Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 5 Europese Parlementsverkiezingen 2024
Daarbij staan we pal voor onze rechten en democratie. Onze rechten
en vrijheden gelden voor iedereen en mogen nooit ingeperkt worden
omwille van je achtergrond of identiteit, seksuele geaardheid, geslacht
of gender. Bij ons hoort iedereen erbij. En daarom willen we één
overkoepelende Europese antidiscriminatiewet. Regeringen die
democratische principes aan hun laars lappen, krijgen geen Europees
geld meer. Voor autocraten is geen plaats in Europa.
Onze Europese vrijheid wordt niet alleen van binnenuit bedreigd. Aan
onze grenzen woeden bloedige oorlogen in Oekraïne en in Gaza. De
steun van de Verenigde Staten als onze bondgenoot is veel minder
vanzelfsprekend geworden. Europa moet zijn positie in de wereld dan
ook grondig versterken. Onze bondgenoten in Oekraïne blijven we
volop steunen in de strijd voor hun voortbestaan. Zij vechten ook voor
onze vrijheid en veiligheid. Door te voldoen aan de NAVO-norm van
2% versterken we Europese defensiesamenwerking.
Internationale solidariteit gaat echter verder. Door ten minste te
voldoen aan de 0,7% - norm voor ontwikkelingssamenwerking
versterken we de bijdrage van de EU aan duurzame ontwikkeling en
armoedebestrijding. We geven binnen Europa onze migratie-aanpak
vorm. Want alleen als we over grenzen heen samenwerken, kunnen
we rechtvaardig, humaan en realistisch asielbeleid organiseren voor
wie vlucht voor oorlog en geweld. Tegelijkertijd zorgen we ervoor dat
we meer regie op migratie krijgen.
Meer dan ooit, hebben we een sterk en verenigd progressief Europa
nodig. We bouwen daarbij voort op onze successen, zoals de Green
Deal en een hoger minimumloon. Wij weten: samen sta je sterker.
Aan de slag.
Bas Eickhout
Lijsttrekker
A. ONZE VISIE 8
1. Een zeker bestaan, nu en in de toekomst 8
1.1 Zeker zijn van inkomen, goede voorzieningen en goed werk 8
1.2 Sociale ecologische transitie 9
1.3 Groene en sociale industriepolitiek 11
1.4 Europees investeren in een schone, sociale en veilige toekomst 12
1.5 Natuurherstel en eerlijk en gezond voedsel voor iedereen 13
1.6 Betaalbaar en groen vervoer 14
2. Opkomen voor onze rechten en democratie 15
2.1 De democratische rechtsstaat 15
2.2 Gelijke rechten 16
2.3 Leiderschap in de digitale wereld 16
2.4 Een betere EU 16
2.5 Een veilige samenleving 17
2.6 Onderwijs en cultuur 17
3. Veiligheid, voorspoed en solidariteit over grenzen heen 18
3.1 Strategische autonomie, veiligheid en mensenrechten 18
3.2 Internationale solidariteit en strategische verbondenheid 19
3.3 Eerlijke handel 20
3.4 Integratie verdiepen en uitbreiden 20
3.5 Grip op arbeidsmigratie 21
3.6 Een rechtvaardig, humaan en realistisch asielbeleid 22
INHOUD
B. ONZE BELEIDSVOORSTELLEN 24
1. Een zeker bestaan, nu en in de toekomst 24
1.1 Zeker zijn van inkomen, goede voorzieningen en goed werk 24
1.2 Sociale ecologische transitie 27
1.3 Groene en sociale industriepolitiek 31
1.4 Europees investeren in een schone, sociale en veilige toekomst 35
1.5 Natuurherstel en eerlijk en gezond voedsel voor iedereen 38
1.6 Betaalbaar en groen vervoer 43
2. Opkomen voor onze rechten en democratie 45
2.1 De democratische rechtsstaat 45
2.2 Gelijke rechten 46
2.3 Leiderschap in de digitale wereld 47
2.4 Een betere EU 49
2.5 Een veilige samenleving 50
2.6 Onderwijs en cultuur 52
3. Veiligheid, voorspoed en solidariteit over grenzen heen 53
3.1 Strategische autonomie, veiligheid en mensenrechten 53
3.2 Internationale solidariteit en strategische verbondenheid 55
3.3 Eerlijke handel 57
3.4 Integratie verdiepen en uitbreiden 58
3.5 Grip op arbeidsmigratie 59
3.6 Een rechtvaardig, humaan en realistisch asielbeleid 60
Verantwoording 63
Samenstelling programmacommissie 63
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 8 Europese Parlementsverkiezingen 2024
A. ONZE VISIE
Hoofdstuk 1: Een zeker bestaan, nu en in de toekomst
Een zeker bestaan staat of valt bij een eerlijke en groene samenleving. Nu en in de toekomst.
Groen en sociaal zijn twee kanten van dezelfde medaille. De oneerlijke economie van vandaag
zorgt ervoor dat veel mensen hun rekeningen niet kunnen betalen en heeft ons in een klimaatcrisis
gestort. De verwoestende klimaatcrisis eist nu al veel slachtoffers. En treft juist mensen met een
onzeker bestaan het hardst. Daarom horen mensen met een smalle beurs het eerst en het meest
te profiteren van vergroening. Wij streven naar een nieuwe economie die zekerheid biedt van een
goed inkomen en werk, een duurzame samenleving én goede voorzieningen. Door onze natuur,
landbouw en daarmee voedselvoorziening te verbeteren kunnen mensen ook een gezonder en
gelukkiger leven leiden.
Daarom investeren we in een toekomstbestendig en eerlijk Europa met een duurzame koers. Daar
plukt iedereen de vruchten van. Wij staan voor een Europese Unie waarin we naar elkaar omkijken
en waar bestaanszekerheid een gegeven is. Daarbij gaan sociale en groene vooruitgang hand
in hand. Deze transitie kan alleen slagen als iedereen kan meedoen. Met een stevige en sociale
aanpak van de klimaatcrisis garanderen we ook de bestaanszekerheid van de generaties na ons.
Zo worden we betere voorouders.
1.1 Zeker zijn van inkomen, goede voorzieningen en goed werk
Het huidige economische systeem is oneerlijk en moet socialer. Miljoenen Europeanen
hebben moeite de eindjes aan elkaar te knopen en een betaalbare woning te vinden. In goede
tijden stromen miljardenwinsten naar grote bedrijven en aandeelhouders. In slechte tijden vangen
juist gewone mensen en werknemers de klappen op. Waar multinationals vaak nauwelijks
belasting betalen, zitten mensen vast in dit systeem van groeiende ongelijkheid. Het mag niet
zo zijn dat marktwerking en bedrijfswinsten nog altijd boven sociale rechten en goede publieke
voorzieningen worden geplaatst. Europa moet zorgen dat welvaart veel eerlijker wordt verdeeld:
aandeelhouders, vermogenden en grote bedrijven moeten veel meer gaan bijdragen.
Daarom vergroten we de sociale rechtvaardigheid en maken we een stevige rode vuist
tegen alle krachten die Europa vooral als een markt zien. Dit is essentieel voor onze
vooruitgang en een toekomstbestendige samenleving. We zorgen voor een Europees sociaal
fundament, gebouwd op bestaanszekerheid en sterke vangnetten. We vangen de meest
kwetsbaren op en zorgen dat iedereen profiteert van een socialer Europa.
