen van 

duurzaamheidsdoelen. De Europese regelgeving ten aanzien van bonussen wordt afgestemd op 

het Nederlandse niveau voor de financiële sector van maximaal 20% van het vaste salaris.

1.3.8 Machtsposities en consumentenwelzijn. In het mededingingsrecht is consumentenwelzijn 

leidend, maar dit wordt nu te nauw geïnterpreteerd. Voortaan, bijvoorbeeld bij overnames en 

machtsconcentraties, toetsen we consumentenwelzijn niet langer alleen maar aan effecten op de 

laagste prijs, maar ook aan andere maatschappelijke effecten, zoals het effect op duurzaamheid, 

keuzevrijheid, privacy, de mate van concurrentie binnen een markt en mediavrijheid. De Europese 

Commissie en nationale handhavers krijgen meer mogelijkheden om agressieve overnames tegen 

te gaan en in te grijpen als bedrijven een dominante positie gebruiken om nieuwe markten te 

betreden.



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 33 Europese Parlementsverkiezingen 2024

1.3.9 Macht breken. Als een bedrijf een te grote machtspositie heeft, moet de Europese 

Commissie strenger op kunnen treden en de huidige structuren die machtsposities in de hand 

werken open kunnen breken, bijvoorbeeld met verplichte interoperabiliteit, het vrijgeven van 

patenten, verplichte optie tot behoud van bankrekeningnummer, of het verplicht delen van niet-

persoonlijke data. De Europese Commissie moet, waar nodig, bedrijven kunnen opbreken.

Grondstoffen in kringloop houden

1.3.10 Circulair Europa. We maken de EU tot koploper in circulariteit. In 2050 hebben we 

een volledig circulaire economie. Met het sluiten van kringlopen sparen we grondstoffen 

en energie, beschermen we de biodiversiteit binnen en buiten Europa, verminderen we de 

importafhankelijkheid van de EU, dringen we vervuiling terug en brengen we klimaatneutraliteit 

dichterbij.

1.3.11 Weg van de wegwerpeconomie. In het grondstoffenbeleid zetten we het afzien 

van producten voorop, gevolgd door intensiever gebruik (delen), verbetering van de 

materiaalefficiëntie, verlenging van de levensduur, hergebruik, reparatie en recycling.

1.3.12 Ecodesign voor circulariteit. Op basis van de nieuwe wetgeving over ecologisch 

ontwerp stellen we voorschriften op voor alle producten die gemaakt of verkocht worden in de 

EU. Ecodesign omvat onder meer het uitfaseren van giftige stoffen; het vervangen van schaarse 

door meer gangbare grondstoffen; het gebruik van een oplopend percentage gerecyclede 

grondstoffen; een verplichte minimum levensduur en een verbod op geplande veroudering; 

repareerbaarheid en recyclebaarheid.

1.3.13 Strengere regels voor chemicaliën. De Europese wetgeving over chemicaliën wordt 

aangescherpt: bedrijven mogen stoffen pas gebruiken of op de markt brengen als zij vooraf 

aantonen dat deze veilig zijn voor mens en natuur. PFAS worden onmiddellijk verboden, andere 

onafbreekbare giftige stoffen op korte termijn. We beschermen werknemers beter tegen het 

werken met gevaarlijke stoffen. Milieu-, gezondheids- of financiële schade aangericht door illegale 

dumpingen of uitstoot van PFAS wordt verhaald op de vervuiler.

1.3.14 Minder microplastics. Ecodesignvoorschriften stellen een strenge limiet aan het vrijkomen 

van microplastics uit kleding. Daarmee wordt het gebruik van synthetisch textiel afgeremd. In 

nieuwe wasmachines worden filters die microplastics opvangen verplicht. Er komt een verbod op 

microplastics in alle cosmetica en schoonmaakmiddelen.

1.3.15 Kritieke grondstoffen. Op kritieke grondstoffen, die schaars maar onmisbaar zijn, zijn we 

extra zuinig. We diversifiëren de toeleveringsketens van deze grondstoffen en zien streng toe op 

maatschappelijk verantwoord ondernemen.

1.3.16 Metaalmijnbouw. De energietransitie vraagt veel metalen. We zorgen ervoor dat de 

bedrijven die deze metalen winnen en importeren hun zorgplicht voor mens en natuur (gaan) 

naleven. Daarbij hoort dat lokale gemeenschappen zeggenschap krijgen en baat hebben bij 

mijnbouw. Dat geldt ook voor de winning van kritieke metalen in Europa. We dragen zorg voor 

veilige arbeidsomstandigheden. Mijnbouwmachines worden uitstootvrij. 

1.3.17 Biogrondstoffen. We geven sturing aan de biobased economy. Fossiele en andere eindige 

grondstoffen worden zoveel mogelijk vervangen door duurzame plantaardige alternatieven, 

zonder de voedselvoorziening in gevaar te brengen. Hoogwaardige toepassingen van 

biogrondstoffen hebben voorrang boven het gebruik als energiebron.



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 34 Europese Parlementsverkiezingen 2024

1.3.18 Circulair en biobased bouwen. We stimuleren circulair en biobased bouwen. We 

ondersteunen de opschaling van de productie van biomaterialen voor isolatie van woningen. 

We stellen een maximum aan de materiaalgebonden CO2-uitstoot van nieuwbouw, waardoor 

hergebruik van materialen en de toepassing van biobased materialen een impuls krijgen. 

Gebouwen krijgen een materialenpaspoort om hergebruik te vergemakkelijken.

1.3.19 Einde aan fast fashion, wegwerpelektronica en wegwerpplastic. Om te bevorderen 

dat producten zoals kleding, meubels en elektronica van goede kwaliteit zijn en lang meegaan, 

verlengen we garantietermijnen en maken we het voor consumenten gemakkelijker om hun recht 

op garantie uit te oefenen. Reparatie heeft de voorkeur boven vervanging. Ook breiden we het 

verbod op plastic wegwerpartikelen uit.

1.3.20 Recht op reparatie. De EU voert het afgesproken recht op reparatie in en breidt het recht 

uit naar meer producten. Een reparatiescore voor producten stelt consumenten in staat duurzame 

keuzes te maken. Consumenten moeten dit recht in de praktijk snel en eenvoudig kunnen 

opeisen. Na afloop van de garantie moet reparatie betaalbaar zijn. Daartoe bevorderen we dat 

lidstaten de btw op reparaties verlagen.

1.3.21 Mondiaal plasticverdrag. We ijveren voor een mondiaal plasticverdrag dat de productie 

van plastic aan banden legt, de toepassingen ervan beperkt en een eind maakt aan vervuiling 

door plastic.

1.3.22 Steun voor circulaire koplopers. Afval dat geschikt is voor recycling mag niet langer 

gestort of verbrand worden. We geven meer steun aan circulaire koplopers bij kennisuitwisseling, 

het samenwerken in circulaire ketens en het verkrijgen van de einde-afvalstatus voor grondstoffen 

die op veilige wijze hergebruikt of gerecycled kunnen worden.

1.3.23 Verantwoordelijkheid producenten. De uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, 

die fabrikanten en importeurs verantwoordelijk maakt voor inzameling en recycling van 

afgedankte producten, wordt verbreed naar onder meer kleding en meubels. Inzamelings- en 

recyclingdoelen worden stapsgewijs aangescherpt; ze mogen hergebruik niet in de weg staan. 

Gemeenten, reparatie- en recyclingbedrijven en ngo’s krijgen een stem in de organisaties voor 

uitgebreide producentenverantwoordelijkheid. 

1.3.24 Milieulabel. Consumenten dienen volledig geïnformeerd te worden over de milieu-impact 

van producten met een verplicht milieulabel. Hiervoor wordt de product-milieuvoetafdruk (PEF) de 

standaard. Voor producten waar de PEF niet op van toepassing is, komt de Europese Commissie 

met standaarden per productcategorie. 

1.3.25 Retourpremie. Er komt een retourpremie voor alle elektronica, inclusief batterijen, en voor 

kleding.

1.3.26 Stop afvalexport. We stoppen met de export van afval naar landen buiten de EU.

1.3.27 Diepzeemijnbouw op pauze. We maken ons sterk voor een internationaal moratorium op 

diepzeemijnbouw zolang de effecten daarvan onvoldoende zijn onderzocht. Eerst moet worden 

aangetoond dat delfstoffenwinning op de oceaanbodem samen kan gaan met de effectieve 

bescherming van het milieu, de biodiversiteit en de koolstofopslag van de oceanen.



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 35 Europese Parlementsverkiezingen 2024

1.4 Europees investeren in een schone, sociale en veilige toekomst

Een stabiele en duurzame financiële sector

1.4.1 Bankenunie. Spaargeld moet veilig zijn. Een volwaardige bankenunie maakt het financiële 

systeem weerbaarder en is belangrijk voor de stabiliteit van de eurozone. Banken moeten 

substantieel meer eigen vermogen aanhouden ten opzichte van leningen die ze verstrekken, 

en zich via een Europees depositogarantiestelsel verzekeren tegen bankruns. Zo draait de 

bankensector zelf op voor mogelijke verliezen en faillissement en wordt spaargeld veiliggesteld. 

Om te voorkomen dat problemen in de bankensector overslaan op de overheidsfinanciën van 

eurolanden en dat banken elkaar in een economische val meesleuren, pakken we blootstellingen 

aan nationale obligaties op bankbalansen aan. Banken moeten bij wanbeheer worden afgerekend 

op hun beleid, niet op in welk land ze gevestigd zijn.

1.4.2 Stabiele euro. In onzekere tijden hebben we een stabiele euro meer dan ooit nodig. Met 

een slagvaardige, eigentijdse EU-begroting zijn we beter in staat om de klappen van toekomstige 

crisis op te vangen. We moeten de muntunie ook versterken door ons meer gezamenlijk te 

beschermen tegen financiële crises. Een Europees depositogarantiestelsel moet voorkomen dat 

falende banken hele landen meesleuren in hun val en speculanten gaan gokken op een scheuring 

in de eurozone.

1.4.3 Too big to fail aanpakken. We zorgen ervoor dat banken niet langer too big to fail zijn, 

waardoor ze onbeheersbare risico’s voor de financiële stabiliteit vormen. Falende banken 

worden in principe afgewikkeld. We stimuleren concurrentie tussen banken, grote banken 

worden opgeknipt en er komt een scheiding tussen de nutsactiviteiten van banken en risicovolle 

handelsactiviteiten. Zo verminderen we risico’s en kan de bankensector economische klappen zelf 

opvangen, in plaats van dat de belastingbetaler daarvoor moet opdraaien.

1.4.4 Spaarders profiteren van renteverhoging. We voeren een extra bankenbelasting in voor 

bankenwinsten die uitsluitend doorschuiven naar aandeelhouders en spaarders niet mee laten 

profiteren. Ook moeten belastingbetalers meeprofiteren van de grote meevallers die banken innen 

door rentebeleid van de Europese Centrale Bank (ECB). Door de hoge rentestanden keerde de 

ECB in 2023 een bedrag van naar schatting 146 miljard euro uit aan commerciële banken. Dit 

gaat indirect ten koste van de belastingbetaler, omdat de ECB normaal winsten aan nationale 

schatkisten uitkeert. We stoppen deze subsidiestroom door de drempel van niet-vergoede 

reserves voor banken flink te verhogen.

1.4.5 Groene rente. Bij renteverhogingen door de ECB worden groene investeringen, zoals in 

zonne-energie, warmtepompen en aardwarmte, duurder en dus disproportioneel hard afgeremd. 

Dit brengt de groene transitie en daarmee de prijsstabiliteit in gevaar. De ECB mag groene activa 

bevoordelen in het monetair beleid als dit past binnen het doel om inflatie rond de 2% te houden. 

Daarom maakt de ECB, waar nodig, onderscheid tussen de algemene rente en een specifieke 

groene rente voor duurzame investeringen. De ECB komt zijn verplichtingen onder het Europees 

Verdrag en het Klimaatakkoord van Parijs na en stopt haar steun aan fossiele activiteiten.

1.4.6 Bescherming voor consumenten. Voor particuliere beleggers moeten 

investeringsadviezen altijd in openheid en zonder belangenverstrengeling verstrekt worden. 

Toezichthouders onderwerpen nieuwe financiële producten aan een risicotoets, waaronder 

een begrijpelijkheidstoets voor consumenten. De overstap tussen banken moet makkelijker 



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 36 Europese Parlementsverkiezingen 2024

worden gemaakt. Online advertenties voor investeringen, financiële producten en praktijken van 

finfluencers, zoals piramidespelen, worden strenger aangepakt en aan banden gelegd.

1.4.7 Duurzame investeringen. Om consumentenvertrouwen in duurzaam beleggen te 

versterken, om de Europese kapitaalmarktunie voor duurzaam beleggen te verdiepen en om geld 

te mobiliseren voor de groene transitie, handhaven we strenge Europese criteria voordat financiële 

producten als ‘duurzaam’ in de markt worden gezet. Gas en kernenergie mogen niet langer als 

duurzaam worden bestempeld. Bovendien komen er definities voor niet-duurzame investeringen. 

Op basis daarvan neemt de EU maatregelen om de financiering van niet-duurzame investeringen 

af te bouwen. Iedere euro die financiële instellingen in fossiele investeringen of leningen steken 

moet met 100% kapitaal gedekt zijn, zodat de echte kosten en risico’s van investeringen in een 

onleefbare planeet voelbaar worden bij investeerders.

1.4.8 Digitale euro. De EU garandeert het voortbestaan van cash geld. Daarnaast voert de EU 

de digitale euro in, die een publiek betaalsysteem biedt als alternatief voor private initiatieven als 

bitcoin en stablecoins en voor private commerciële banken, zowel voor betaalverkeer als voor het 

stallen van geld. De EU zorgt ervoor dat het gebruik van de digitale euro voor burgers veilig, gratis 

en universeel toegankelijk is. Dit systeem moet aan strenge eisen voldoen als het gaat om privacy, 

toegankelijkheid en democratische inspraak.

1.4.9 Verantwoording ECB. De ECB is onafhankelijk maar legt beter verantwoording af over de 

invulling van haar mandaat om prijsstabiliteit te garanderen en het EU-beleid te ondersteunen. 

Zij gaat impactanalyses publiceren van verstrekkende monetaire besluiten en meer toegang 

verschaffen tot vertrouwelijke ECB-documenten, en biedt zo het Europees Parlement en 

onafhankelijke partijen de mogelijkheid om monetair beleid te evalueren.