We bouwen voort op de Europese Pijler voor Sociale Rechten. We staan pal voor de rechten
van werknemers en versterken hun positie. Loon- en arbeidsomstandigheden verbeteren
we fors met stevige minimumvoorwaarden. We maken een einde aan asociale praktijken
als onbetaalde stages, nulurencontracten, schijnzelfstandigheid, uitbuiting en ongezonde of
gevaarlijke situaties op de werkvloer. Wij willen voor iedereen gelijk loon voor gelijk werk, en
gelijke kansen en behandeling op de werkvloer. We staan daarom voor eerlijke lonen, fatsoenlijke
werktijden, doorbetaalde pauzes. Hierbij horen ook sterke vangnetten zodat mensen ook een
waardig bestaan hebben als ze niet kunnen werken. Een slagvaardig sociaal Europa betekent dat
we onze behaalde resultaten voor toereikende minimumlonen en gelijke beloning voor mannen en
vrouwen beschermen. Om dat te bereiken maken we sociale rechten in Europa minstens net zo
hard als de financiële begrotingsregels.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 9 Europese Parlementsverkiezingen 2024
We verzetten ons tegen Europese liberaliseringsdrang en versterken publieke
voorzieningen, zoals toegang tot goede zorg, betaalbare woningen en goed onderwijs. De
Europese marktregels dienen overheden voortaan meer ruimte te bieden om essentiële diensten
terug in publieke handen te nemen en te versterken, van sociale huurwoningen tot betaalbaar
openbaar vervoer. Publiek geld moet werken als hefboom voor verandering. Daarbij mogen
groene en sociale vooruitgang nooit ondergeschikt raken aan een race naar de bodem voor de
laagste prijs.
De EU draagt bij aan de herverdeling in Europa. De megawinsten van bedrijven, zoals die in
de farmaceutische, fossiele of agro-industrie brengen we terug naar de huishoudens. We
maken een einde aan belastingparadijzen binnen en buiten de EU. De Europese Unie moet de
race naar steeds lagere winstbelastingen een halt toeroepen en de allergrootste vermogens eerlijk
belasten. Zo versterkt de EU bestaanszekerheid in alle Europese landen. En zo dient de EU als
steunpilaar waarop we de nationale sociale zekerheid versterken.
Om Europa socialer te maken trekken we samen op met onze partners. Samenwerking
tussen progressieve partijen, ngo’s en vakbonden in Europa werkt. Samen zorgden we al voor
hogere minimumlonen, beter ouderschapsverlof, wetgeving tegen de loonkloof en een Europese
arbeidsinspectie. En dit is pas het begin: onze strijd voor een eerlijker Europa gaat door.
1.2 Sociale ecologische transitie
We vormen ons economisch systeem om tot een groene en eerlijke welzijnseconomie.
Zo beschermen we mens en natuur, en leggen we binnen de ecologische, planetaire grenzen een
stevig sociaal fundament. Het bevorderen van brede welvaart staat hierbij centraal: de kwaliteit
van leven nu, in de toekomst en in de rest van de wereld.
Een groener Europa gaat hand in hand met een socialer Europa. Mensen met een
krappere beurs krijgen daarom als eersten toegang tot goedkope elektriciteit, schoon vervoer,
energiezuinige woningen en betaalbaar en gezond voedsel. Op die manier zijn klimaatmaatregelen
ook goed voor hun portemonnee. We bouwen het Sociaal Klimaatfonds fors uit en zorgen dat het
terechtkomt bij de meest kwetsbare inwoners.
Dat kunnen we in Nederland niet alleen; we hebben de Europese Unie erbij nodig. Met
de Europese Green Deal en het Sociale Klimaatfonds is daarvoor de basis gelegd. GroenLinks-
PvdA speelde hierin een sleutelrol. Maar er is nog een lange weg te gaan. We moeten sneller
overschakelen op schone technologie en tegelijk het verbruik van energie en grondstoffen fors
terugdringen. In plaats van de laagste prijs voor goederen en diensten, horen mens en milieu
voorop te staan.
Klimaatbeleid werkt en is van levensbelang. Terwijl de wereld tien jaar geleden nog
afstevende op 3,7 graden opwarming, is dat nu 2,7 graden als gevolg van klimaatbeleid, waarin
Europa koploper is. Maar ook deze temperatuurstijging heeft zeer grote gevolgen voor mens
en natuur. Klimaatverandering leidt elk jaar tot meer hittegolven, droogtes en overstromingen.
De zeespiegelstijging bedreigt dichtbevolkte kustgebieden. De aantasting van ecosystemen
veroorzaakt een uitstervingsgolf van dieren en planten en de klimaatcrisis bedreigt ook onze
volksgezondheid op allerlei manieren. Drinkwater wordt schaarser. En de vervuiling van lucht,
water en bodem eist jaarlijks miljoenen slachtoffers.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 10 Europese Parlementsverkiezingen 2024
We versnellen daarom de aanpak van de klimaatcrisis. In lijn met het Klimaatakkoord van
Parijs beperken we de wereldwijde opwarming tot anderhalve graad. Klimaatrechtvaardigheid
staat daarbij voorop. Rijke landen die het meest hebben bijgedragen aan klimaatverandering
moeten verantwoordelijkheid nemen. Daarom vinden wij dat de EU in 2040 klimaatneutraal
moet zijn. Dit vereist solidariteit met mensen en EU-landen die een grotere achterstand en
minder middelen hebben.
Dit vraagt een snelle uitfasering van fossiele brandstoffen, energiebesparing en een versnelde
uitrol van zonne- en windenergie. We helpen huishoudens verduurzamen. In 2035 kan al onze
elektriciteit hernieuwbaar zijn. We versterken de grensoverschrijdende samenwerking om dit
mogelijk te maken.
De verschillen tussen arm en rijk doen ertoe, ook in de ecologische transitie. Zo stoot de rijkste
tien procent van de EU-burgers zestien keer meer CO2 uit dan de armste tien procent. Het kan
niet zo zijn dat de rijksten hun huidige levensstijl voortzetten, terwijl mensen met lage
inkomens worstelen met de rekening voor voedsel, energie of vervoer. Wij nemen iedereen
mee, waarborgen een eerlijke aanpak, en gaan overconsumptie van de vermogende klasse tegen.
Dat is klimaatrechtvaardigheid.
Een eerlijke transitie kan niet zonder stevige arbeidsrechten. Duurzaam en eerlijk
ondernemen vraagt om een aanpassing van het bestuursmodel van bedrijven, met meer
oog voor de natuur en zeggenschap voor werknemers en hun vakbonden. Zo vergroten
we de kans dat bedrijven hun klimaatplannen daadwerkelijk uitvoeren en stellen we veilig en
goedbetaald werk zeker. We zorgen ervoor dat werkgevers én werknemers in elke sector actief
meepraten over de toekomst. Als we fossiele banen niet kunnen omzetten in groene banen,
helpen we mensen richting nieuw, duurzaam werk. We bieden een sociaal plan aan iedereen die
hiermee te maken krijgt. Subsidies of investeringen verstrekken we alleen als er goede banen
gecreëerd worden: vaste banen met stevig verankerde rechten.
Een eerlijke transitie stelt burgers ook in staat om zelf het voortouw te nemen. Initiatieven
om gezamenlijk hernieuwbare energie op te wekken, auto’s te delen of voedsel te verbouwen in
coöperaties verdienen alle steun. Regels die burgerinitiatieven in de weg zitten, passen we aan.