1.4.10 Kapitaalmarktunie reguleren. We voltooien de kapitaalmarktunie. De Europese 

toezichthouder (ESMA) krijgt meer bevoegdheden. We dichten gaten in het reguleren van de 

kapitaalmarkt, zeker als het gaat om het onderwaarderen van klimaatrisico’s en in gevallen 

waar niet-banken onder lichtere regels en toezicht bancaire taken uitvoeren (shadow banking). 

Ook moet binnen de kapitaalmarktunie de vooringenomenheid voor schuldfinanciering boven 

financiering uit eigen middelen (debt-equity bias) worden aangepakt.

1.4.11 Cryptomunten. Cryptomunten moeten aan strenge regulering onderhevig zijn. Banken 

moeten voldoende geld aanhouden om de risico’s van crypto-assets te dekken. De energie-

uitstoot van crypto is excessief en moet stevig aan banden worden gelegd.

Begrotingsregels

1.4.12 Begrotingsregels voor welzijn en veerkracht. Voor een toekomstbestendige economie 

krijgen lidstaten de ruimte om te investeren in hun publieke en sociale voorzieningen en in de 

ecologische transitie, om de economie van een land te versterken en toekomstbestendig te 

maken. We zorgen voor beheerste ontwikkeling van schuld met meer ruimte voor publieke 

investeringen. Begrotingsregels en nationale hervormingsprogramma’s worden, naast 

schuldhoudbaarheid, sterker gebaseerd op indicatoren als welzijn, sociale voorzieningen, 

planetaire grenzen, zorg, onderwijs en een rechtvaardige klimaattransitie. Het sturen op een laag 

tekort werkt onnodig procyclisch. Bij het bepalen van schuldhoudbaarheid wordt de lange termijn 

sterker meegenomen en meer gekeken naar de inkomsten en investeringen in de maatschappij, in 

plaats van verwoestende bezuinigingen. Daarnaast worden klimaat- en duurzaamheidsrisico’s in 

de schuldhoudbaarheid meegewogen.



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 37 Europese Parlementsverkiezingen 2024

1.4.13 Sociale rechten in de begrotingsregels. De 20 principes van de Europese Pijler voor 

Sociale Rechten (EPSR) en de doelstellingen van het actieplan worden volledig geïntegreerd als 

doelen in de nieuwe begrotingsregels. De Europese Commissie doet een grondige evaluatie van 

de voortgang van de lidstaten. Meer structureel maakt de Commissie de Sociale Pijler onderdeel 

van de landenspecifieke aanbevelingen en moet het ‘kader voor sociale convergentie’ ervoor 

zorgen dat sociaal beleid op gelijke voet komt met de economische en fiscale doelstellingen van 

het begrotingsbeleid.

1.4.14 Een slagvaardige EU-begroting. De EU-begroting stelt ons in staat te reageren op grote 

overkoepelende uitdagingen. We breiden daarom de slagkracht van de EU-begroting uit. De 

Europese meerjarenbegroting (MFK) moet gemoderniseerd, herschikt en verhoogd worden om 

de EU socialer, duurzamer en strategisch onafhankelijker te maken. Er moet een verschuiving 

plaatsvinden van de oude cohesie- en landbouwfondsen naar toekomstgericht beleid, met het 

zwaartepunt op klimaat, innovatie en bestaanszekerheid. Hierbij wordt het innovatiebudget 

verdrievoudigd.

1.4.15 Een EU-begroting met eigen inkomsten. Een grotere EU-begroting moet uit meer eigen 

inkomsten bestaan, niet alleen uit hogere nationale bijdragen. Deze eigen inkomsten kunnen 

bijvoorbeeld bestaan uit het belasten van vervuiling, het belasten van overwinsten, een digitale 

dienstenbelasting, een financiële transactietaks of een ‘interne-marktheffing’ voor de allergrootste 

bedrijven. Die eigen middelen zoeken we dus niet direct bij de individuele belastingbetaler, maar 

bij partijen die het meeste voordeel halen uit Europese samenwerking: multinationale bedrijven.

1.4.16 Strategische en crisisbestendige investeringen. We bouwen voort op het succes 

van het Europees Herstelfonds (herstel- en veerkrachtfaciliteit of RRF) en de Europese 

werkloosheidsverzekering (SURE), waarbij Europees geld lidstaten de ruimte geeft om groene, 

digitale, sociale en geopolitieke investeringen te doen. Deze programma’s waren essentieel 

als antwoord op de coronacrisis en verdienen opvolging. We richten daarom een permanent 

Europees investeringsfonds op met bindende voorwaarden om de transitie te versnellen, stabiliteit 

en solidariteit te waarborgen en om toekomstige crises op te vangen. Dit wordt bij voorkeur 

ingebed in de EU-begroting. We steunen gezamenlijke Europese leningen om de slagkracht van 

deze fondsen te verhogen. Respect voor de rechtsstaat en duurzame hervormingen zijn een 

voorwaarde voor financiële steun, net als sterke groene en sociale waarborgen. Het Europees 

Parlement krijgt een toezichthoudersrol over de uitgaven. Nu zijn lidstaten grotendeels zelf 

verantwoordelijk: een slager die zijn eigen vlees keurt.

1.4.17 Strenge voorwaarden voor publiek geld. Voor alle bestedingen van publiek geld, of het 

nu gaat om staatssteun van landen of EU-subsidies, gaan strenge voorwaarden gelden op gebied 

van mensenrechten, duurzaamheid, sociale rechten en werknemersrechten voor zowel lidstaten 

als bedrijven. Waar bedrijven met EU-subsidies zich niet aan de voorwaarden blijken te houden, 

worden deze subsidies stopgezet. Als bedrijven met subsidies en dus belastinggeld binnen vijf 

jaar substantiële winsten maken of zich niet houden aan de vooraf gestelde voorwaarden, betalen 

zij op basis daarvan de subsidie geheel of deels terug. 

1.4.18 Sturende publieke aanbestedingen. Publiek geld moet gaan naar de beste optie, niet 

alleen de goedkoopste. We herzien de Europese aanbestedingsrichtlijn, zodat onder andere 

sociale, duurzaamheids-, en privacyfactoren strikte voorwaarden zijn. Ook moet strategische 

autonomie kunnen worden meegenomen in afwegingen, in plaats van alleen de laagste prijs. Dit 

soort criteria gaat voortaan ook gelden voor sectoren waar nu een licht regime voor geldt, zoals 



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 38 Europese Parlementsverkiezingen 2024

de zorg. Minimumcriteria, zoals de aanwezigheid van een cao, fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden, 

klimaatneutrale projecten, eigen controle over infrastructuren en het voldoen aan milieunormen 

kunnen daarbij worden gehanteerd. De voorwaarden bij overheidsaanbestedingen en -inkoop 

lopen in de tijd op en houden rekening met de omvang van de meedingende bedrijven. Zo 

steunen we koplopers in de groene welzijnseconomie.

1.4.19 Aanmelden voor investeringen. We versimpelen het aanvragen van steun uit innovatie- 

en onderzoeksprogramma’s. Zo kunnen burgercoöperaties, mkb en familiebedrijven makkelijker 

deelnemen aan Europese programma’s.

1.4.20 Investeren in een groene toekomst. Minstens de helft van de EU-begroting moet 

ten goede komen aan duurzame investeringen en het op een rechtvaardige manier behalen 

van de doelen van het Klimaatverdrag en biodiversiteitsafspraken. Daarvoor moderniseren en 

verduurzamen we onder andere het Europees landbouwbeleid en investeren we in duurzame 

energie, in het isoleren van huizen in heel Europa en in onderzoek en innovatie. Gezamenlijke 

Europese investeringen en de EU-begroting moeten consistent zijn met het Klimaatakkoord van 

Parijs.

1.4.21 Investeren in innovatie. We doen grootschalige investeringen in innovatie. De EU 

formuleert publieke doelen, zoals de duurzame energietransitie, een circulaire economie, 

betaalbare medicijnen en ethische en veilige technologie en digitale infrastructuur, die richting 

geven aan onderzoek en innovatie. De EU bouwt actief aan publiek-private partnerschappen 

en clusters, zoals rond Leuven en Eindhoven, voor optimale baten voor zowel bedrijven als de 

maatschappij bij investeringen in innovatie.

1.5 Natuurherstel en eerlijk en gezond voedsel voor iedereen

1.5.1 Circulair voedselsysteem. We vormen het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 

van de EU om tot een Gemeenschappelijk Voedselbeleid. Daarbij zetten we alle Europese 

beleidsinstrumenten in om te bouwen aan een circulair voedselsysteem dat ecologische grenzen 

respecteert, bodemkwaliteit en biodiversiteit verbetert, anticipeert op klimaatverandering, 

dierenwelzijn waarborgt, de eiwittransitie versnelt, gezond en betaalbaar voedsel biedt aan 

consumenten, goed werk en een eerlijke beloning oplevert voor duurzame en biologische 

boeren en bijdraagt aan de ontwikkeling van plattelandsgebieden. Het is belangrijk dat de 

landbouwtransitie in krimpgebieden gepaard gaat met investeringen in de leefbaarheid door 

gebruik te maken van de juiste Europese cohesiefondsen. Zo blijft het leven op het platteland 

aantrekkelijk voor komende generaties.

1.5.2 Gezond en betaalbaar eten. Het Gemeenschappelijk Voedselbeleid stelt nationale 

en lokale overheden in staat om te werken aan een gezonde voedselomgeving. Van goed en 

betaalbaar eten maken we een basisvoorziening, in lijn met initiatieven zoals de Volkskantine, 

waar mensen biologische en verse gerechten kopen tegen snackbarprijzen. Overheden mogen 

supermarkten verplichten om hun aanbod in overeenstemming te brengen met wetenschappelijke 

richtsnoeren voor gezonde en duurzame voeding.

1.5.3 Gezonde en duurzame voedselkeuze. Een Europees voedselkeuzelogo zoals de Nutri-

Score moet de keuze van consumenten voor gezonde en duurzame productgroepen bevorderen. 



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 39 Europese Parlementsverkiezingen 2024

1.5.4 Minder voedselverspilling. In 2030 wordt in de EU 50% minder voedsel verspild. Dat 

vraagt om actie in de hele keten, met specifieke doelen voor landbouw, voedselverwerkers, 

supermarkten, restaurants en huishoudens, alsook goede monitoring van de voortgang. 

Consumenten krijgen betere informatie over houdbaarheidsdata en duidelijker bewaaradvies op 

verpakkingen.

1.5.5 Vergroenen landbouwsubsidies. Vervuilende landbouwsubsidies nemen we op de schop. 

We vervangen de huidige inkomenssteun aan boeren door steun aan biologische, natuurinclusieve 

en dierwaardige kringlooplandbouw, beloningen voor de maatschappelijke diensten die boeren 

leveren en ondersteuning van een gezonde voedselomgeving. De beloning voor diensten zoals 

natuurbeheer, landschapsonderhoud en waterberging moet toereikend zijn en worden vastgelegd 

in langjarige contracten, die meer zekerheid bieden voor boeren en natuur. We zien erop toe dat 

lidstaten bij de toekenning van subsidies controleren of werknemers volgens de cao worden 

betaald en sociale premies worden afgedragen.

1.5.6 Duurzaamheidslabel. De EU stelt normen op voor natuurinclusieve en dierwaardige 

kringlooplandbouw. Deze vormen de grondslag voor een duurzaamheidslabel, naast het 

biolabel. De normen omvatten een afstandsnorm voor de herkomst van de reststromen 

waarmee landbouwdieren worden gevoerd. Deze reststromen komen uit de landbouw, 

voedingsmiddelenindustrie of landschapsonderhoud in de regio, niet van buiten de EU. Daarmee 

wordt ook het stikstofoverschot teruggedrongen.

1.5.7 Eerlijke prijzen voor eerlijk voedsel. We zetten supermarkten in beweging om een 

oplopend percentage producten uit biologische landbouw en andere vormen van duurzaam 

geproduceerd voedsel te verkopen. Lange termijn prijsafspraken moeten meer zekerheid bieden 

aan boeren die willen verduurzamen.

1.5.8 Boeren voor de bouw. Om het verdienmodel van boeren te verbreden en de milieu-impact 

van de bouw te verminderen, bevorderen we de teelt van biobased bouw- en isolatiematerialen, 

zoals hout en hennep.

1.5.9 Klimaatneutraal. Landbouw en landgebruik in de EU moeten in 2040 klimaatneutraal 

zijn. Aan alle landbouwsubsidies koppelen we eisen voor vermindering van de uitstoot van 

broeikasgassen. We belonen boeren voor de opslag van koolstof in landbouwbodems.

1.5.10 Minder kunstmest. We dringen het gebruik van synthetische kunstmest terug, onder meer 

door voedingsstoffen uit menselijke uitwerpselen op veilige wijze terug te brengen in de kringloop 

en de teelt van stikstofbindende voedselgewassen te stimuleren. Recycling van fosfaat en andere 

voedingsstoffen uit rioolwaterzuiveringsslib wordt verplicht. Ook voor fosfaat in batterijen komt er 

een recyclingverplichting.

1.5.11 Stoppen met pesticiden. We zetten ons in voor een Europees verbod op glyfosaat. Ook 

andere chemische pesticiden worden uitgefaseerd. In 2030 gebruikt de landbouw de helft minder 

pesticiden. We helpen boeren om minder chemische pesticiden te gebruiken en versnellen de 

toelating van alternatieven. Pesticiden die binnen de EU verboden zijn mogen niet langer worden 

geëxporteerd.

1.5.12 Landbouwrobots. We steunen boeren bij de inzet van lichte landbouwrobots. Die stellen 

hen in staat om onkruid te controleren zonder herbiciden te gebruiken of te ploegen, om stroken- 



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 40 Europese Parlementsverkiezingen 2024

en pixelteelt te bedrijven, om te boeren bij een hoog waterpeil en om de inzet te beperken van 

zware tractoren die de bodem verdichten.

1.5.13 Klimaatbestendige landbouw. We steunen boeren bij de overgang naar 

landbouwsystemen die beter bestand zijn tegen weersextremen en zeespiegelstijging, waaronder 

natte en zilte landbouw, meerjarige voedselgewassen, voedselbossen en andere vormen van 

agrobosbouw.

1.5.14 Genetische diversiteit. We zetten ons in voor behoud van de genetische diversiteit van 

planten, mede met het oog op de noodzakelijke aanpassing op klimaatverandering. We verzetten 

ons tegen octrooien op levende organismen.

1.5.15 Minder vee en vlees. We verkleinen de Europese veestapel flink, mede door een 

verbod op megastallen, een graslandnorm en strengere dierenwelzijnseisen. We bevorderen de 

eiwittransitie, met als tussendoel dat in 2030 onze eiwitten voor 60% uit plantaardige bronnen 

komen en voor 40% uit dierlijke bronnen. We bieden steun aan veehouders die willen stoppen of 

extensiveren.

1.5.16 Cellulaire landbouw. We investeren in technologieën die smakelijke en diervriendelijke 

alternatieven bieden voor het inefficiënte landgebruik door veeteelt. Daartoe ondersteunen we 

de ontwikkeling van vleesvervangers uit precisiefermentatie en van kweekvlees, op voorwaarde 

dat de opgedane kennis vrij gebruikt kan worden. We financieren fundamenteel onderzoek en 

helpen producenten bij het doorlopen van de markttoelatingsprocedure. We bevorderen ook de 

inpassing van precisiefermentatie en kweekvlees in eetculturen alsmede de samenwerking tussen 

producenten en boeren, bijvoorbeeld voor decentrale productie op het platteland. Dit schept 

ruimte voor meer natuur. 

1.5.17 Genetische modificatie. We houden vast aan de strenge Europese regels voor 

transgenetische modificatie. Gewassen die gemodificeerd zijn zonder soortvreemd DNA 

(cisgenese), bijvoorbeeld met de CRISPR-Cas-techniek, worden alleen toegelaten als zij een toets 

op maatschappelijke waarde doorstaan. Daarbij draait het om hun bijdrage aan een duurzame, 

klimaatadaptieve voedselvoorziening. De etiketteringsplicht blijft bestaan.

1.5.18 Geen dumping. We gaan het dumpen van landbouwoverschotten in armere landen 

buiten de EU tegen, omdat dat ten koste gaat van lokale boeren en bedrijven. We ijveren voor 

wederkerigheid van standaarden bij de handel in voedsel. We ondersteunen de duurzame 

landbouw- en voedseltransitie in het mondiale Zuiden.

Duurzame visserij

1.5.19 Einde aan overbevissing. We staan commerciële visvangst alleen toe als het ecosysteem 

gezond is en uitsluitend de natuurlijke aanwas aan vis wordt weggevangen. Uiterlijk in 2025 

gelden voor alle commerciële vissoorten wetenschappelijk verantwoorde quota die zorgen voor 

spoedig herstel van een overvloedige visstand.

1.5.20 Geen sleepnetvisserij. We faseren zware sleepnetvisserij uit en stoppen met 

bodemverstorende visserij in zeereservaten. Er komen weer experimenten met pulsvisserij. 

Gedegen wetenschappelijk onderzoek naar de ecologische neveneffecten is nodig voordat vissen 

met stroomstoten wordt toegestaan.



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 41 Europese Parlementsverkiezingen 2024

1.5.21 Eerlijke transitie. We dringen het overschot aan vangstcapaciteit terug met een 

rechtvaardig transitieplan. We geven niet langer subsidie voor de bouw van vissersschepen. De 

vrijstelling van brandstofaccijns voor de visserij wordt geschrapt.

1.5.22 Visserijakkoorden. Akkoorden met landen buiten de EU mogen niet ten koste gaan van 

een gezonde visstand of van de bestaansmogelijkheden van de lokale bevolking. Import van vis 

gevangen door lokale vissers heeft de voorkeur boven visserij in wateren van landen buiten de EU 

door de Europese vissersvloot.

Volksgezondheid

1.5.23 Voorbereiden op pandemieën. We maken ons sterk voor een eerlijke toegang tot 

medicijnen en vaccins, onder meer door het opschorten van octrooien, het delen van kennis en 

technologie in samenwerking met de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en het verlenen van 

steun aan de opbouw van productiecapaciteit in het mondiale Zuiden. Dit is ook onze inzet bij de 

onderhandelingen over een internationaal pandemieverdrag. Dit verdrag moet tevens het risico 

op overdracht van besmettelijke ziekten van dier op mens verkleinen, op basis van de one health-

benadering: de gezondheid van mensen is verweven met die van dieren en ecosystemen. Bij het 

bestrijden van pandemieën dient een zorgvuldige en transparante afweging van mensenrechten te 

worden gemaakt.

1.5.24 Beter beschikbare geneesmiddelen. We breken de macht van Big Pharma. We 

zetten ons in voor gezamenlijke inkoop van medicijnen en vaccins op Europees niveau, naar 

het voorbeeld van de coronavaccins. We maken het gemakkelijker om medicijnen uit andere 

Europese landen te importeren. We gaan medicijnverspilling tegen door versoepeling van de 

regels. Apothekers en andere bedrijven geven we middels dwanglicenties de mogelijkheid om 

dure medicijnen goedkoop na te maken. We verkorten de octrooien op medicijnen en vaccins, 

leggen de toeëigening van publiek gefinancierd geneesmiddelenonderzoek door private bedrijven 

aan banden en zetten een publieke infrastructuur op voor de ontwikkeling van nieuwe medicijnen, 

vaccins en hulpmiddelen.

1.5.25 Antibiotica. Met verantwoord gebruik van antibiotica gaan we het ontstaan en de 

verspreiding van multiresistente ziektekiemen tegen. We dringen het antibioticagebruik in 

de veeteelt terug, onder meer door de huisvesting van landbouwdieren te verbeteren en 

groepsbehandeling te beperken. We maken een eind aan de import van dierlijke producten 

waarbij in de EU verboden antibiotica zijn gebruikt. De lijst van reserve-antibiotica, 

die alleen bij mensen mogen worden ingezet, stemmen we af op de criteria van de 

Wereldgezondheidsorganisatie. We bevorderen de ontwikkeling van nieuwe antibiotica en 

alternatieve behandelmethoden.

1.5.26 Geneesmiddelen voor het mondiale Zuiden. We zetten ons in voor de ontwikkeling 

van vaccins en medicijnen tegen ziektes die een grote impact hebben in lage- en 

middeninkomenslanden, zoals hiv/aids, tuberculose, malaria en gele koorts. We stellen 

voorwaarden aan de prijs van vaccins en medicijnen die met Europees onderzoeksgeld 

ontwikkeld zijn om de toegankelijkheid te verzekeren, zeker in lage- en middeninkomenslanden. 

Zo nodig stellen we octrooien buiten werking.

1.5.27 Schone leefomgeving. We brengen de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit in 

overeenstemming met de advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie. De normen 



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 42 Europese Parlementsverkiezingen 2024

voor de uitstoot van fijnstof, stikstofoxiden en andere vervuilende stoffen door voer-, vaar- en 

vliegtuigen worden aangescherpt. We bevorderen schoon water en scherpen de regelgeving ter 

voorkoming van medicijnresten en andere chemische stoffen in water aan.

Dierenwelzijn

1.5.28 Dierenrechten. Dieren hebben intrinsieke waarde. Daarom hebben zij recht op een 

respectvolle behandeling en moet met hun belangen zorgvuldig rekening worden gehouden. 

De EU legt dit vast in een bindend handvest van dierenrechten. We leggen diertransporten aan 

banden en verbeteren het toezicht hierop. Dierenwelzijnsregels gaan ook gelden voor vissen in 

kwekerijen.

1.5.29 Einde bio-industrie. We maken een einde aan de bio-industrie. Alle huisvesting 

voor landbouwdieren moet gaan voldoen aan de hoogste normen voor dierenwelzijn en 

volksgezondheid. Koeien moeten kunnen grazen, kippen scharrelen, varkens wroeten. Aan 

nodeloze verminking van landbouwdieren, zoals het castreren van biggen, komt een einde. Om te 

beginnen verplichten we een Beter Leven-keurmerk voor alle producten met dierlijke ingrediënten 

op de Europese markt.

1.5.30 Verbod op bont. We verbieden het fokken van pelsdieren en de import van bont in de hele 

EU, in lijn met het Europees burgerinitiatief dat gesteund wordt door 1,7 miljoen EU-burgers.

1.5.31 Proefdiervrij onderzoek. Dierproeven worden uitgefaseerd. Als eerste stap staan we 

zulke proeven alleen nog maar toe als dat de enige manier is om een substantiële verbetering van 

de volksgezondheid te bereiken. Er komt meer geld voor dierproefvrij onderzoek.

1.5.32 Klonen. We verbieden het genetisch modificeren en klonen van dieren, alsmede de import 

van gemodificeerde en gekloonde dieren en de producten daarvan. Daarbij geldt een uitzondering 

voor wetenschappelijk onderzoek en voor de productie van medicijnen tegen levensbedreigende 

ziekten.

Natuurherstel

1.5.33 Veerkrachtige natuur. We voeren de Europese Natuurherstelwet voortvarend uit. Uiterlijk 

in 2050 moeten alle ecosystemen in goede staat zijn.

1.5.34 Meer natuurgebieden. We verbinden natuurgebieden met elkaar. In 2030 beslaan 

beschermde natuurgebieden 30% van het land- en zeeoppervlak in de EU, zoals afgesproken 

binnen de Verenigde Naties. We nemen het voortouw bij de instelling van zeereservaten in 

internationale wateren, opdat in 2030 ook 30% van de oceanen beschermd gebied is.

1.5.35 Schoon water. We verbeteren de waterkwaliteit, van het water in onze meren en rivieren 

tot ons grondwater. We houden de lidstaten aan de gemaakte afspraken en ondersteunen hen op 

Europees niveau door bronmaatregelen te nemen, zoals het aan banden leggen van het gebruik 

van pesticiden, microplastics en andere schadelijke chemicaliën en verkleining van de veestapel. 

Chemische en andere vervuiling door bedrijven pakken we hard aan.

1.5.36 Gezonde bodems. Er komt een Europese bodemwet die bodems weer gezond maakt. 

Dat draagt bij aan biodiversiteit, voedselzekerheid, koolstofopslag, waterberging en bescherming 

tegen droogte.



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 43 Europese Parlementsverkiezingen 2024

1.5.37 Klimaatadaptatie. We werken beter samen in Europa om ons aan te passen aan 

klimaatverandering. Dat gaat hand in hand met versterking van de natuur. Om overstromingen 

te voorkomen geven we rivieren meer ruimte, terwijl we oevers natuurvriendelijk maken. 

Natuurbranden pakken we samen aan. Dit vergt samenhangende en grensoverschrijdende 

brandbestrijdingsstrategieën en uitwisseling van best practices.

1.5.38 Natuurbescherming wereldwijd. We geven voortvarend uitvoering aan de mondiale 

akkoorden over de bescherming van biodiversiteit en oceanen. We breiden de Europese wet 

tegen ontbossing uit. Europese financiële instellingen mogen geen bedrijven financieren die 

wereldwijd bossen vernietigen. Producten die gemaakt zijn ten koste van ernstige aantasting van 

ecosystemen, verlies van biodiversiteit en daarmee samenhangende mensenrechtenschendingen, 

weren we van de Europese markt.

1.5.39 Strafbaarstelling ecocide. De grootschalige beschadiging, vernietiging of verlies van 

natuur en ecosystemen wordt strafbaar.

1.5.40 Rechten voor de natuur. We organiseren een Europees burgerberaad over het toekennen 

van rechten aan de natuur.

1.6 Betaalbaar en groen vervoer

1.6.1 Groen en sociaal mobiliteitsbeleid. Openbaar vervoer, deelvervoer, fietsen en lopen 

krijgen voorrang in het Europese mobiliteitsbeleid. De vergroening van onze mobiliteit moet hand 

in hand gaan met de verwezenlijking van betaalbare en toegankelijke mobiliteit voor iedereen. 

We kiezen voor schoon en betaalbaar openbaar vervoer als een dienst van algemeen belang, die 

niet ten prooi mag vallen aan privatisering. De verplichting om openbaar vervoer aan te besteden 

wordt geschrapt.

1.6.2 Einde aan vervoersarmoede. We zien erop toe dat de lidstaten vervoersarmoede 

terugdringen, onder meer met de middelen uit het Sociaal Klimaatfonds. Bij de aanpak van 

vervoersarmoede zetten we de regio centraal. Al het openbaar vervoer wordt toegankelijk voor 

mensen met een beperking.

1.6.3 Sneller met de trein. We investeren in een Europees netwerk van snelle personentreinen, 

nachttreinen en vrachttreinen. Er komt een Europese dienstregeling en Europees 

treinboekingssysteem, waarmee reizigers op eenvoudige wijze prijzen en goedkope treinkaartjes 

kunnen vergelijken in heel Europa. We versterken de rechten van passagiers, bijvoorbeeld bij 

vertraging. Europese spoorwegmaatschappijen beoordelen we niet alleen op het vervullen van 

nationale verplichtingen, maar ook op hun prestaties op het gebied van internationale treinreizen.

1.6.4 Betaalbare elektrische auto’s. We stimuleren overheden om de verkoop van nieuwe 

personenauto’s op fossiele brandstof al vóór de einddatum van 2035 te ontmoedigen, door 

middel van belastingen, emissievrije zones of eisen aan bedrijfs- en leaseauto’s. Elektrische (deel)

auto’s, op duurzame en verantwoorde wijze geproduceerd, moeten een betaalbaar alternatief 

worden. We bevorderen een tweedehandsmarkt voor elektrische voertuigen.

1.6.5 Minder SUV’s. We voeren ecodesignvoorschriften voor personenauto’s in, met een 

correctiefactor voor de batterijen van elektrische auto’s. Deze voorschriften moeten ertoe leiden 

dat de gemiddelde omvang en het gemiddelde gewicht van personenauto’s afnemen en het 

aantal SUV’s minder wordt. 



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 44 Europese Parlementsverkiezingen 2024

1.6.6 Uitstootvrij wegvervoer. Nieuwe vrachtwagens, bussen, landbouwvoertuigen en mobiele 

machines zijn uiterlijk in 2040 uitstootvrij; nieuwe motoren, bromfietsen en scooters uiterlijk in 

2035; nieuwe stadsbussen uiterlijk in 2030. Europese voertuigfabrikanten moeten voorop lopen in 

het toepassen van emissievrije technologie.