In burgerberaden laten we Europeanen meebeslissen over energie, mobiliteit en voedsel. Want
wanneer mensen de kans krijgen om zelf mee te denken over oplossingen, blijkt het draagvlak
voor vergroening enorm.
In een eerlijke, ecologische transitie kunnen de uitwassen van de
consumptiemaatschappij niet buiten schot blijven. Privéjets, superjachten, steeds
zwaardere SUV’s, maar ook wegwerpartikelen en producten als fast fashion, met een zeer korte
levensduur: het is niet houdbaar. De Europese Green Deal richt zich ook op het terugdringen
van overconsumptie van energie en grondstoffen. Producten moeten langer meegaan. Verder
stimuleren we de deeleconomie en collectieve oplossingen, geven we iedereen het recht op
reparatie van zijn spullen en leggen we reclame aan banden. Zo maken we een einde aan de
wegwerpmaatschappij.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 11 Europese Parlementsverkiezingen 2024
1.3 Groene en sociale industriepolitiek
We bouwen aan een toekomstbestendige economie. De manier waarop onze economie in
elkaar zit, staat aan de basis van de ecologische crisis en het sociale onrecht dat mensen keihard
raakt. Veel grote bedrijven en de allerrijksten veroorzaken de meeste schade. Dat kan niet langer.
We veranderen dit samen met werknemers en met bedrijven die wél voorbij de kwartaalcijfers
kijken en willen bijdragen aan mensen, het milieu en de maatschappij. We zorgen ervoor dat
duurzame koplopers, sociale ondernemingen en geduldige investeerders kunnen floreren. Dat
vraagt om een gelijk speelveld met sterke groene en sociale regels, zodat ze niet hoeven op te
boksen tegen bedrijven die draaien op uitbuiting en vervuiling. Hiervoor moeten we op Europees
niveau de regie pakken.
Bedrijven en hun werknemers spelen een sleutelrol in de transitie naar een innovatieve groene
welzijnseconomie. Daarvoor is stevige groene en sociale industriepolitiek nodig: een
Europees gecoördineerde ombouw van vervuilende, fossiele sectoren naar een kansrijke
maakindustrie voor de toekomst. Sectoren die geen toekomst hebben, bouwen we af. Door
samen te werken kan Europa de schaarse ruimte en middelen optimaal inzetten. Dat vraagt om
scherpe keuzes over hoe we de economie van de toekomst inrichten en wat we waar produceren.
We financieren de snelle ontwikkeling van sectoren en innovaties die we het hardst nodig
hebben: duurzame energie, circulaire verwerking van grondstoffen, schoon vervoer en betaalbare
medicijnen. Aan het uitgeven van publieke euro’s stellen we strikte groene en sociale eisen. De
honderden miljarden aan fossiele subsidies in Europa schaffen we af.
Onze maakindustrie wordt wereldleider in fossielvrije producten, zoals groen staal en
groene chemicaliën. Regio’s die hard worden geraakt door het afbouwen van de fossiele
industrie steunen we met extra middelen. Met industriepolitiek sturen we ook op een socialere
economie. Sectoren die draaien op uitbuiting, vaak van arbeidsmigranten, leggen we aan banden.
Een succesvolle transformatie van fossiele en verouderde sectoren dient als inspiratie voor
economieën buiten Europa. De kennis en technologie die wij verwerven, delen we met andere
landen. Hoe sneller we onze industrie vergroenen, hoe sterker we staan op het wereldtoneel.
Duurzaam en circulair grondstoffengebruik is cruciaal. We importeren nu veel van de
grondstoffen die we in Europa gebruiken. Daaraan kleeft vaak uitbuiting van mens en natuur
elders. Ook houdt dit onze afhankelijkheid van autoritaire regimes als Rusland en China in
stand. Dit moet anders. We maken een einde aan de wegwerpmaatschappij. Europese regels
dienen ervoor te zorgen dat producten lang meegaan, makkelijk te repareren zijn, en gerecycled
worden tot nieuwe producten. Zo houden we grondstoffen in kringloop. Het meest duurzaam
is namelijk het niet produceren van producten, omdat we ze niet nodig hebben. In een groene
welzijnseconomie delen we producten en diensten vaker. Onze economie kan in 2050 volledig
circulair zijn.
In de hele EU verplichten we bedrijven om te ondernemen met respect voor mens en
natuur. Zij moeten misstanden in hun wereldwijde ketens aanpakken in plaats van wegkijken.
Voor producten die zijn gemaakt met dwang- of kinderarbeid is geen plaats meer op de Europese
markt. We blijven strijden voor een nieuwe Europese wet over Internationaal Maatschappelijk
Verantwoord Ondernemen. Europese regels moeten langetermijnaandeelhouderschap stimuleren.
De beloningen van bestuurders van bedrijven koppelen we aan het behalen van sociale en
duurzaamheidsdoelen.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 12 Europese Parlementsverkiezingen 2024
De groene en sociale industriepolitiek van de EU moet richting geven aan zowel private
als publieke investeringen. Voor private investeringen hebben we een betrouwbare financiële
sector nodig, waar het spaargeld van mensen altijd veilig is. Die stabiliteit garanderen we met
gezonde bankbalansen met stevige buffers, veilige en transparante financiële producten, een
publieke betaalinfrastructuur en krachtigere Europese toezichthouders. Door groene en sociale
investeringen te stimuleren laten we het private geld werken voor een toekomstbestendig Europa.
1.4 Europees investeren in een schone, sociale en veilige toekomst
We kunnen de bestaanszekerheid in Europa alleen garanderen als we investeren in
een technologisch hoogwaardige en weerbare economie en een robuuste publieke
sector. Europese vrede, veiligheid en welvaart zijn niet kosteloos of vanzelfsprekend. In een
toekomstbestendig Europa moeten we flink investeren, vooral nu er een oorlog woedt op ons
continent. Zo versterken we onze strategische autonomie en kunnen we in de toekomst klappen
van crises makkelijker opvangen.
Om het groene Europese verdienmodel van de toekomst veilig te stellen, moeten
overheden fors kunnen investeren. Dit vereist een nieuwe blik op begrotingsregels, die niet
langer dwingt tot kortzichtige bezuinigingen. De nauwe focus op economische groei en het
jaarlijkse begrotingssaldo moet plaatsmaken voor begrotingsregels die brede welvaart binnen
planetaire grenzen op de lange termijn garanderen. Alleen daarmee maken we de Europese
economie, en dus ook haar schulden, op de lange termijn houdbaar.
Hiervoor is een robuuste, hogere en grondig hervormde EU-begroting nodig. We gooien
de huidige EU-begroting om. De forse bedragen die nu naar vervuilende en fossiele subsidies
gaan, gebruiken we voor een duurzamere economie. We versoberen en verduurzamen
landbouwsubsidies en investeren volop in de groene en sociale economie van morgen.
Omdat de uitdagingen waar Europa voor staat groot en grensoverschrijdend zijn, zetten
we in op gezamenlijke financiering van noodzakelijke uitgaven. We bouwen voort op het
Europees herstelfonds en op de Europese werkloosheidsverzekering, die de gevolgen van de
coronapandemie met succes hebben verzacht. Met nieuwe eigen Europese inkomsten, zoals uit
het belasten van winsten van multinationals, maken we meer publieke investeringen mogelijk.
We versterken de muntunie. In onzekere tijden is een stabiele euro meer nodig dan ooit. Dit
doen we door ons meer gezamenlijk te beschermen tegen financiële crises. Een Europees
depositogarantiestelsel moet voorkomen dat falende banken hele landen meesleuren in hun val
en dat speculanten gokken op een scheuring in de eurozone.