1.6.7 Tegengaan vervuiling luchtvaart. We zetten ons in voor het beëindigen van de mondiale 

btw- en accijnsvrijstellingen voor de luchtvaart. We voeren een Europese kerosinetaks en een 

veelvliegerstaks in. Het Europese emissiehandelssysteem (ETS) breiden we uit naar vluchten 

tussen de EU en derde landen. Ook andere emissies dan CO2 die bijdragen aan de opwarming 

van de aarde, zoals waterdamp, brengen we in rekening bij luchtvaartmaatschappijen. Daarnaast 

scherpen we de bijmengverplichting voor duurzame luchtvaartbrandstoffen aan. We stellen 

daarbij strikte eisen aan biobrandstoffen – geen voedsel in de tank, geen landroof – en versnellen 

de toepassing van e-fuels op basis van groene waterstof. Alle hernieuwbare brandstoffen moeten 

een verplicht duurzaamheidscertificaat hebben, dat ook sociale criteria bevat.

1.6.8 Uitfaseren korte vluchten. We schrappen vluchten binnen, van en naar de EU van minder 

dan 750 kilometer waarvoor de trein een alternatief is. Lidstaten krijgen meer speelruimte om het 

aantal vluchten van en naar hun luchthavens te verminderen.

1.6.9 Schonere scheepvaart. De verplichting voor grote zeeschepen om de uitstoot van 

broeikasgassen stapsgewijs te verminderen gaat ook gelden voor kleinere schepen, en voor de 

volledige uitstoot van tochten tussen de EU en derde landen. De accijnsvrijstelling voor fossiele 

scheepsbrandstof wordt geschrapt. We bevorderen de elektrificatie van de binnenvaart.



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 45 Europese Parlementsverkiezingen 2024

Hoofdstuk 2: Opkomen voor onze rechten en democratie

2.1 De democratische rechtsstaat

2.1.1 Bescherming democratische rechtsstaat. De Europese Commissie moet veel 

daadkrachtiger optreden bij schendingen van de rechtsstaat. Op elke schending van de 

rechtsstaat of fundamentele rechten volgen gelijk strafmaatregelen zoals inbreukprocedures en 

financiële sancties. Het Europees Parlement krijgt het recht om met een tweederdemeerderheid 

zelf een inbreukprocedure te starten en zo een lidstaat voor het Hof van Justitie van de EU te 

dagen.

2.1.2 Artikel 7-procedure. Er moet een lagere drempel en tijdslimiet komen om sancties op 

te leggen via de Artikel 7-procedure tegen lidstaten die structureel de rechtsstaat schenden. 

Uiteindelijk kan een lidstaat door deze procedure stemrecht in de Raad verliezen. We schaffen 

het vetorecht af waarmee EU-landen dit besluit kunnen blokkeren. Een land dat in de Artikel 

7-procedure zit mag geen EU-voorzitter van de Raad worden of meestemmen over deze 

procedure bij andere landen. Nederland maakt in samenwerking met andere lidstaten een 

kopgroep om bij schending van de rechtsstaat procedures tegen die lidstaat te voeren.

2.1.3 Geen geld naar autocraten en mensenrechtenschendingen. Lidstaten die 

mensenrechten schenden of de rechtsstaat uithollen, ontvangen geen geld van de EU. De 

mechanismen waarmee dit al mogelijk is, zetten we sneller en breder in. De al bestaande 

rechtsstaatconditionaliteit zetten we niet alleen in wanneer er sprake is van corruptie, maar bij elke 

schending van onze democratische waarden uit Artikel 2 van het EU-verdrag. Met een aanpassing 

van de Financiële Verordening maken we naleving van mensenrechten en de rechtsstaat een 

voorwaarde voor het gehele EU-budget.

2.1.4 Mediavrijheid. De Europese wet voor mediavrijheid moet persvrijheid, pluraliteit van 

het medialandschap en transparantie over media-eigendom verbeteren. Journalisten en hun 

omgeving mogen niet bespioneerd worden bij hun werk en niet belemmerd worden door 

rechtszaken op oneigenlijke gronden (SLAPPs). EU-initiatieven voor onafhankelijke kwaliteitsmedia 

moeten steun bieden in landen waar de mediavrijheid onder druk staat. Bij overnames van 

mediabedrijven in de EU kijken we kritisch naar de impact daarvan op het medialandschap, om 

eenzijdige imperiums van mediamagnaten tegen te gaan.

2.1.5 Grondrechten centraal. Ieder individu in de EU moet zich direct op het Handvest van 

de Grondrechten kunnen beroepen. De EU moet toetreden tot het Europees Verdrag voor de 

Rechten van de Mens. Ook breiden we het mandaat van het Europese Grondrechtenagentschap 

uit, zodat deze waakhond gelijk kan waarschuwen bij de schending van grondrechten in een 

EU-land. Bij nieuwe wetsvoorstellen die aan mensenrechten raken krijgt de Europese Commissie 

verplicht een advies van het Grondrechtenagentschap, zoals de Europese privacytoezichthouder 

al doet.

2.1.6 Onafhankelijke rechtsstaat en rechtspraak. Lidstaten moeten de aanbevelingen die elk 

jaar uit het EU-rechtsstaatrapport voortkomen, veel beter opvolgen. De Europese Commissie 

moet daar strenger op toezien. Een nieuw EU-mechanisme moet evalueren of rechterlijke 

beslissingen voldoen aan de juridische standaarden en automatisch erkend kunnen worden door 

de andere lidstaten, net als het Schengenevaluatiesysteem. Wanneer dit niet het geval is, zetten 

we justitiële samenwerking stop.



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 46 Europese Parlementsverkiezingen 2024

2.1.7 Sterk en veilig maatschappelijk middenveld. Een Europees fonds voor de democratie 

moet voorvechters van democratie ondersteunen, vooral de stemmen die het meest 

kwetsbaar zijn en meervoudige vormen van discriminatie ondervinden. Het gaat bijvoorbeeld 

om mensenrechtenactivisten, journalisten, ngo’s, LHBTQIA+-activisten, vakbondsleden en 

vakbondsbestuurders, klimaatactivisten en kritische stemmen in autocratieën. Het wordt 

makkelijker voor stichtingen om over de grens te opereren.

2.1.8 Corruptie. De EU intensiveert de strijd tegen corruptie. Rapporten van het Europees bureau 

voor fraudebestrijding (OLAF) worden standaard openbaar. Ook grijpt de EU in wanneer lidstaten 

te weinig doen om corruptie, fraude en andere misstanden aan te pakken, bijvoorbeeld via 

stopzetting van EU-financiering. 

2.1.9 Klokkenluiders. Europa beschermt klokkenluiders actief tegen zowel overheden als 

bedrijven en personen, inclusief een Europees programma om getuigen te beschermen tegen 

wraakacties. 

2.1.10 Recht op demonstratie. We staan pal voor het recht op demonstratie. De Europese 

Commissie houdt strenger toezicht op het gebruik van geweld door politie-eenheden en neemt 

politiegeweld en andere inbreuken op het demonstratierecht expliciet mee in de jaarlijkse 

rechtsstaatanalyses en -aanbevelingen.

2.1.11 Spyware. Er komen strengere regels voor het gebruik, de import en export van spyware, 

inclusief een verbod op Pegasus-spyware. De bevoegdheid van opsporingsinstanties om 

te hacken en spioneren wordt alleen gericht ingezet op basis van concrete verdenkingen of 

dreigingen, met rechterlijk toezicht en sterke waarborgen. 

2.1.12 Bewaren van gegevens. Grootschalig en willekeurig bewaren van persoonsgegevens 

staan we niet toe. Metadata over communicatie verdienen dezelfde bescherming als de inhoud 

ervan. Overheden bewaren zo min mogelijk gegevens over ons, en altijd alleen op individuele 

basis. We stoppen de aanleg en constante uitbreiding van Europese databases met biometrische 

gegevens door politie en justitie zonder concrete verdenkingen of veroordelingen van strafbare 

feiten.  

2.2 Gelijke rechten

2.2.1 Recht op abortus. We verankeren het bindend recht op abortus in Europese wetgeving en 

nemen het daarom op in het Handvest van de grondrechten van de EU.

2.2.2 Stop discriminatie en racisme. Voor discriminatie en racisme, zoals islamofobie, 

antisemitisme, anti-zwart racisme, afrofobie, antiziganisme, homo- en transhaat en xenofobie 

is geen plaats in de EU. Er komt één nieuwe overkoepelende Europese antidiscriminatiewet. 

Het verbod op discriminatie breiden we uit naar sociale zekerheid, onderwijs, gezondheidszorg 

en de markt voor goederen en diensten. De nieuwe wet moet discriminatie op grond van 

genderexpressie en genderidentiteit verbieden en het ouderschap binnen niet-traditionele 

gezinnen beschermen. De Europese Commissie ondersteunt antidiscriminatiebureaus en 

projecten die discriminatie in de praktijk tegengaan met voldoende financiering.

2.2.3 Partnerschap en regenboogfamilies. We bieden wettelijke erkenning en bescherming 

van LHBTQIA+-koppels, meerouderschap, reproductieve rechten en geboortezorg, waarbij 



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 47 Europese Parlementsverkiezingen 2024

regenboogfamilies gelijke toegang krijgen tot zorg. De EU zet zich in voor het afschaffen van 

wettelijke discriminatie van niet-heterostellen ten opzichte van heterostellen. De EU verzekert 

erkenning van ouderschap in alle lidstaten, ook in het geval van families met LHBTQIA+-ouders of 

gedeeld (meer-)ouderschap.

2.2.4 Bescherming LHBTQIA+-gemeenschap. Voor wetten die inclusie en acceptatie van 

LHBTQIA+-personen tegengaan is in de EU geen ruimte. De Europese Commissie moet dit soort 

wetten tegengaan door middel van inbreukprocedures en het stopzetten van EU-financiering. In 

heel Europa strijden we voor transrechten op basis van zelfbeschikking, zoals de mogelijkheid 

tot aanpassing van genderregistratie en het recht op toegang tot transzorg. De Europese Unie 

verbiedt conversiepraktijken.

2.2.5 Sekswerk. Sekswerkers moeten veilig en gezond hun werk kunnen doen, zonder 

gecriminaliseerd te worden. De EU stimuleert initiatieven die de positie van sekswerkers 

versterken en ontwikkelt nieuw beleid in goed overleg met de sekswerkers zelf.

2.2.6 Toegankelijkheid. We verbeteren de toegang van mensen met een beperking tot de 

openbare ruimte en publieke diensten. De Europese Commissie ziet toe op invoering van de 

Europese gehandicaptenkaart en wederzijdse erkenning in alle landen.

2.2.7 Emancipatie op de werkvloer. De EU zorgt met bindende regels, waaronder quota, voor 

een evenredige vertegenwoordiging van mannen, vrouwen en minderheden op de werkvloer en in 

besturen. We blijven ons inzetten voor het dichten van de loonkloof.

2.2.8 Buitenlandse beïnvloeding en antidemocratische bewegingen. Om de opkomst 

van ultraconservatieve en antidemocratische bewegingen die de rechten van vrouwen en 

minderheden in willen perken tegen te gaan, is meer onderzoek nodig naar de strategieën en 

financiering van deze bewegingen. Op basis van deze onderzoeken nemen we maatregelen, zoals 

aangescherpte transparantie- en financieringsregels voor politieke partijen. Er mag geen EU-geld 

gaan naar organisaties die het Handvest van de grondrechten van de EU niet respecteren.

2.2.9 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten. We versterken seksuele en 

reproductieve gezondheid en rechten door seksuele en reproductieve gezondheidszorg in alle 

EU-lidstaten te waarborgen. De EU heeft hier een belangrijke rol in op gebied van financiering en 

coördinatie.

2.3 Leiderschap in de digitale wereld

2.3.1 Online haat en desinformatie. De Europese Commissie handhaaft de nieuwe Europese 

internetregels streng. We stoppen desinformatie en haat als verdienmodel en treden op tegen 

polariserende aanbevelingsalgoritmen op sociale media gebaseerd op clicks, interactie en ophef. 

De Commissie stelt hiervoor aanvullende handhaafbare verplichtingen voor platforms, in plaats 

van de huidige self-assessments en te zwakke gedragscode desinformatie.

2.3.2 Stop verslavend ontwerp. De Europese Commissie komt met regels tegen verslavend 

ontwerp om smartphone- en socialemediaverslaving tegen te gaan. Hierbij verbieden we de 

meest verslavende ontwerpfuncties. Er komt een recht om niet gestoord te worden, waarbij 

notificaties, ontvangstvinkjes en andere afleidingen standaard uit staan.



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 48 Europese Parlementsverkiezingen 2024

2.3.3 Europese digitale toezichthouder. Grote techbedrijven mogen niet langer de regels 

omzeilen. Er komt een Europese digitale toezichthouder met serieuze tanden, kennis en budget 

die toezicht houdt op de grootste techbedrijven. Deze toezichthouder handhaaft alle Europese 

digitale wetten.

2.3.4 Kunstmatige intelligentie (AI) reguleren. We handhaven de AI-wet streng en zorgen 

ervoor dat lidstaten deze snel implementeren. De wet bevat regels voor kunstmatige intelligentie 

met hoog risico, zoals op scholen, bij zorgverzekeraars, bij banken en bij overheden, en regels 

voor AI-systemen getraind op heel veel data, zoals ChatGPT en chatbots. Ook komt er een 

mensenrechtentoets. AI-systemen die deepfakes, afbeeldingen, teksten en geluidsfragmenten 

genereren, geven deze straks automatisch een herleidbaar watermerk. Zo valt te verifiëren of een 

afbeelding niet ‘echt’ is.

2.3.5 Onethische technologie. We stellen duidelijke grenzen aan onethische technologieën 

die discriminatie, mensenrechtenschendingen of surveillance in de hand werken. We stoppen in 

heel de EU volledig met het gebruik van risicoprofilerende algoritmen om zogenaamd gedrag, 

fraude of criminaliteit te ‘voorspellen’ of ‘op te sporen’ op basis van persoonsgegevens van 

mensen, zoals we zagen in het toeslagenschandaal. We strijden tegen gezichtsherkenning, 

gedragsherkenning en andere biometrische surveillance in de publieke ruimte. Het verbod op 

emotieherkenningssoftware op school en op werk breiden we uit naar een geheelverbod, inclusief 

op het gebruik door de politie en aan de grens.

2.3.6 Digitale autonomie. De EU gaat grootschalig investeren in onze eigen digitale 

infrastructuren, zoals cloudopslag, onderwijssoftware en communicatiediensten waarvan het 

beheer niet in commerciële handen is. De EU is zo snel mogelijk digitaal autonoom: essentiële 

digitale infrastructuren worden publiek of coöperatief beheerd en mogen niet afhankelijk zijn van 

grote commerciële techbedrijven. Hiervoor komt er een Europees public tech fonds. Bij deze 

publieke aanbestedingen staat niet de laagste prijs, maar ook langetermijncontrole over het 

eindresultaat, privacyvriendelijkheid en duurzaamheid voorop.