De EU draagt bij aan de herverdeling in Europa. Bedrijven die megawinsten maken, belasten
we. De opbrengst investeren we in een groene en sociale toekomst, en brengen we terug
naar huishoudens die snakken naar meer bestaanszekerheid. Denk bijvoorbeeld aan de
farmaceutische, energie- of agro-industrie. We maken een einde aan belastingontwijking via
belastingparadijzen binnen en buiten de EU. De Europese Unie moet de race naar steeds lagere
winstbelastingen een halt toe roepen en de allergrootste vermogens eerlijk belasten. Zo versterkt
de EU bestaanszekerheid in alle Europese landen.
We zijn kritisch op de grote afhankelijkheid van private partijen voor onze publieke voorzieningen.
Bij grote overnames kijken we voortaan ook naar de bredere maatschappelijke effecten
van machtsconcentraties. We stimuleren publieke alternatieven voor essentiële diensten,
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 13 Europese Parlementsverkiezingen 2024
zoals infrastructuur voor de gezondheidszorg, om de doorgeslagen macht van de allergrootste
bedrijven in onze samenleving te breken en de controle weer terug te leggen bij burgers en
overheden.
1.5 Natuurherstel en eerlijk en gezond voedsel voor iedereen
Het Europees landbouwbeleid is oneerlijk en moet op de schop. Tachtig procent van de
huidige inkomstensteun gaat naar de twintig procent grootste agrobedrijven, in plaats van lokale
boeren die de steun hard nodig hebben. Dat is onacceptabel. Veel van dat geld eindigt bovendien
in de zakken van veevoer-, kunstmest- en pesticidenfabrikanten. Het beleid heeft boeren in de
richting geduwd van schaalvergroting en intensieve landbouw met te veel pesticiden, kunstmest,
stikstof en dierenleed. Slechts een klein aantal voedselgiganten bepaalt wat er op ons bord ligt en
strijkt grote winsten op, maar ondertussen is goed voedsel voor tientallen miljoenen Europeanen
onbetaalbaar.
Wij maken Europa de bondgenoot van boeren en consumenten door goed voedsel tegen
een eerlijke prijs voor iedereen bereikbaar te maken. Wij kiezen voor lokaal en kleinschalig.
Daartoe vormen we het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid om tot een Gemeenschappelijk
Voedselbeleid, dat nationale en lokale overheden helpt om te werken aan een gezonde
voedselomgeving.
De EU moet de volgende generaties boeren weer hoop geven op een goed leven en goed
werk op het platteland. Wij staan pal achter boeren die de omslag willen maken naar
natuurinclusieve kringlooplandbouw, zonder schadelijke chemie en geïmporteerd
krachtvoer. Zij krijgen een eerlijke prijs voor eerlijke producten – niet alleen voor voedsel,
maar ook voor hernieuwbare materialen voor bouw en industrie. Een duurzaam voedselbeleid
geeft forse extra steun aan boeren die bijdragen aan herstel en instandhouding van natuur en
landschap, en aan het vasthouden van water. Boeren krijgen steun om te stoppen met pesticiden.
Bovendien krijgen ze er een gezondere bodem voor terug. Dankzij minder broeikasgassen uit vee
en mest en meer vastlegging van CO2 in bodems en natuur, wordt de EU sneller klimaatneutraal.
We investeren in technologieën die smakelijke alternatieven bieden voor vlees. Door een einde te
maken aan de industriële veeteelt verkleinen we bovendien het risico op ziektes die van dier op
mens overgaan en tot ontwrichtende pandemieën kunnen leiden.
Wij herstellen de natuur in Europa en breiden haar uit. Tachtig procent van de natuurgebieden
in de EU verkeert in slechte staat door neerslag van stikstof, verdroging van de bodem,
landbouwgif en versnippering. Dat is zorgwekkend omdat de natuur de basis is van ons bestaan,
onze gezondheid en onze voedsel- en drinkwatervoorziening. Bedrijven maken mensen in de
omgeving ziek door giftige stoffen in water en natuur te lozen. Het stoppen van deze gevaarlijke
uitstoot beschermt mens en natuur. Tegelijkertijd beperkt gezonde natuur de klimaatverandering
en de gevolgen daarvan. En door te genieten van de natuur verrijken we ons leven.
Daarom verbinden we natuurgebieden met elkaar en vergroten we de overlevingskans van
bedreigde soorten. Door niet tégen maar mét de natuur te boeren, brengen we insecten, vogels
en bodemleven terug. We zorgen voor een kleinere veestapel en een verschuiving van dierlijke
naar plantaardige eiwitten op ons bord. In 2030 beslaan beschermde natuurgebieden dertig
procent van het land- en zeeoppervlak. Ook steden vergroenen we. Zo geven we uitvoering
aan het internationale akkoord over de bescherming van biodiversiteit uit 2022, waarvan de EU
voortrekker is.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 14 Europese Parlementsverkiezingen 2024
1.6 Betaalbaar en groen vervoer
Wij kiezen voor de trein als het schone maar ook betaalbare alternatief voor vliegen
binnen Europa. Een eerlijke transitie is nog ver te zoeken in de manier waarop Europeanen
zich verplaatsen. Vervuilende vormen van vervoer zijn goedkoper dan schone alternatieven:
treinreizen zijn vaak twee keer zo duur als vliegreizen. Wij staan voor schoon, toegankelijk en
betaalbaar vervoer in Europa. We investeren in openbaar vervoer en gaan privatisering tegen,
zodat ook minder rendabele bus- of treinverbindingen blijven bestaan. De belastingvoordelen
voor de luchtvaart moeten verdwijnen. Een Europees treinboekingssysteem moet het
makkelijker maken om het goedkoopste treinticket te vinden. Ook pakken we de uitstoot van
de scheepvaart en de luchtvaart aan. Dat doen we met hogere accijnzen voor kerosine en
stookolie, en snelle uitfasering van uitstootrechten voor deze sectoren. We zetten het Sociaal
Klimaatfonds in om het openbaar vervoer goedkoper te maken.
Dankzij de Europese Green Deal schakelt de autoindustrie over van fossiele naar
elektrische auto’s. Dit verduurzaamt de Europese autoindustrie en zorgt voor een markt voor
elektrische auto’s die betaalbaar zijn voor iedereen. Europese normen moeten grenzen stellen aan
de omvang en het gewicht van nieuwe fossiele én elektrische auto’s. Zo voorkomen we onnodige
verspilling in de omslag naar elektrisch rijden. Bovendien verbetert dit de veiligheid van fietsers en
voetgangers.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 15 Europese Parlementsverkiezingen 2024
Hoofdstuk 2: Opkomen voor onze rechten en democratie
Europa is bij uitstek een democratisch project. Door schade en schande leerden we op ons
continent dat we alleen verder komen als we samen onze toekomst vormgeven. We stellen
iedereen in staat zichzelf te kunnen zijn en zetten gedeelde belangen voorop. Daar hoort bij dat
alle Europeanen moeten kunnen vertrouwen op de overheid en beschermd zijn tegen onrecht.
Onafhankelijke rechtspraak, de rechten van minderheden en persvrijheid zijn cruciale pijlers van
onze democratie die we koesteren.
Maar helaas staan deze fundamenten van onze democratie steeds vaker onder druk. Met dit
programma staat GroenLinks-PvdA in Nederland én Europa pal voor de rechtsstaat. Dat is nodig
omdat extreemrechts aan kracht wint in Europa. Andere politieke partijen nemen daarbij hun
extreme en anti-democratische gedachtegoed over, ook in het Europees Parlement. Daarom
staan wij op tegen alle krachten die verdeeldheid zaaien en onze democratie en rechtsstaat
ondermijnen. In ons Europa is geen plek voor zondebokpolitiek en polarisatie. Wij bieden echte
oplossingen en maken daarbij de Europese Unie democratischer en slagvaardiger.
2.1 De democratische rechtsstaat
We staan op tegen alle krachten die verdeeldheid zaaien en onze democratie en
rechtsstaat ondermijnen. Daartoe versterken we de bescherming van mensenrechten,
democratische tegenmacht, onafhankelijke rechtspraak en vrije media overal in de EU. Want
alleen met sterke democratische rechtsstaten kan Europa geloofwaardig en effectief onze rechten
als burgers verdedigen. En alleen zo beschermen we onze vrijheid en brede welvaart in een
wereld met steeds meer conservatieve en autoritaire leiders. De EU is gebouwd op ons geloof en
vertrouwen in de democratische rechtsstaat. Europa wordt kwetsbaar zodra we hieraan tornen.
Deze waarden gaan iedereen aan. En daarom bieden wij tegenwicht aan elke extremist die de
democratie in Europa beschadigt.
Het is van belang dat de Europese Commissie al bij de eerste tekenen van
rechtsstaatschendingen ingrijpt. Dit kan door direct strafmaatregelen te treffen als landen
fundamentele EU-waarden schenden, en democratische en rechtsstatelijke EU-standaarden
weigeren na te leven. We steunen actief het maatschappelijk middenveld en de vrije media om
hun positie te versterken. EU-fondsen mogen nooit richting autocraten gaan. Landen die lak
hebben aan deze waarden mogen met hun vetorecht niet langer de Europese besluitvorming
gijzelen.
Wij steunen de nieuwe Europese wet voor mediavrijheid om redactionele en journalistieke
onafhankelijkheid te waarborgen en mediapluralisme te bevorderen. We treden op tegen
de mechanismen die online de grootschalige verspreiding van desinformatie, extremisme en
haat aanjagen. Eenzijdige imperia van mediamagnaten gaan we tegen. Journalisten mogen
nooit belemmerd worden door rechtszaken die enkel ter intimidatie dienen. Er is een expliciet
verbod nodig op het afluisteren of hacken van journalisten, activisten en politici. Ook komt er een
Europees fonds om voorvechters van democratie en media te ondersteunen.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 16 Europese Parlementsverkiezingen 2024
2.2 Gelijke rechten
We bestrijden elk initiatief dat probeert fundamentele rechten van EU-burgers in te
perken. Extreemrechtse, ultraconservatieve bewegingen die de rechten van minderheden
willen inperken, zijn in opkomst in de EU. Ze stellen het bestaansrecht van mensen ter discussie
vanwege hun seksualiteit, gender, beperking of culturele achtergrond. Opruiende teksten, haat
en desinformatie over de LHBTQIA+-gemeenschap, vrouwen, joden of moslims hebben grote
gevolgen. We zien een zorgwekkende stijging in het aantal geweldsincidenten tegen hen.
De EU moet gelijke rechten actief versterken. De rechten van minderheden die onder druk
staan, moeten we expliciet opnemen in Europese wetgeving. Zo zetten we ons in voor de
Europese erkenning van regenboogfamilies: als je een gezin bent in één land, ben je dat in alle
landen. Abortus is een grondrecht waar niet aan getornd wordt en we beschermen iedereen in de
EU met dezelfde hoge standaard tegen seksueel en huiselijk geweld. Europa garandeert wettelijk
gelijk ouderschapsverlof en dicht de loonkloof tussen mannen en vrouwen. Voor discriminatie
en (institutioneel) racisme mag geen plaats zijn in de EU. Daarom zetten wij ons in voor één
overkoepelende Europese antidiscriminatiewet.
2.3 Leiderschap in de digitale wereld
We pakken de regie terug in het digitale domein met sterke en duidelijke regels die
mensen, de maatschappij en het milieu vooropstellen in plaats van winstbejag. Zo
doorbreken we de macht van grote techbedrijven uit de VS en China en bouwen de Europese
afhankelijkheid daarvan af. Door leiderschap te tonen, kan Europa de standaard zetten voor de
rest van de wereld. Want hoewel digitalisering en nieuwe technologie ons leven kunnen verrijken,
kennen ze ook veel keerzijden. Door onze eigen voorwaarden te stellen aan nieuwe technologieën
als kunstmatige intelligentie (AI), zorgen we ervoor dat deze technologieën betrouwbaar, veilig
en milieuvriendelijk zijn. Door te bouwen aan alternatieven versterken we ook onze strategische
autonomie. We maken de EU zo snel mogelijk digitaal autonoom. We zijn dan voor essentiële
digitale infrastructuur niet langer afhankelijk van techbedrijven.
Dit vergt ook striktere regels voor sociale media. Omdat hun verdienmodel drijft op
reclame-inkomsten doen ze er alles aan om gebruikers aan hun scherm gebonden te houden.
De onderliggende algoritmes die bepalen wat wij te zien krijgen, zijn sterk verslavend en jagen
desinformatie, haat en polarisatie aan. Online én offline heeft dit grote gevolgen voor zowel
individuele personen als onze democratie. Denk aan bedreigingen van politici en journalisten,
steeds extremer maatschappelijk debat, en beïnvloeding van verkiezingen. Alleen door Europees
samen te werken kunnen we de polariserende algoritmes en verslavende trucjes van sociale
media aan banden leggen.
2.4 Een betere EU
Een democratischere Europese Unie maakt Europa daadkrachtiger. Alleen zo kunnen we
de grote uitdagingen aan waar we in Europa voor staan. Mensen moeten zich vertegenwoordigd
voelen. De Europese instituties moeten daarom toegankelijker en transparanter worden.
Ook scherpen we de integriteitsregels aan, zodat er geen ruimte is voor schimmige lobby of
buitenlandse beïnvloeding. Dit is cruciaal voor het vertrouwen van Europeanen in de EU.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 17 Europese Parlementsverkiezingen 2024
De Europese Unie moet slagvaardiger en democratischer worden. Hiervoor gebruiken
we in de eerste plaats de ruimte binnen het huidige EU-Verdrag. Maar we steunen ook de
herziening van het Verdrag als dat echt nodig is. We geven het Europees Parlement meer
tanden als medewetgever en controleur. Ook willen we dat het Europees Parlement initiatiefrecht
krijgt waardoor het zelf wetgeving en beleid kan voorstellen in plaats van alleen te reageren op
voorstellen van de Europese Commissie en regeringsleiders. De democratie versterken we ook
door het Europees Parlement de mogelijkheid te geven om individuele Eurocommissarissen
weg te sturen. Lidstaten moeten gezamenlijk op meer onderwerpen - zoals buitenlandbeleid,
belastingen of defensie - besluiten kunnen nemen op basis van een gekwalificeerde meerderheid
in plaats van unanimiteit.