2.3.7 Opensourcesoftware. De EU legt vast dat software die in opdracht van een overheid 

ontwikkeld of medegefinancierd wordt altijd onder vrije en open licenties wordt gepubliceerd. Dat 

maakt overheden minder afhankelijk van techgiganten en stimuleert voornamelijk Europese kleine 

en middelgrote IT-bedrijven die deze software op een open manier ontwikkelen en onderhouden.

2.3.8 Macht Big Tech. De Europese Commissie treedt op tegen de machtsposities van Big 

Tech met sterke handhaving van de mededingingsregels. Ook moet de Commissie makkelijker 

op kunnen treden tegen killer acquistitions, waarbij techgiganten kleinere concurrenten opkopen 

voordat ze groot worden. Overnames waarbij te veel macht en data bij een bedrijf komen te 

liggen, zoals Facebook/Whatsapp, staan we nooit meer toe. Waar nodig breken we techgiganten 

op. We segmenteren de online advertentiemarkt.

2.3.9 Bescherming internetgebruikers. We bouwen aan een internet waar je niet wordt gevolgd 

en waar je data niet wordt verkocht aan de hoogste bieder. Zelfbeschikking en privacy staan 

voorop. We maken ons hard voor een verbod op de handel in en met persoonsgegevens, zoals 

het real-time bidding voor online advertenties. We stoppen online tracking voor gepersonaliseerde 

advertenties en gaan over naar privacyvriendelijke alternatieven. Gepersonaliseerde 

aanbevelingsalgoritmen moeten standaard uit staan.



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 49 Europese Parlementsverkiezingen 2024

2.3.10 Interoperabiliteit. De EU ziet erop toe dat je binnenkort daadwerkelijk tussen online 

berichtendiensten, bijvoorbeeld tussen Whatsapp en Signal, berichten kunt sturen, zoals 

vastgelegd in de nieuwe Europese Wet digitale markten. Hetzelfde moet mogelijk worden voor 

socialemediaplatforms.

2.3.11 Encryptie. De EU bevordert de ontwikkeling en het gebruik van sterke encryptie - open 

source en zonder ‘achterdeurtjes’ - om communicatie te beveiligen. We gaan nooit akkoord met 

voorstellen om encryptie te breken, af te zwakken of te omzeilen, zoals client-side scanning.

2.3.12 Toegang tot het internet. Internet is een nutsvoorziening. De EU zorgt ervoor dat 

iedereen toegang tot fatsoenlijk, betaalbaar en snel internet krijgt. We dwingen de regels voor het 

toegankelijk maken van overheidswebsites af.

2.3.13 Kinderen online. We garanderen de privacy en veiligheid van kinderen online. Sites, 

games en apps gericht op kinderen moeten standaard veilige instellingen invoeren, zoals 

een uniforme meldknop om wangedrag te melden. Leeftijdsverificatie mag alleen op een 

privacyvriendelijke manier, waarbij platforms alleen de leeftijd verifiëren zonder toegang tot andere 

gegevens.

2.4 Een betere EU

2.4.1 Brussel. Aan de maandelijkse verhuizing van het Europees Parlement tussen Brussel en 

Straatsburg komt een einde. Het Parlement krijgt één vergaderlocatie: Brussel.

2.4.2 Conventie. Als we Europese verdragen herzien, dan moet dit gebeuren door een 

openbare Conventie. Binnen deze Conventie maken wij ons sterk voor afschaffing van vetorecht 

bij onder meer belastingen, defensie en buitenlandbeleid. Ook verbeteren we de Artikel 

7-procedure. Daarnaast moet het Europees Parlement het formele recht krijgen om individuele 

Eurocommissarissen weg te sturen, in plaats van alleen de complete Europese Commissie. 

Verder krijgt het Europees Parlement initiatiefrecht.

2.4.3 Belangenverstrengeling tegengaan. We scherpen de gedragscode voor 

Europarlementariërs aan, inclusief een verbod op betaalde bijbanen, om belangenverstrengeling 

tegen te gaan. Toezicht op deze gedragscode wordt verscherpt. Er komt daarnaast een verbod 

en streng toezicht op draaideurlobbyisme van oud-Europarlementariërs, Eurocommissarissen 

en ministers. Bij vertrek naar de private sector werken we met afkoelperiodes voor afzwaaiende 

Europarlementariërs en andere EU-functionarissen.

2.4.4 Jongerenparticipatie. Bij ingrijpende voorstellen zorgen we ervoor dat het Europees 

Parlement wetsvoorstellen toetst aan de gevolgen voor toekomstige generaties. Door de 

zogeheten generatietoets in te voeren, zorgen we ervoor dat jongeren zich gehoord voelen en 

er voor hen duurzaam beleid wordt gemaakt. Door jongeren actief te betrekken bij de politiek, 

zorgen we ervoor dat de stem van toekomstige generaties meegenomen wordt in beleid.

2.4.5 Schimmige lobby aanpakken. Er komt één nieuw verplicht lobbyregister dat gaat gelden 

voor het Europees Parlement, de Europese Commissie en de Raad, inclusief Permanente 

Vertegenwoordigingen. Iedere Europese wet krijgt een appendix waarin staat welke lobbyisten 

input hebben gegeven. We schaffen toegangspassen af waarmee lobbyisten te pas en te onpas 

het Europees Parlement in- en uitlopen. De EU neemt maatregelen tegen de grote invloed van 



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 50 Europese Parlementsverkiezingen 2024

fossiele lobby op Europese besluitvorming en internationale klimaatonderhandelingen, net zoals 

dat het geval is bij tabakslobby.

2.4.6 Financiële transparantie en toezicht. We voeren verplichte financiële declaraties in voor 

Europarlementariërs en Eurocommissarissen. Om transparantie te bevorderen en corruptie tegen 

te gaan, registreren we de bezittingen van Europarlementariërs en Eurocommissarissen aan het 

begin en aan het einde van hun termijn. Zij worden ook verplicht een verantwoording van hun 

onkostenvergoeding openbaar te maken, die alleen bedoeld is om werkgerelateerde kosten in hun 

lidstaat te dekken. Niet-besteed geld moet worden teruggestort.

2.4.7 Ethische commissie. Er komt een ethische commissie (‘EU ethics body’) voor alle EU-

instellingen. Deze commissie kan onderzoeken starten naar EU-politici en EU-ambtenaren bij 

aanwijzingen van onethisch gedrag. Daar moeten serieuze consequenties en stevige sancties aan 

verbonden zijn, zoals boetes, schorsingen en waar nodig ontslag.

2.4.8 Transparantie. De Europese wetgevingsprocedure wordt transparanter door documenten 

uit de onderhandelingen en verslagen uit de Raadswerkgroepen openbaar te maken, net als 

verslagen van de Raad. Ook verbeteren we de Europese wet openbaarheid bestuur (Eurowob) en 

breiden we deze wet uit naar alle EU-instellingen. Actieve openbaarmaking van documenten via 

toegankelijke platforms wordt de regel.

2.4.9 Tegengaan fraude en corruptie. Deelname van een land aan het Europees Openbaar 

Ministerie, dat fraude met Europese gelden kan vervolgen, is verplicht voor het ontvangen van 

Europese subsidies. Lidstaten moeten verplicht zijn jaarlijks de rechtmatigheid aan te tonen van 

de besteding van EU-gelden. Doen ze dat niet, dan worden subsidies stopgezet. Eindontvangers 

van Europese fondsen publiceren we in een openbaar digitaal toegankelijk overzicht. De Europese 

Rekenkamer breidt ook de doelmatigheidscontroles van Europees beleid uit. Op die manier 

versterkt de Rekenkamer haar functie van waakhond en brengt het in kaart of publiek geld 

effectief besteed wordt.

2.4.10 Zwangerschapsverlof. Als je als Europarlementariër van een kind bevalt, is er 

geen regeling om op afstand te stemmen of tijdelijk vervangen te worden. Wij willen dat 

Europarlementariërs tijdelijk vervangen kunnen worden bij zwangerschap of bij ziekte, net zoals 

dat kan in de Tweede Kamer.

2.4.11 Kleinere Commissie. We zoeken naar manieren om de Europese Commissie kleiner 

te maken, bijvoorbeeld door middel van een roulatiesysteem tussen lidstaten. We streven naar 

nieuwe structuren waarin alle lidstaten zich vertegenwoordigd voelen maar besluitvorming 

effectief blijft, vooral met het vooruitzicht op uitbreiding.

2.5 Een veilige samenleving 

2.5.1 Europol en Eurojust. Europol en Eurojust krijgen voldoende slagkracht om de strijd tegen 

georganiseerde misdaad, extremisme, kindermisbruik en terrorisme te ondersteunen, onder meer 

via het opzetten van gezamenlijke onderzoeksteams. 

2.5.2 Online criminaliteit. Online misdaad blijft te vaak onbestraft. Er komen sterkere Europese 

samenwerkingsverbanden om online misdaad en criminaliteit aan te pakken. Zo worden de 

daders van bijvoorbeeld online haat en bedreigingen, de verspreiding van wraakporno, de 



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 51 Europese Parlementsverkiezingen 2024

verspreiding van kindermisbruik materiaal en cyberoplichting eerder opgespoord en effectief 

aangepakt. Bescherming van grondrechten wegen we hierin altijd mee.

2.5.3 Cyberveiligheid. Samen met bondgenoten werken we aan de bescherming van fysieke en 

digitale infrastructuur tegen sabotage, aan de afweer van spionage en desinformatiecampagnes 

en aan de versterking van cyberveiligheid. Als overheden of bedrijven weet hebben van 

kwetsbaarheden in bepaalde software, moeten zij dit verplicht Europees melden. 

2.5.4 Tegengaan gendergerelateerd geweld. We vechten voor vergaande regelgeving over het 

tegengaan van gendergerelateerd geweld, zodat slachtoffers in de hele EU dezelfde bescherming 

krijgen. In deze wetgeving nemen we ook verkrachting en femicide op. Het verbod op genitale 

verminking blijft in stand. De Istanbul-conventie moet zo snel mogelijk door alle EU-lidstaten 

worden geratificeerd.

2.5.5 Haatzaaien en haatmisdrijven strafbaar. Het verspreiden van haat en oproepen tot 

geweld tegen minderheden moet in heel de EU strafbaar worden door deze misdrijven toe te 

voegen aan de lijst met EU-misdaden.

2.5.6 Bestrijding van extremisme en terrorisme. Extremisme en terrorisme bestrijden we in het 

kader van een Europees strafrechtelijk beleid, waar preventie en resocialisatie duidelijk onderdeel 

van uitmaken. Hierbij is opsporing altijd gericht en gaan we nooit over tot massasurveillance of 

onnodige dataretentie.

2.5.7 Europees Openbaar Ministerie. We breiden het takenpakket van het Europees Openbaar 

Ministerie (EOM) uit met andere grensoverschrijdende delicten zoals georganiseerde misdaad, 

terrorisme en kindermisbruik. Alle EU-lidstaten worden verplicht deel te nemen aan het EOM. Het 

budget en de capaciteit van het EOM moeten omhoog. Dit gaat gepaard met stevig rechterlijk en 

parlementair toezicht.

2.5.8 Vuurwapens. Het bezit van automatische en semi-automatische vuurwapens moet volledig 

worden verboden in de EU. 

2.5.9 Witwassen en financiering van terrorisme tegengaan. Om witwassen en 

terrorismefinanciering tegen te gaan, moeten EU-lidstaten meer samenwerken en strenger kijken 

naar transacties van het grootkapitaal. De nieuw op te richten Europese anti-witwasautoriteit 

(AMLA) moet Europese samenwerking aanjagen en tegelijkertijd waken over de bescherming van 

fundamentele rechten.

2.5.10 Kindermisbruik tegengaan. Er komt een nieuw EU-centrum kindermisbruik dat kennis 

deelt, internationale samenwerking verbetert en operaties coördineert. De EU zet in op stevigere 

politiesamenwerking om internationale kindermisbruiknetwerken op te rollen en zorgt ervoor dat 

er toegewijde politieteams op nationaal niveau komen voor internationale operaties op het dark 

web en het internet. We zetten ook in op preventie door middel van steun aan hulpcentra en de 

beschikbaarheid van therapie.

2.5.11 Geen massasurveillance. Opsporing moet altijd gericht en effectief zijn en plaatsvinden 

met bescherming van mensenrechten. We verzetten ons tegen vormen van massasurveillance, 

waarbij overheden mensen zonder duidelijke reden of waarborgen kunnen volgen, bespioneren of 

data over iemand verzamelen of opslaan. Waar we gegevens uitwisselen, is het uitgangspunt dat 

we dit doen via veilige omgevingen, zoals end-to-end-encryptie.



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 52 Europese Parlementsverkiezingen 2024

2.6 Onderwijs en cultuur

2.6.1 Uitwisseling. Het Erasmus+-uitwisselingsprogramma moet toegankelijker en inclusiever 

worden. Het programma wordt beschikbaar voor alle opleidingsniveaus, inclusief middelbare 

scholen, beroepsopleidingen en tijdens de professionele loopbaan. Hiervoor worden beurzen 

beschikbaar gesteld, vooral voor mensen met een klein budget, en wordt het budget aanzienlijk 

verhoogd. We onderzoeken of Erasmus+ voor mbo’ers op een andere manier ingericht kan 

worden met meer budget, zodat het aantrekkelijker wordt om deel te nemen. Het is belangrijk dat 

we de informatievoorziening verbeteren en aanmeldprocedures versimpelen.

2.6.2 Erkenning diploma’s. De EU werkt verder aan de wederzijdse erkenning van diploma’s 

en certificaten van binnen en buiten de EU, zodat mensen binnen de EU makkelijker over de 

grens kunnen studeren en werken. Er moeten specifieke afspraken komen om ook middelbare 

beroepsopleidingen en -diploma’s op elkaar af te stemmen.

2.6.3 Investeren in polytechnisch onderwijs. Opleidingen moeten verbreed worden op het 

gebied van chemie, werktuigbouw en elektrotechniek, zodat technische vakmensen makkelijker 

over de grenzen van hun oude werkgebied kunnen kijken en innovatieve oplossingen bedenken 

die de energietransitie hard nodig heeft.