2.5 Een veilige samenleving
We pakken grensoverschrijdende misdaad, georganiseerde criminaliteit en gewelddadig
extremisme aan. De acties van criminelen raken burgers. Maar doordat de criminele netwerken
steeds internationaler zijn, worden ze ook steeds sterker. Daardoor is hun invloed ook merkbaar
op het niveau van de samenleving. Steeds vaker is er sprake van ondermijning van (lokale)
overheden en andere instituties. Daarnaast zien we online te veel criminaliteit die onbestraft
blijft, van kindermisbruik tot cyberoplichting of het verspreiden van wraakporno. Met sterkere
Europese samenwerking en effectieve preventie- en opsporingsmaatregelen kunnen politie- en
inlichtingendiensten deze problemen beter aanpakken, zowel online als offline.
We versterken ook de Europese coördinatie tegen terrorisme. De dreiging van gewelddadig
extremisme is substantieel in Europa. Om dat tegen te gaan zijn krachtige samenwerking en
gezamenlijke investeringen in preventie en deradicalisatie nodig. We treden daarnaast slimmer op
tegen witwassen en terrorismefinanciering via meer Europese samenwerking. We waken daarbij
over de bescherming van fundamentele rechten. Opsporing moet altijd gericht plaatsvinden en we
gaan nooit over tot massasurveillance of ongecontroleerde gegevensuitwisseling.
2.6 Onderwijs en cultuur
Europa moet zich actief inzetten voor ons onderwijs en onze cultuur. Het budget
voor kunst en cultuur in Europa moet dan ook fors omhoog. Europa is verbonden
door gemeenschappelijke waarden, gedeelde geschiedenis en een gezamenlijke cultuur.
Kwaliteitsonderwijs voor iedereen staat aan de basis van gelijke kansen en ontwikkeling. We
willen dat iedere Europeaan, onafhankelijk van opleidingsniveau, de kans heeft om zich te
ontwikkelen en Europa te leren kennen.
Daarvoor is een inclusief Erasmus+-programma nodig dat niet alleen voor universiteiten of
HBO geldt, maar ook voor het MBO. Ook moet de studiebeurs voor een Erasmusuitwisseling
toereikend zijn om iedereen de kans te geven van dit waardevolle initiatief te profiteren.
We bevorderen kennisuitwisseling tussen onderwijsinstellingen en grijpen gelijk in
wanneer academische vrijheid in een EU-lidstaat in het gedrang is. Ook zorgen we ervoor
dat nieuws, kunst en cultuur toegankelijk zijn voor iedereen. We stoppen dus met geoblocking van
films, series en sport en introduceren een Europese museumkaart. Een Europees ticketsysteem
voor concerten, theater en festivals moet ervoor zorgen dat het cultuuraanbod makkelijker
beschikbaar wordt in de hele EU.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 18 Europese Parlementsverkiezingen 2024
Hoofdstuk 3: Veiligheid, voorspoed en solidariteit over grenzen heen
In de wereld van vandaag is de Europese Unie als vredesproject van levensbelang. We moeten
schouder aan schouder staan met iedereen die de democratie beschermt – binnen en buiten ons
continent. Dat kan alleen als de EU een volwassen en geloofwaardige geopolitieke speler wordt,
een maximale bijdrage levert aan internationale vrede, veiligheid en vooruitgang, en leiderschap
toont in het helpen oplossen van de grote conflicten die wereldwijd spelen.
De Russische invasie van Oekraïne vormt een keerpunt voor Europa. Rusland heeft lak aan
internationale grenzen en voert een brute oorlog met als doel om Oekraïens grondgebied in te
lijven. Maar de Oekraïners vechten niet alleen voor hun eigen vrijheid en veiligheid. Ze vechten
ook om onze Europese waarden te beschermen. Oekraïne verdient onze aanhoudende steun. De
Europese Unie en Nederland moeten een leidende rol blijven spelen op het gebied van financiële,
humanitaire en militaire steun aan het land.
De recente ontwikkelingen in het Israëlisch-Palestijns conflict schokken de wereld. Dat was zo
bij de ijzingwekkende terroristische aanslag en het seksuele geweld van Hamas op onschuldige
Israëlische burgers. Evenals bij de nietsontziende en disproportionele vergeldingsacties door
Israël die daarop volgden. De tienduizenden onschuldige Palestijnse doden en collectieve
bestraffing van Palestijnen in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever door de Israëlische
regering zijn onacceptabel. Het internationaal recht is voor ons leidend. Alle schendingen van
het internationaal humanitair recht zullen daarom onafhankelijk moeten worden onderzocht en
bestraft. We steunen het feit dat het Internationaal Gerechtshof en het Internationaal Strafhof zich
buigen over deze zaken en zullen deze uitspraken respecteren. We bevorderen naleving van deze
uitspraken actief. Naast een onmiddellijk staakt-het-vuren in Gaza, ongehinderde humanitaire hulp
en de vrijlating van alle Israëlische gijzelaars, zal er ook een einde moeten worden gemaakt aan
de illegale nederzettingen, het doelgerichte geweld tegen burgers op de Westelijke Jordaanoever
en de Israëlische bezetting. Dat alles met het doel om een einde te maken aan het ongekende
leed en toe te werken naar een rechtvaardige tweestatenoplossing – met de erkenning van een
onafhankelijke Palestijnse staat, naast de staat Israël. GroenLinks-PvdA staat in dit proces aan de
kant van Israëlische en Palestijnse partners die zich inzetten voor vrede.
Ondertussen zetten internationale crises het mondiale Zuiden verder onder druk. Terwijl
samenlevingen worstelen met armoede en ongelijkheid, raken klimaatverandering, pandemieën
en oorlogen hen extra hard. De sociale ontwikkeling die decennialang honderden miljoenen
mensen aan armoede liet ontsnappen, dreigt voor velen tot stilstand te komen. Ons koloniale en
slavernijverleden belast nog altijd de relatie tussen Europa en het mondiale Zuiden. Toch keert
de EU het mondiale Zuiden te vaak de rug toe – met als pijnlijk voorbeeld het hamsteren van
vaccins door rijke landen tijdens de coronapandemie. Ook daar stond winst voor farmabedrijven
boven het delen van kennis en solidariteit. Daarom is het hoog tijd voor een effectief Europees
buitenlandbeleid dat gelijkwaardigheid, solidariteit en vooruitgang voorop stelt.
3.1 Strategische autonomie, veiligheid en mensenrechten
De agressieoorlog van Rusland liet ons zien dat we ons te afhankelijk hebben gemaakt van
autoritaire regimes. Ook nu leunen we nog te sterk op andere landen voor energie, grondstoffen
en veiligheid. Onze afhankelijkheid van Russisch gas veroorzaakte een enorme energiecrisis
en inflatie in de EU, die de bestaanszekerheid van Europeanen aantastten. Om zelfstandig te
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 19 Europese Parlementsverkiezingen 2024
kunnen optreden op militair, economisch en politiek vlak moet de EU haar risicovolle
afhankelijkheden van derde landen kritisch doorlichten en waar nodig afbouwen om onze
weerbaarheid te vergroten.
Strategische autonomie houdt ook in dat we de defensiecapaciteiten in de EU versterken. We
zijn nu te afhankelijk van de Verenigde Staten voor onze militaire veiligheid en moeten zelf meer
verantwoordelijkheid nemen - zeker gezien het risico op een nieuw presidentschap van Trump
en de verschuivende aandacht van het Amerikaans buitenlands beleid van Europa naar Azië.
De NAVO en ons trans-Atlantisch bondgenootschap blijven cruciaal voor onze zelfverdediging.
Tegelijkertijd moeten we de Europese poot van de NAVO dringend versterken. We zetten
daarom in op sterkere defensiesamenwerking binnen de EU. Daar hoort bij dat we extra
defensie-investeringen doen en voldoen aan de NAVO-norm van 2%. We versterken
onze defensiecapaciteit met extra uitgaven, meer gezamenlijke inkoop van materiaal en meer
coördinatie en integratie van onze legers binnen Europa. We voorkomen dat extra defensie-
uitgaven in de zakken van aandeelhouders verdwijnen door overwinsten van het militair-industrieel
complex te belasten. Verder willen we dat de EU meer druk zet op de naleving van afspraken
over conventionele en nucleaire wapenbeheersing, en zetten we ons in voor een kernwapenvrije
wereld.
In een multipolaire wereld lopen de spanningen tussen grootmachten op. Het is belangrijk dat
de EU een eensgezind Chinabeleid aanhoudt. We werken samen en drijven handel met China
waar dat in ons belang is, zoals bij de aanpak van de klimaat- en biodiversiteitscrisis, maar doen
meer om mensenrechten, onze veiligheid en eerlijke handel te waarborgen. China en andere
grootmachten mogen geen technologie ontvangen die ze kunnen gebruiken voor wapensystemen
of massasurveillance. We beëindigen de ongewenste invloed van China en andere staten
binnen onze kritieke infrastructuur en Europese bedrijven.
Om tot een slagvaardig Europees veiligheids- en buitenlandbeleid te komen, is het van belang
om de Europese diplomatie te versterken. We maken meerderheidsbesluitvorming op het
gebied van Europees buitenlandbeleid mogelijk zodat een veto van een enkele lidstaat
niet meer mogelijk is, behalve bij de inzet van eigen troepen. De EU draagt bij aan collectieve
veiligheid door te blijven deelnemen aan vredesoperaties en met partners als de Verenigde Naties
en de Afrikaanse Unie te investeren in conflictpreventie, vredesopbouw, conflictbemiddeling en
terrorismebestrijding.
3.2 Internationale solidariteit en strategische verbondenheid
Afbouwen van onacceptabele afhankelijkheden moet hand in hand gaan met de verdieping
van strategische relaties met positieve krachten in de rest van de wereld. Het streven naar
strategische autonomie mag er niet toe leiden dat we de rest van de wereld de rug toekeren. Een
effectief Europees buitenlandbeleid heeft oog voor de gevolgen van onze keuzes voor anderen
en is gebaseerd op samenwerking om gedeelde belangen te bevorderen. Pas wanneer we het
koloniale verleden en de doorwerking daarvan in het heden onder ogen zien, kunnen we werken
aan een gedeelde toekomst. De EU moet daarom haar geloofwaardigheid herstellen en werk
maken van gelijkwaardige partnerschappen met landen in het mondiale Zuiden.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 20 Europese Parlementsverkiezingen 2024
We pleiten voor een solidariteitspact waarin lidstaten toezeggen behalve hun defensie-uitgaven
ook de bestedingen aan internationale samenwerking, klimaatsteun en compensatie voor
klimaatschade te laten stijgen totdat EU-lidstaten aan de internationale afspraken voldoen. We
steunen landen die lijden onder de gevolgen van klimaatverandering bij het aanpassen aan
de nieuwe omstandigheden en de uitrol van hernieuwbare energie. Door het opbouwen van
een eigen groene industrie kunnen landen in het mondiale Zuiden meer inkomsten verwerven en
betere banen scheppen.
We dragen bij aan de aanpak van grondoorzaken van conflict en instabiliteit en aan het realiseren
van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) van de Verenigde Naties. De EU geeft alleen
ongebonden hulp en neemt het voortouw bij kwijtschelding van schulden. De afspraak dat
EU-landen minstens 0,7% van hun bruto nationaal inkomen (bni) besteden aan officiële
ontwikkelingssamenwerking wordt bindend. Hier komen de uitgaven voor klimaatfinanciering
bovenop. Daarnaast moderniseren we onze ontwikkelingssamenwerking: we gaan uit van de
behoeften van landen zelf en verliezen de meest kwetsbaren niet uit het oog.
We willen naar voorbeeld van Nederland en andere lidstaten ook een feministisch
Europees buitenlandbeleid met niet alleen woorden, maar ook daden, inclusief de inzet van
concrete hulp, handelsafspraken, inspraak of sancties die gendergelijkheid ten goede komen. Bij
al het externe beleid hebben we oog voor de meest kwetsbare groepen.
3.3 Eerlijke handel
We zetten ons in voor de ontwikkeling van een nieuw EU-handelsbeleid gebaseerd op
gelijkwaardigheid, duurzame en sociale ontwikkeling. Eerlijke en duurzame handel kan zowel
Europa als handelspartners veel opleveren: het versterkt onze samenwerking, draagt bij aan
welvaart in lage- en middeninkomenslanden en maakt landen minder kwetsbaar voor manipulatie
door autoritaire machten. Handelsverdragen moeten afdwingbare bepalingen over democratie,
mensenrechten, arbeidsomstandigheden, milieu, klimaat, natuur, voedselstandaarden en eerlijke
belastingafdrachten bevatten.
Kennisdeling stelt het mondiale Zuiden in staat om zelf batterijen of vaccins te produceren.
Grondstoffenpartnerschappen die de EU sluit, moeten de ontwikkeling van hernieuwbare energie
en verantwoorde recycling bevorderen, lokaal eigenaarschap versterken en fatsoenlijke banen
scheppen. Winning van en handel in strategische grondstoffen vinden plaats tegen eerlijke prijzen
en binnen internationaal vastgelegde normen voor de bescherming van mens en milieu.
3.4 Integratie verdiepen en uitbreiden
Nu vrede in Europa niet langer vanzelfsprekend is, wordt steeds duidelijker dat de EU een grotere
verantwoordelijkheid moet nemen voor de vrede en vooruitgang in onze directe omgeving. De
meeste buurlanden van de EU willen hun eigen democratische en vrije toekomst vormgeven.
Toenadering tot de EU is een geopolitieke noodzaak. Zowel wijzelf als onze buurlanden zijn
erbij gebaat. We willen dat de EU potentiële lidstaten veel actiever ondersteunt. Landen
die dat willen, moeten concreet uitzicht hebben op toetreding. Dit mag niet ten koste
gaan van de kracht van de EU zelf. We tornen niet aan de voorwaarden voor toetreding op het
gebied van rechtsstaat, democratie en mensenrechten. Met het Turkije van Erdoğan blijven de
onderhandelingen bevroren.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 21 Europese Parlementsverkiezingen 2024
De toekomst van Oekraïne ligt in de EU, zoals dat ook geldt voor Moldavië en de landen
op de Westelijke Balkan. Van alle landen die toe willen treden, verwachten we dat ze handelen
in lijn met onze waarden en het buitenland- en veiligheidsbeleid van de EU. Landen die zich niet
aan de basisregels van de democratie houden en onrust stoken in EU-buurlanden, pakken we
harder aan. Dat betekent strengere maatregelen tegen Servië, dat de veiligheid van buurlanden
als Kosovo en Bosnië-Herzegovina bedreigt. Met sterke Europese diplomatie dragen we bij aan
stabiliteit en vrede in de regio. Voor het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen en Zwitserland blijft de
deur naar de EU openstaan.
We willen subsidies uit het toetredingsfonds sterker koppelen aan democratische en
rechtsstatelijke hervormingen. Toetreding moet een stapsgewijs proces worden, waarbij landen
al vóór het lidmaatschap voordelen ervaren en niet meteen volledig hoeven toe te treden. Het
maatschappelijk middenveld krijgt een grotere rol in het toetredingsproces. Toetreding van nieuwe
lidstaten vereist ook hervormingen binnen de EU, om de EU zelf slagvaardig te houden. Het biedt
bovendien een kans om de sociale rechten in kandidaat-lidstaten op EU-niveau te brengen.