2.6.4 Academische vrijheid. De EU moet de academische vrijheid actief blijven bevorderen. 

Die staat steeds sterker onder druk in landen als Hongarije. Wanneer de onafhankelijkheid van 

onderwijsinstellingen in het geding komt, moeten Europese onderzoeks- en onderwijssubsidies 

voor deze lidstaten worden gekort.

2.6.5 Publiek geld naar publieke kennis. Innovaties gefinancierd met belastinggeld moeten 

altijd publiek beschikbaar zijn als het geen persoonlijke data betreft. Ook data verzameld in de 

publieke ruimte moet openbaar zijn.

2.6.6 EU-museumkaart. Er komt een Europese museumkaart, zodat je voor een vaste lage prijs 

naar alle musea in de EU kunt. Tot je 26e is een museumbezoek met deze kaart gratis.

2.6.7 Europese producties. De EU bevordert Europese film-, televisie- en theaterproducties, 

literaire vertalingen en de digitalisering van musea en archieven.

2.6.8 Geoblocking. We stoppen met het blokkeren van het online streamen van bijvoorbeeld 

films, series en sport op basis van je locatie. De Europese Commissie herziet daarbij het huidige 

systeem van medialicenties dat gebonden is aan landsgrenzen.

2.6.9 Auteursrecht. We zetten ons in voor auteursrechtenregels waarin de belangen van 

makers en gebruikers op gelijke voet staan. We verkorten de lange termijnen voor auteursrecht. 

De herziening van het Europese auteursrecht moet zich richten op het beschermen van 

informatievrijheid en informatie-uitwisseling, het beëindigen van het downloadverbod, en het 

invoeren van een brede vrijstelling voor thuiskopie. We strijden tegen algemene uploadfilters.

2.6.10 Ticketverkoop. Er komen Europese regels die de exclusieve doorverkoop van kaartjes 

voor een concert, evenement of festival via een platform tegen excessieve administratiekosten 

aan banden leggen. Ook werken we aan een alternatief Europees publiek systeem waar alle 

cultuurinstellingen kaartjes kunnen verkopen. Hierin kun je in een oogopslag zien wat er in je stad, 

regio of land te doen is.



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 53 Europese Parlementsverkiezingen 2024

Hoofdstuk 3: Veiligheid, voorspoed en solidariteit over grenzen heen

3.1 Strategische autonomie, veiligheid en mensenrechten

3.1.1 Waardengedreven buitenlandpolitiek. Europese waarden zijn het fundament van het 

buitenland- en veiligheidsbeleid van de EU. We komen op voor de internationale rechtsorde, de 

rechtsstaat, democratie, goed bestuur en mensenrechten. Het maatschappelijk middenveld en 

vakbonden ondersteunen we en betrekken we bij het EU-buitenlandbeleid.

3.1.2 Strategische autonomie. We versterken de weerbaarheid van de EU. Daartoe bouwen 

we risicovolle afhankelijkheden van derde landen af, zowel op het gebied van veiligheid als op 

het gebied van energie, grondstoffen, industrie en vitale infrastructuur. We gaan in de EU meer 

onmisbare producten zélf produceren, voor zover die passen binnen een klimaatneutrale en 

circulaire welzijnseconomie. Met overheidsdeelnemingen, leningen en subsidies stimuleren we 

de productie van onder meer zonnepanelen, batterijen, magneten, computerchips, medicijnen, 

vaccins en medische hulpmiddelen, en de bouw van een publiek-civiele digitale infrastructuur. 

3.1.3 De steun voor Oekraïne breiden we uit. Nederland blijft binnen de EU een leidende rol 

spelen in het bijstaan van de dappere Oekraïners. Rusland mag de oorlog niet winnen. De EU en 

haar lidstaten nemen een groter deel van de steun aan Oekraïne voor hun rekening. We ijveren 

ervoor dat Oekraïne de wapens, munitie, training, inlichtingen, financiële en humanitaire steun 

ontvangt die het land nodig heeft om de Russische agressor te verdrijven. We blijven de sancties 

tegen Rusland aanscherpen zolang de agressie voortduurt. We treffen sancties tegen landen 

die Rusland van wapens en andere strategische goederen voorzien. We investeren fors in de 

wederopbouw van Oekraïne. De toekomst van Oekraïne ligt in de EU.

3.1.4 Israël-Palestina. We maken ons sterk voor een onmiddellijk staakt-het-vuren tussen Israël 

en Hamas, de volledige toegang van humanitaire hulp tot Gaza en de vrijlating van alle gijzelaars. 

Acties die indruisen tegen het internationaal humanitair recht moeten per direct stoppen. Daarom 

moeten uitspraken van het Internationaal Gerechtshof en het Internationaal Strafhof worden 

gerespecteerd en dringen we er bij de regering op aan om naleving actief te bevorderen. De 

EU moet schendingen van het internationaal recht, zoals het niet naleven van internationale 

gerechtelijke uitspraken en verdragen, sanctioneren. We leveren geen militair materieel meer aan 

Israël waarbij het risico bestaat dat niet wordt voldaan aan de letter en geest van de Europese 

wapenexportcriteria, zoals bij de bombardementen op Gaza. Als grootste handelspartner van 

Israël en grootste donor van de Palestijnen moet de EU een veel grotere rol gaan spelen bij het 

beëindigen van de illegale bezetting van de Palestijnse gebieden en het werken aan duurzame 

vrede. Vrede vereist een levensvatbare, democratische Palestijnse staat naast een veilig Israël, 

met gelijke rechten voor alle bevolkingsgroepen. 

3.1.5 Eensgezind Chinabeleid. Samen met wereldwijde bondgenoten zijn we duidelijk tegen 

China: zowel het leveren van wapens aan Rusland als militaire agressie tegen Taiwan hebben 

zware consequenties. We stellen mensenrechtenschendingen in China structureel aan de kaak, 

waaronder de genocide op de Oeigoerse minderheid.

3.1.6 Mondiale Zuiden beslist mee. De EU werkt beter en eerlijker samen met het mondiale 

Zuiden. We ontwerpen samen met landen in het mondiale Zuiden en maatschappelijke 

bewegingen een plan voor betere vertegenwoordiging van het mondiale Zuiden in het 



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 54 Europese Parlementsverkiezingen 2024

Internationaal Monetair Fonds, de Wereldbank en de Verenigde Naties (VN), bijvoorbeeld door als 

EU te lobbyen voor het afschaffen van vetorecht in de Veiligheidsraad en elk continent een zetel 

aan te bieden in de Veiligheidsraad. We zetten ons in voor een effectievere en democratischere 

VN.

3.1.7 Versterken Europese defensie. De NAVO, met de Verenigde Staten (VS) als sterkste 

militaire macht, is cruciaal voor onze militaire zelfverdediging, maar met toenemende politieke 

instabiliteit in de VS is het zaak dat Europa meer verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen 

veiligheid. Daarom versterken we het veiligheids- en defensiebeleid van de EU én de Europese 

tak van de NAVO. We willen dat alle lidstaten gaan voldoen aan de afspraak binnen de NAVO om 

minstens 2% van het bruto binnenlands product (bbp) te besteden aan defensie.

3.1.8 Defensiesamenwerking. Hogere defensie-uitgaven moeten zich vertalen in substantiële 

extra defensiecapaciteiten voor Europa, waaronder de door de NAVO verlangde capaciteiten. 

Dat vraagt om veel sterkere samenwerking en integratie van onze krijgsmachten. Europese 

coördinatie van defensie-investeringen en de defensie-industrie dient te leiden tot de gezamenlijke 

ontwikkeling, aankoop en onderhoud van wapensystemen; gezamenlijke opleidingen en 

bevelvoering; toenadering in strategische cultuur; het voorkomen van dubbelingen in het militair 

arsenaal door taakspecialisatie en de oprichting van multinationale eenheden die beschikbaar 

zijn voor zowel de EU als de NAVO. Gezamenlijke financieringsinstrumenten zoals de Europese 

Vredesfaciliteit, waaruit militaire missies en wapensteun worden gefinancierd, breiden we uit. 

3.1.9 Afromen overwinsten defensie-industrie. We voeren een heffing in op overwinsten van 

de defensie-industrie, zodat gemeenschapsgeld terugvloeit naar de staatskas. 

3.1.10 Strenger wapenexportbeleid. We scherpen het wapenexportbeleid aan en de Europese 

Commissie gaat erop toezien dat lidstaten de wapenexportregels naleven. Ook exporteren 

we niet langer technologie die kan worden gebruikt voor de ontwikkeling van wapens of 

massasurveillance naar autocratische regimes. Investeringen vanuit en in autocratische landen 

toetsen we streng op veiligheidsrisico’s, net als gezamenlijke kennisprojecten.

3.1.11 Wapenbeheersing. We ijveren voor naleving en aanscherping van afspraken over 

conventionele en nucleaire wapenbeheersing. We steunen de oproep van de secretaris-generaal 

van de VN om autonome wapens bij verdrag te verbieden, nemen hier de leiding in en vergaren 

hier actief medestanders voor. Ook willen we aanscherping van de afspraken tegen militarisering 

van de ruimte en een gedragscode tegen digitale oorlogsvoering, als opmaat naar een verdrag. 

We bevorderen de ondertekening en ratificatie van de verdragen die landmijnen en clustermunitie 

verbieden en wapenhandel aan banden leggen.

3.1.12 Kernwapens de wereld uit. We zetten ons krachtig in voor de wereldwijde afbouw van 

kernwapens en nemen als EU het voortouw bij onderhandelingen over (kern)wapenbeheersing. 

3.1.13 Vredesmissies. De deelname aan vredesoperaties is een investering in collectieve 

veiligheid. We zorgen ervoor dat dit hand in hand gaat met langdurige en effectieve diplomatie, 

humanitaire hulp, wederopbouw en terrorismebestrijding. De Europese Dienst voor Extern 

Optreden (EDEO) moet hier een grotere rol in spelen. We werken hierbij nauw samen met spelers 

zoals de Verenigde Naties en de Afrikaanse Unie.



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 55 Europese Parlementsverkiezingen 2024

3.1.14 Vredesdiplomatie. We gaan als EU meer doen om politieke oplossingen voor conflicten 

mogelijk te maken. Recente ervaringen in Afghanistan en de Sahel onderstrepen dat missies 

waarbij de militaire inzet dominant is, zelden tot echte vrede leiden. Daarvoor is vredesdiplomatie 

een voorwaarde, ondersteund door gerichte ontwikkelingssamenwerking om de oorzaken van 

conflicten aan te pakken. We willen meer vrouwen en vertegenwoordigers van minderheden aan 

de onderhandelingstafel om de kans op duurzame vrede te vergroten.

3.1.15 Bestraffing oorlogsmisdaden. We oefenen diplomatieke druk uit op andere landen, 

waaronder de Verenigde Staten, om het Statuut van het Internationaal Strafhof te ondertekenen 

en te ratificeren en om verdachten tegen wie een arrestatiebevel is uitgevaardigd – waaronder 

de Russische president Poetin – uit te leveren aan het Hof. We steunen de oprichting van een 

speciaal tribunaal voor de berechting van de Russische agressie tegen Oekraïne.

3.1.16 Feministisch Europees buitenlandbeleid. We hebben oog en oor voor de meest 

kwetsbare groepen en nemen gendergelijkheid coherent mee in ons gehele buitenlandbeleid. Met 

een feministisch Europees buitenland- en ontwikkelingsbeleid beogen we de rechten van vrouwen 

en meisjes te vergroten, hun stem te versterken en hun hulpbronnen te vermeerderen. De EU zet 

zich wereldwijd in voor de rechten en het decriminaliseren van de LHBTQIA+-gemeenschap.

3.1.17 Tegengaan sabotage en desinformatie. We werken samen met bondgenoten aan de 

bescherming van fysieke en digitale infrastructuur en van windparken op zee tegen sabotage, aan 

de afweer van spionage en desinformatiecampagnes en aan de versterking van cyberveiligheid.

3.1.18 Mensenrechtentoets. Er komt een verplichte mensenrechtentoets voor alle EU-

buitenlandfinanciering, plus actieve monitoring van projecten. De Europese Commissie legt meer 

rekenschap af aan het Europees Parlement. Er komt een publieke databank met informatie over 

alle EU-buitenlandprojecten. 

3.2 Internationale solidariteit en strategische verbondenheid

3.2.1 Solidariteitspact. We sluiten een solidariteitspact binnen de EU waarin lidstaten 

toezeggen behalve hun defensie-uitgaven ook de bestedingen aan internationale samenwerking, 

internationale klimaatsteun en compensatie voor klimaatschade te laten stijgen totdat de EU en 

de lidstaten aan de internationale afspraken voldoen. Dit betekent dat EU-landen ten minste 0,7% 

van hun bruto nationaal inkomen (bni) besteden aan ontwikkelingssamenwerking. Uitgaven voor 

klimaatfinanciering komen daar bovenop.

3.2.2 Ongebonden hulp. Ontwikkelingsgeld moet terechtkomen bij de mensen die dit het hardst 

nodig hebben, en is niet bedoeld om het Europese bedrijfsleven te spekken. We geven alleen 

ongebonden hulp. Grensbewaking en de terugkeer van uitgeprocedeerde migranten worden niet 

gefinancierd met Europees ontwikkelingsgeld.

3.2.3 Coherent beleid. We voeren een duurzame coherentietoets in: besluiten op het gebied 

van bijvoorbeeld handel, investeringen, landbouw, veiligheidsbeleid en wapenhandel mogen de 

Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) niet ondermijnen, maar moeten deze juist ondersteunen. 

Belastingontwijking door bedrijven die hun winsten wegsluizen uit het mondiale Zuiden – onder 

andere via doorsluisland Nederland – pakken we steviger aan.

3.2.4 Schuldkwijtschelding. We zetten ons in voor kwijtschelding van de torenhoge schuldenlast 

van de armste landen en maken hier afspraken over met hen.



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 56 Europese Parlementsverkiezingen 2024

3.2.5 Ontwikkelingsbanken. We vergroten de beschikbare financiering van de Europese en 

overige multilaterale ontwikkelingsbanken voor lage- en middeninkomenslanden. Daarbij oefenen 

we maximale druk uit om de hervormingsagenda voor deze banken in de praktijk te brengen. 

Deze omvat meer middelen voor klimaatfinanciering en de Duurzame Ontwikkelingsdoelen 

(SDG’s), meer aandacht voor de houdbaarheid van schulden en betere coördinatie tussen de 

banken.

3.2.6 Global Gateway. We breiden het Global Gateway-programma voor Afrika, Azië en Zuid-

Amerika uit. Dit programma is een goede eerste stap om tegenwicht te bieden aan de schadelijke 

Chinese invloed in het mondiale Zuiden, maar vergt dringend extra middelen. Hierbij moet 

Europa de belangen van het mondiale Zuiden expliciet meewegen. Daartoe belegt de EU een 

top met regeringsleiders én vertegenwoordigers van regionale en lokale gemeenschappen, het 

maatschappelijk middenveld en kwetsbare groepen. Grote infrastructuurprojecten vereisen 

inspraak en komen in publieke handen. De toegang tot drinkwater, sanitatie en andere 

basisvoorzieningen krijgt hogere prioriteit.

3.2.7 Klimaatschadefonds. De EU neemt het voortouw in het verder ontwikkelen en uitbreiden 

van het klimaatschadefonds, dat hulp biedt aan landen die lijden onder de gevolgen van 

klimaatverandering.

3.2.8 Gelijkwaardige partnerschappen. We erkennen dat ontwikkelingssamenwerking 

tweerichtingsverkeer moet zijn. Europa gaat leren van het mondiale Zuiden, bijvoorbeeld over de 

verbondenheid tussen mens en natuur of de omgang met extreme droogte. We vragen actief aan 

lokale gemeenschappen en kwetsbare groepen in het mondiale Zuiden wat zij nodig hebben voor 

de uitvoering van hun concrete plannen. Daartoe stelt de EU een klankbordgroep in, die gevraagd 

en ongevraagd de Europese instellingen adviseert. 

3.2.9 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten. We komen wereldwijd op voor 

seksuele en reproductieve gezondheid en rechten. We financieren ontwikkelingsprogramma’s die 

geweld tegen vrouwen – waaronder vrouwenbesnijdenis – bestrijden, moedersterfte terugdringen, 

de toegang tot voorbehoedsmiddelen verbeteren, seksuele voorlichting promoten, veilige abortus 

mogelijk maken, en mensen met een beperking toegang geven tot werk en onderwijs. 

3.2.10 Mondiale voedselzekerheid. We investeren in mondiale voedselzekerheid door 

kennisdeling met landen in het mondiale Zuiden. We zetten ons in voor verhoging van de 

landbouwproductiviteit in partnerlanden in het mondiale Zuiden. Duurzame voedselproductie 

voor lokale markten staat daarbij centraal, onder meer door klimaatadaptieve landbouw. We 

bevorderen de samenwerking tussen boeren en bieden meer kredieten aan voor duurzame 

investeringen. We komen op voor het recht van kleinschalige boeren om zaaigoed op te slaan, te 

bewaren, te ruilen en te verhandelen.

3.2.11 Sociale zekerheid. Met het oog op mondiale bestaanszekerheid steunen we 

initiatieven voor de invoering van sociale zekerheid in lage en middeninkomenslanden, zoals 

ziektekostenverzekeringen, binnen het verband van de Internationale Arbeidsorganisatie.

3.2.12 Regionale samenwerkingsverbanden. We versterken de samenwerking tussen de EU en 

andere regionale samenwerkingsverbanden, zoals de Afrikaanse Unie. Daarbij zetten we in op co-

creatie en gelijkwaardige samenwerking, voorbij het eigenbelang. 



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 57 Europese Parlementsverkiezingen 2024

3.3 Eerlijke handel

3.3.1 Eerlijke handelsverdragen. We ontwikkelen een nieuw EU-handelsbeleid, dat sociale 

en groene voorwaarden stelt aan handelsafspraken, in lijn met de kernconventies van de 

Internationale Arbeidsorganisatie en het Klimaatakkoord van Parijs. We staan open voor 

nieuwe handelssamenwerking met landen wereldwijd, mede met het oog op diversificatie 

van onze toeleveringsketens. Verdragen moeten afdwingbare bepalingen over democratie, 

mensenrechten, arbeidsomstandigheden, milieu, klimaat, natuur, voedselstandaarden en 

eerlijke belastingafdrachten bevatten. Dit betekent dat we handelsverdragen zoals met Nieuw-

Zeeland steunen, maar het huidige voorstel voor het verdrag tussen de EU en Mercosur (Brazilië, 

Argentinië, Uruguay en Paraguay) niet. Investeerders krijgen geen speciale behandeling.

3.3.2 Zorgplicht voor bedrijven. We verplichten alle bedrijven om te opereren binnen de grenzen 

van onze planeet en te voldoen aan milieu-, mensen- en kinderrechtenverdragen. Bedrijven 

die op de EU-markt actief zijn moeten onderzoeken wat de impact is van hun waardeketen op 

mensen- en arbeidsrechten, natuur en klimaat, anti-corruptie en bestuur. Misstanden dienen zij 

aan te pakken. We blijven daarom strijden voor een Europese Wet Internationaal Maatschappelijk 

Verantwoord Ondernemen (IMVO). De sancties voor niet-naleving worden strikt uitgevoerd. 

3.3.3 Geen dwangarbeid in producten. We verbieden de import van producten die gemaakt zijn 

met dwangarbeid, inclusief kinderarbeid. Bedrijven zijn verantwoordelijk om aan te tonen dat geen 

dwangarbeid gemoeid is met het maken van hun producten. Slachtoffers moeten de mogelijkheid 

tot verhaal en herstel hebben.

3.3.4 Waardetoevoeging in het mondiale Zuiden. Door kennis te delen stellen we het 

mondiale  Zuiden in staat om bijvoorbeeld zelf batterijen of vaccins te produceren. De 

grondstoffenpartnerschappen die de EU sluit moeten de binnenlandse verwerking van 

grondstoffen en de daarmee samenhangende ontwikkeling van groene technologie, 

hernieuwbare energie en verantwoorde recycling bevorderen en lokaal eigenaarschap versterken. 

Importheffingen mogen bewerkte producten niet zwaarder belasten dan onbewerkte producten. 

De EU ziet erop toe dat winning en verhandeling van kritieke grondstoffen plaatsvindt tegen 

eerlijke prijzen en binnen in internationale verdragen vastgelegde normen voor de bescherming 

van mens en milieu.

3.3.5 Hervorming WTO. We zetten ons in voor het hervormen van de regels van de 

Wereldhandelsorganisatie (WTO). Er komt meer ruimte voor landen in het mondiale Zuiden om 

hun eigen economieën beschermd te ontwikkelen. Milieu- en natuurbescherming, fundamentele 

arbeidsnormen, mensenrechten, voedselzekerheid, voedselveiligheid en dierenwelzijn worden 

beter verankerd in de WTO-regels. Daardoor krijgen regeringen en ook de EU meer ruimte om 

oneerlijke concurrentie tegen te gaan.

3.3.6 Excuses voor slavernij en kolonialisme. We erkennen dat oneerlijke handel, die veel 

landen in mondiale Zuiden veroordeelt tot de rol van leveranciers van goedkope grondstoffen aan 

het Noorden, voortvloeit uit eeuwen van slavernij en kolonialisme. De EU kijkt kritisch naar haar 

eigen rol en bevordert dat lidstaten verantwoordelijkheid dragen voor slavernij en kolonialisme, 

hun excuses aanbieden en in gesprek gaan met nakomelingen van tot slaaf gemaakten en met 

voormalige koloniën over herstelprogramma’s. De EU bestrijdt ook moderne slavernij, zoals 

gedwongen arbeid door arbeidsmigranten, commerciële seksuele uitbuiting en gedwongen 

huwelijken.



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 58 Europese Parlementsverkiezingen 2024

3.4 Integratie verdiepen en uitbreiden 

3.4.1 Eenduidig optreden. We versterken de Europese diplomatie en zetten ons in voor 

activering van de EU-verdragsclausule die meerderheidsbesluitvorming mogelijk maakt in het 

buitenlandbeleid. Daarbij versterken we ook de controle door het Europees Parlement.

3.4.2 Uitbreiding. We ondersteunen de kandidaat-lidstaten op de Westelijke Balkan en Oekraïne, 

Moldavië en Georgië veel actiever in hun weg naar het EU-lidmaatschap. Daarbij houden we 

strikt vast aan de voorwaarden om democratische hervormingen door te voeren. We pleiten voor 

stapsgewijze toetreding. Landen worden bijvoorbeeld eerst alleen lid van de douane-unie. We 

koppelen subsidies uit het toetredingsfonds sterker aan rechtsstatelijke, sociale en democratische 

hervormingen. We stellen ons hard op wanneer een kandidaat-lidstaat democratische 

hervormingen terugdraait en gaan Russische en Chinese inmenging tegen.

3.4.3 Interne toetredingshervormingen. De EU kijkt kritisch naar de effectiviteit van het 

huidige toetredingsproces. We schaffen het veto van de EU-lidstaten bij tussenstappen in het 

toetredingsproces af, zodat één land dit proces niet kan gijzelen. De volgende Eurocommissaris 

voor toetreding komt expliciet niet uit een land waar de rechtsstaat onder druk staat.

3.4.4 Turkije. De toetredingsonderhandelingen met het Turkije van Erdoğan blijven bevroren. We 

starten deze onderhandelingen alleen weer op wanneer de mensenrechten aanzienlijk verbeterd 

zijn en het buitenland- en veiligheidsbeleid van Turkije in de pas loopt met dat van de EU.

3.4.5 Europese diplomatie. Ambassades en consulaten van EU-landen werken nauwer samen 

met de posten van de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO). Deze dienst versterkt 

zijn capaciteit voor crisispreventie en vredesopbouw. We vergroten de Europese inspanningen 

voor ecologische diplomatie. Visumverstrekking besteden we niet langer uit aan commerciële 

bedrijven.

3.4.6 Verenigd Koninkrijk. We streven nauwere samenwerking na met het Verenigd Koninkrijk, 

zoals op het gebied van hernieuwbare energie en defensie. Desgewenst kan het land weer EU-lid 

worden. 

3.4.7 Nabuurschap. Met het nabuurschapsbeleid van de EU bevorderen we hulp-, investerings- 

en handelsrelaties die eerlijk en duurzaam zijn en ondersteunen we hervormingsprocessen. We 

geven niet alleen steun aan regeringen, maar ook aan maatschappelijke organisaties.

3.4.8 Europese Politieke Gemeenschap. We benutten de Europese Politieke Gemeenschap 

als forum voor overleg en samenwerking met democratische Europese landen die geen uitzicht 

hebben op EU-lidmaatschap of dat niet nastreven. 

3.4.9 Caribisch deel van het Koninkrijk. We blijven Aruba, Curaçao, Sint-Maarten en de BES-

eilanden de ruimte bieden om zelf te kiezen of zij buiten het grondgebied van de EU blijven of er 

als ‘ultraperifeer gebied’ deel van gaan uitmaken. Welke keuze zij ook maken, de eilandbewoners 

hebben recht op een gezonde leefomgeving. De EU en Nederland bieden steun bij stapsgewijze 

invoering en handhaving van Europese wetten die mensen en de natuur ten goede komen.



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 59 Europese Parlementsverkiezingen 2024

3.5 Grip op arbeidsmigratie

3.5.1 Een einde aan uitbuiting. Voor ondernemingen die van uitbuiting van arbeidsmigranten een 

verdienmodel hebben gemaakt, zien we geen plek in de EU. We laten het minimumloon stijgen en 

stimuleren bedrijven om te verduurzamen en goede arbeidsomstandigheden te bieden. Met een 

Europees socialezekerheidsnummer en strenge handhaving tegen oneigenlijke concurrentie op 

arbeidsvoorwaarden, gaan we sociale dumping tegen. Bedrijven die nationale arbeidswetgeving 

via grensoverschrijdende (schijn)constructies ontwijken, belanden op een zwarte lijst.

3.5.2 Tegengaan schimmige constructies. We herzien de Europese uitzendrichtlijn, 

zodat enkel fatsoenlijke uitzendbureaus nog op de interne markt kunnen opereren met een 

vergunning. We zorgen voor ketenaansprakelijkheid en transparantie over wie de werkgever 

is van arbeidsmigranten. Nu worden er vaak schimmige constructies met uitzendbureaus 

of onderaannemers gebruikt waardoor het niet altijd duidelijk is wie aansprakelijk is voor de 

misstanden.

3.5.3 Gelijke rechten. We beschermen werknemers, en daarmee ook arbeidsmigranten, beter 

tegen uitbuiting door werkgevers, bijvoorbeeld door werkgevers te verplichten tenminste 85% 

van hun Nederlandse en EU-werknemers rechtstreeks in dienst te nemen. Werknemers van 

buiten de EU worden altijd rechtstreeks in dienst genomen bij de werkgever voor wie zij gaan 

werken. Uitgangspunt is de gelijke behandeling met EU-burgers, bijvoorbeeld op beloning en 

arbeidsvoorwaarden. Lidstaten moeten ervoor zorgen dat arbeidsmigranten goed geïnformeerd 

zijn over hun rechten. Waar werkgevers voorzien in huisvesting, moet die fatsoenlijk zijn en 

arbeidsmigranten uit derde landen krijgen dezelfde huurrechten als EU-burgers. Werkgevers 

mogen de kosten voor huisvesting niet meer van hun loon aftrekken. Werkgevers moeten 

zorgen voor taallessen onder werktijd om bij te dragen aan integratie. Vakbonden krijgen meer 

mogelijkheden om bij te dragen aan gelijke arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden in de 

EU. Fiscale regelingen die zorgen voor oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden, zoals 

belastingvoordeel voor expats, schaffen we af. Derdelanders die hier al langer dan vijf jaar 

verblijven en een Europese permanente verblijfsvergunning hebben verworven, krijgen recht op 

vrij verkeer.

3.5.4 Betere handhaving. Brievenbusfirma’s en lange ketens met onderaannemingen gaan 

we tegen om oneerlijke concurrentie op loonkosten en andere sociale dumping te voorkomen 

over de ruggen van arbeidsmigranten. Om misstanden aan te pakken en grensoverschrijdende 

fraude- en uitbuitingsconstructies aan te pakken, versterken we het mandaat van de Europese 

Arbeidsinspectie. Het is belangrijk dat de Europese Arbeidsinspectie ook bevoegdheden krijgt 

om zelf misstanden te onderzoeken, inspecties te coördineren en de uitbuiting van derdelanders 

aan te pakken. Ook stelt de EU een minimumnorm voor het aantal inspecties in verhouding tot de 

beroepsbevolking.

3.5.5 Gerichte arbeidsmigratie. In essentiële sectoren die bijdragen aan onze brede welvaart 

kan arbeidsmigratie bijdragen aan het oplossen van arbeidstekorten. Maar dat kan alleen 

wanneer we arbeidsmigratie goed reguleren en er sprake is van eerlijk, veilig en goed(betaald) 

werk. We kiezen bij arbeidsmigratie van buiten de EU voor gerichte arbeidsmigratie gestuurd 

vanuit de overheid. De samenleving houdt de regie, in plaats van louche uitzendbureaus of 

bedrijven die draaien op uitbuiting. Overheden selecteren samen met sociale partners gericht 

de essentiële sectoren - en daarbinnen de specifieke functies - waar er op dat moment mensen 

nodig zijn. Hierbij dekken werkgevers verplicht de arbeidsmigratiekosten om naar de EU te komen 



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 60 Europese Parlementsverkiezingen 2024

en om terug te gaan. Arbeidsmigranten kunnen hun opgebouwde sociale rechten bij terugkeer 

meenemen naar hun land van herkomst.

3.6 Een rechtvaardig, humaan en realistisch asielbeleid

3.6.1 Veilige routes. Voor vluchtelingen zorgen we voor meer veilige en legale migratieroutes, 

zodat zij niet langer genoodzaakt zijn om irreguliere en levensgevaarlijke tochten te ondernemen. 

De EU zet veel meer in op hervestiging, waarbij de Verenigde Naties ter plekke in de regio de 

meest kwetsbare vluchtelingen selecteert en hen veilig naar Europa brengt. We maken hierover 

jaarlijkse afspraken in de EU op basis van de aanbevelingen van de vluchtelingenorganisatie van 

de Verenigde Naties (UNHCR) en de Europese Commissie ziet erop toe dat lidstaten zich aan 

deze afspraken houden. We willen elk jaar een grote groep kwetsbare vluchtelingen opnemen.

3.6.2 Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel. We streven naar meer gelijkheid tussen 

lidstaten als het gaat om de behandeling van en verantwoordelijkheid voor asielzoekers, duidelijke 

afspraken over een evenredige verdeling van vluchtelingen en afspraken over terugkeer met 

herkomstlanden. Zo voorkomen we een ‘race naar de bodem’, waarbij lidstaten asielzoekers 

slechter behandelen in de hoop dat ze in een ander land asiel aanvragen.

3.6.3 Eerlijke spreiding van asielzoekers. We spreiden asielzoekers evenredig over de lidstaten, 

waarbij we rekening houden met de draagkracht van samenlevingen en met de belangen van 

de asielzoeker, zoals al aanwezige familieleden in een opvangland. We spreken ons uit tegen 

de mogelijkheid om verplichtingen af te kopen of mensen in maandenlange procedures aan de 

Europese buitengrens vast te zetten.

3.6.4 Gelijke kans op asiel. Om iedereen een gelijke kans op asiel te garanderen, in welke 

lidstaat ze ook asiel aanvragen, ontwikkelen we op Europees niveau eenduidige en transparante 

landeninformatie met aanbevelingen voor de beoordeling van een asielverzoek.

3.6.5 Kinderen mogen niet in detentie terechtkomen. We staan voor het recht op gezinsleven 

en scheiden kinderen niet van hun familie. We waarborgen de belangen van alleenstaande 

kinderen in de asielprocedure door hen een voogd aan te wijzen. Ze krijgen snellere procedures 

en kinderen die jonger zijn dan 12 jaar stellen we niet bloot aan verhoren van overheidsinstanties. 

Kinderen sluiten we nooit op.

3.6.6 Eerlijke, snelle en gelijke procedures. Iedere asielzoeker heeft recht op een fatsoenlijke 

asielprocedure. Mensen uit veilige herkomstlanden krijgen een snelle doch zorgvuldige procedure 

aan de buitengrens. Opvang vindt altijd plaats met respect voor de Europese Opvangrichtlijn. 

Tijdens de procedure hebben asielzoekers recht op rechtsbijstand, het recht op beroep en andere 

waarborgen die in het Europese recht zijn vastgelegd. Niemand wordt teruggestuurd naar een 

land waar het onveilig is. De Europese Commissie grijpt consequent in wanneer een lidstaat zich 

niet aan deze regels houdt door middel van inbreukprocedures en het inhouden van Europees 

geld voor die landen.

3.6.7 Voldoende humane opvangcapaciteit. We investeren in voldoende en menswaardige 

capaciteit voor asielopvang en bieden extra ondersteuning aan de zuidelijke EU-lidstaten waar 

nodig. Het Europees Asielagentschap ziet erop toe dat de rechten van asielzoekers volledig 

worden nageleefd. We zorgen voor voldoende (psychische) gezondheidswerkers, tolken en 



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 61 Europese Parlementsverkiezingen 2024

advocaten op plekken waar asielzoekers aankomen. We voorkomen mogelijke overlast - vaak 

door de kleine groep asielzoekers die geen enkel perspectief heeft op asiel - met kleinschalige 

opvang en snelle, zorgvuldige procedures. Wanneer er toch sprake is van overlast pakken 

we overlastgevers strenger aan en zorgen we dat zij zo snel mogelijk terugkeren naar hun 

herkomstland als ze uitgeprocedeerd zijn. We versterken de positie van LHBTQIA+-personen met 

veilige opvanglocaties voor deze groep.

3.6.8 Effectief terugkeerbeleid. Wie na een procedure niet mag blijven in de EU, moet 

sneller terugkeren naar het land van herkomst. Daarom willen we serieuzer werk maken van 

overeenkomsten met herkomstlanden in EU-verband. Het respecteren van mensenrechten en 

veiligheid staat hierbij voorop. Deze landen bieden we een overtuigend aanbod waarvan beide 

landen profiteren, zoals werkvisa voor legale migranten of studievisa en beurzen voor studenten. 

We stimuleren vrijwillige terugkeer met terugkeer- en re-integratieprogramma’s - inclusief 

psychische hulpverlening waar nodig - en verbeteren de samenwerking tussen de betrokken 

instanties om terugkeer effectiever uit te voeren. Detentie van uitgeprocedeerde asielzoekers is 

onwenselijk en accepteren we alleen als laatste middel en voor zo kort mogelijke tijd.

3.6.9 Internationale migratieafspraken. Om vluchtelingen in buurlanden beter te beschermen, 

veilige routes mogelijk te maken, terugkeerafspraken te maken of irreguliere migratie te 

ontmoedigen, kunnen migratieafspraken met derde landen nodig zijn, mits aan strikte 

voorwaarden is voldaan. Zulke afspraken maken we alleen als vluchtelingen in deze landen veilig 

zijn, hun mensenrechten worden gerespecteerd en zij een bestaan kunnen opbouwen. Hiervoor 

is onafhankelijk toezicht en een mensenrechtentoets vooraf nodig. We sluiten voortaan alleen 

formele afspraken waarop het Europees Parlement en het Europese Hof van Justitie controle 

kunnen uitoefenen.

3.6.10 Humane opvang van ongedocumenteerden. Ongedocumenteerde migranten 

hebben toegang tot basisvoorzieningen, zoals medische zorg, onderdak, leerplichtonderwijs 

en rechtsbijstand. Verblijf in de illegaliteit is onwenselijk en gaan we tegen. Als afgewezen 

asielzoekers niet kunnen terugkeren om redenen die buiten hun macht liggen, krijgen zij humane 

opvang. Als terugkeer blijvend onmogelijk is, zoeken we een duurzame oplossing, bijvoorbeeld 

met verblijfsrecht.

3.6.11 Mensenrechten aan de buitengrenzen. Er komt een einde aan pushbacks en 

geweld aan de Europese buitengrenzen. We zorgen voor goed uitgeruste en onafhankelijke 

monitoringsmechanismen om mensenrechten aan de grens te garanderen. Het EU-

Grondrechtenbureau houdt hier toezicht op. De Europese Commissie ziet erop toe dat alle 

lidstaten hun verplichtingen nakomen en treedt op wanneer dit niet het geval is.

3.6.12 Mensenrechtenschendingen. We stoppen EU-financiering en Frontex-operaties als 

lidstaten zich schuldig maken aan mensenrechtenschendingen tot lidstaten die gebreken volledig 

hersteld hebben. Bij medeplichtigheid aan mensenrechtenschendingen zijn EU-agentschappen 

ook aansprakelijk en worden er juridische maatregelen getroffen tegen betrokkenen. Ook zien we 

erop toe dat er geen Europees geld gaat naar onmenselijke en ineffectieve maatregelen als het 

bouwen van muren.

3.6.13 Frontex. De plannen om Frontex naar niet-EU-landen te sturen, bevriezen we tot Frontex 

grote hervormingen heeft doorgevoerd en zich aantoonbaar houdt aan de mensenrechten. 

Bovendien mag deze ondersteuning alleen verleend worden aan derde landen die toegang tot een 

goede asielprocedure garanderen.



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 62 Europese Parlementsverkiezingen 2024

3.6.14 Humanitair visum. Mensen die op individuele gronden niet veilig zijn in hun land, kunnen 

een humanitair visum aanvragen bij diplomatieke posten van de EU.

3.6.15 Financiering opvang in de regio. De buurlanden van conflictregio’s vangen het overgrote 

deel van de vluchtelingen wereldwijd op. De EU zet zich in voor mondiale solidariteit door middel 

van een vluchtelingenfonds, waarmee ook deze vluchtelingen recht krijgen op menswaardige 

opvang en een toekomstperspectief. We intensiveren humanitaire en ontwikkelingshulp en komen 

ook tegemoet aan de noden van lokale (gast)gemeenschappen. We dragen bij aan projecten in 

andere derde landen om bescherming en mensenrechten te garanderen in een doorreisland, en 

om ondersteuning te bieden aan terugkeer en het opbouwen van een duurzaam bestaan in het 

herkomstland.

3.6.16 Search and rescue. Wie in nood is op zee, redden we. We steunen een Europese search 

and rescue-missie waarin lidstaten en Frontex samen verantwoordelijkheid nemen wanneer een 

boot in gevaar komt en zorgen voor ontscheping in een Europese haven. De reddingscapaciteit 

op zee breiden we aanzienlijk uit en coördineren we Europees. We staan achter ngo’s en 

individuen die mensenlevens redden en criminaliseren hen niet.

3.6.17 Libië. We moeten migratiesamenwerking met Libië stopzetten totdat de detentiecentra 

van migranten zijn gesloten en er harde garanties zijn voor de adequate bescherming van de 

rechten van migranten. We zetten ons via initiatieven zoals de AU-EU-UN Tripartite Taskforce in 

Libië actief in voor de sluiting van detentiecentra, het voorkomen van mensenrechtenschendingen 

en harde garanties voor de adequate bescherming van de rechten van migranten. Onder geen 

beding mag de EU betalen voor het terugslepen van migranten naar mensonterende situaties.

3.6.18 Transparante financiering. Er gaat Europees geld naar menswaardige opvang en 

snellere, eerlijke asielprocedures. De Europese Commissie publiceert voortaan hoeveel EU-geld 

er binnen en buiten de EU naar migratie en grensbeheer gaat, en naar welke specifieke projecten. 

Er komt een bindende mensenrechtentoets voor migratie- en grensprojecten met onafhankelijke 

monitoring.

3.6.19 Opvang Oekraïners. De succesvolle opvang van Oekraïense vluchtelingen is een 

voorbeeld van Europese solidariteit. We verlengen voorlopig de tijdelijke beschermingsrichtlijn 

voor vluchtelingen uit Oekraïne, maar indien de oorlog langer aanhoudt zoeken we naar 

mogelijkheden voor mensen om zich op lange termijn te vestigen in Nederland en andere EU-

landen. Voor de derdelanders uit Oekraïne moet er een adequate oplossing worden gezocht, 

zodat zij niet tussen wal en schip vallen.

3.6.20 Integratie. We passen lessen die we kunnen trekken uit de opvang en integratie 

van Oekraïners toe bij vluchtelingen uit andere landen. We bevorderen dat ook zij eerder en 

gemakkelijker tijdens hun procedure al aan het werk kunnen en taalles krijgen. Statushouders 

krijgen toegang tot effectief inburgeringsonderwijs en begeleiding naar de arbeidsmarkt.



Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 63 Europese Parlementsverkiezingen 2024

Verantwoording 

We danken iedereen die hieraan een bijdrage heeft geleverd. Waar beide partijen reeds begonnen 

waren aan twee afzonderlijke verkiezingsprogramma’s voor het zomerreces in 2023, brachten 

de vervroegde Tweede Kamerverkiezingen de samenwerking in een stroomversnelling. We zijn 

veel dank verschuldigd aan de werkgroepen, afzonderlijke leden, medewerkers en alle experts 

en (maatschappelijke) organisaties die een bijdrage hebben geleverd aan dit programma. Jullie 

bijdrage was enorm waardevol.

Ook danken wij de constructieve en nuttige feedback die we op verschillende momenten kregen 

van de Tweede Kamerfractie van GroenLinks-PvdA, de GroenLinks- en PvdA-delegaties in 

het Europees Parlement, de Wetenschappelijke Bureaus, de PES, de EGP en verschillende 

partijnetwerken en belangengroepen op specifieke onderdelen. 

Gezien de groeiende samenwerking tussen GroenLinks en PvdA onderhielden beide 

programmacommissies al vanaf het begin nauw contact. In september organiseerden 

we een eerste gezamenlijke, informele bijeenkomst. Na de uitslag van het referendum 

over een gezamenlijk verkiezingsprogramma is in heel korte tijd een eerste gezamenlijk 

concept geschreven op basis van de stukken die er al lagen. Het feit dat er net een sterk 

verkiezingsprogramma voor de Tweede Kamerverkiezingen was verschenen - inclusief 

daaropvolgende discussies en besluiten tijdens het partijcongres - heeft ons daarbij erg 

geholpen. 

We zijn iedereen die een bijdrage heeft geleverd ontzettend dankbaar voor hun tijd en 

betrokkenheid. Op naar een mooie campagne en een goede verkiezingsuitslag!

Samenstelling programmacommissie

De programmacommissie voor de Europese verkiezingen 2024:

Niels van den Berge (vicevoorzitter) 

Bas Bijlsma (voorzitter) 

Lara Depla 

Bas Eickhout 

Michiel Emmelkamp 

Anne-Marijn Epker (secretaris/penvoerder) 

Gebke van Gaal 

Simona de Heer (secretaris/penvoerder) 

Erik Hormes 

Ties Huis in ’t Veld