3.5 Grip op arbeidsmigratie
Migratie is van alle tijden en veelzijdig. Maar – zoals de Staatscommissie Demografische
Ontwikkelingen 2050 schetst - een toekomstbestendig migratiebeleid vergt regie en grip.
Daarbij vormen mensen die vluchten voor oorlog, geweld en onderdrukking maar een klein deel
van het migratiecijfer. Arbeidsmigranten vormen verreweg de grootste groep.
Op arbeidsmigratie kunnen en moeten we veel steviger regie voeren. Arbeidsmigratie is nu
steeds vaker een verdienmodel om op de laagste prijs te concurreren met schandalige uitbuiting
tot gevolg. Hieraan stellen we paal en perk door stevige arbeidsvoorwaarden te verankeren voor
iedere werknemer, deze streng te handhaven en de arbeidsmigratie vanuit landen buiten de EU
strikt te reguleren. We rekenen af met sectoren die draaien op uitbuiting.
Door migratie beter te reguleren kunnen we de rechten van migranten beter waarborgen,
de maatschappelijke bijdrage van migratie vergroten en de impact verkleinen. Door de
regie te nemen, voorkomen we dat enkele bedrijven profiteren van migratie terwijl de rest van
de samenleving opdraait voor de kosten van hun huisvesting en benodigde voorzieningen. Dit
vergt een politiek gebaseerd op feiten, met respect voor fundamentele waarden en internationale
afspraken, en gericht op een realistische en humane aanpak.
Voor een gezonde samenleving is gematigde bevolkingsgroei essentieel. Het rapport van de
Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 beveelt aan scherpe keuzes te maken,
met name op het gebied van arbeidsmigratie. Het recht om vrij te reizen, te wonen en te
werken binnen Europa is een groot goed, waar ook veel Nederlanders gebruik van
maken. Maar het recht om elders te werken mag geen vrijbrief zijn voor uitbuiting en
asociale arbeidspraktijken. Ook mag arbeidsmigratie geen onevenredige druk op publieke
voorzieningen leggen. We accepteren niet langer dat hele economische sectoren, die vaak
ook nog weinig bijdragen aan de brede welvaart, misbruik maken van goedkope en kwetsbare
arbeidskrachten. Op arbeidsmigratie moeten we meer regie voeren, in het voordeel van mensen
en onze groene economie. We maken daarom scherpe keuzes en willen af van arbeidsmigratie als
verdienmodel.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 22 Europese Parlementsverkiezingen 2024
In lijn met onze groene en sociale industriepolitiek kiest GroenLinks-PvdA voor bedrijvigheid en
banen die maatschappelijk van toegevoegde waarde zijn en fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden
bieden. Door de inzet van arbeidsmigranten beter te reguleren, maken we niet alleen een
einde aan een bedrijfsmodel gebaseerd op uitbuiting en oneerlijke praktijken, maar zal
ook het aantal arbeidsmigranten gericht afnemen. Door de sociale lat voor iedereen hoger
te leggen, kiezen we voor veilig en gezond werk. Dat biedt zekerheid en gaat uitbuiting van
arbeidsmigranten tegen. We rekenen af met sectoren die arbeidsmigranten uitknijpen en weinig
bijdragen aan de brede welvaart. We pakken de schimmige uitzend- en arbeidsconstructies
aan waarmee werkgevers steeds goedkopere arbeidskrachten van buiten de EU kunnen
inzetten onder slechte werkomstandigheden. We maken arbeidsmigranten minder afhankelijk
van hun werkgevers. Zo doorbreken we oneerlijke concurrentie tussen werknemers op de
werkvloer en de race naar de bodem wat betreft arbeidsvoorwaarden. Deze misstanden zetten
ook de leefbaarheid van vaak al kwetsbare gemeenschappen en stadswijken onder druk door
ondermaatse en overbevolkte huisvesting van arbeidsmigranten. We gaan streng handhaven op
werkgevers die arbeidsmigranten misbruiken om hun eigen kosten te drukken en te concurreren
op arbeidsvoorwaarden.
Tegelijkertijd erkennen wij dat er essentiële sectoren zijn met grote tekorten aan
werknemers, waarbij gerichte arbeidsmigratie - ook van buiten de EU - nodig is. Denk
bijvoorbeeld aan de zorg, de bouw en de energietransitie. Maar dat kan alleen goed gereguleerd
en onder fatsoenlijke voorwaarden van eerlijk, veilig en goed (betaald) werk. Europa moet dan
ook scherpere regels stellen voor gerichte arbeidsmigratie uit derde landen, waarbij mens en
maatschappij vooropstaan. Zo voorkomen we ongereguleerde arbeidsmigratie van buiten de EU.
Arbeidsmigranten verdienen dezelfde bescherming als lokale werknemers. Met versterkte
rechten en hogere lonen voor werknemers en intensievere handhaving tillen we de bescherming
van alle werkenden in de EU naar een hoger niveau. Betere naleving van arbeidsrecht is nodig
door een sterker mandaat voor de Europese Arbeidsinspectie, meer capaciteit voor nationale
arbeidsinspecties, beter beschermde Europese vakbonden en een Europese zwarte lijst voor
bedrijven die arbeidswetgeving ontwijken. We trekken in de hele EU lessen uit goede lokale
voorbeelden, zoals werkgevers die investeren in de bouw van sociale huurwoningen of taallessen
en opleidingen onder werktijd.
3.6 Een rechtvaardig, humaan en realistisch asielbeleid
Wij staan pal voor het Vluchtelingenverdrag en de humane opvang van vluchtelingen. Dat
vraagt een solidair Europees beleid gericht op veilige routes en snelle duidelijkheid en terugkeer
voor iedereen die geen recht heeft op asiel. De realiteit is dat er altijd mensen zijn die moeten
vluchten voor oorlog, onderdrukking en geweld. Door in de volle breedte bij te dragen aan
conflictpreventie, eerlijke handel, noodhulp, schuldkwijtschelding, ontwikkelingssamenwerking
en klimaatbeleid kan Europa veel meer doen om de noodzaak om te vluchten weg te nemen.
Momenteel vangen buurlanden en regio’s van conflictgebieden het overgrote deel van de
vluchtelingen wereldwijd op. Voor hen die toch een veilig heenkomen moeten zoeken
in Europa staat het recht op het aanvragen van asiel als een paal boven water. Een
humaan asielbeleid betekent dat we de opvang van vluchtelingen beter organiseren. Voor veel
Nederlanders is de opvang van vluchtelingen vanzelfsprekend, maar er leven ook veel
zorgen. Het gevoel van controle mist, de kwaliteit van opvanglocaties zakt steeds vaker onder
de humane grens, lange wachttijden bemoeilijken de integratie, de terugkeer van mensen die
geen recht hebben op asiel hapert en een kleine groep die vaak geen perspectief heeft op asiel
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 23 Europese Parlementsverkiezingen 2024
veroorzaakt overlast. Landen concurreren met elkaar om zo onaantrekkelijk mogelijk te worden
voor asielzoekers. Alleen extreemrechts spint hier garen bij.
Het gebrek aan veilige routes leidt ertoe dat mensensmokkelaars goud geld verdienen
en vluchtelingen hun leven moeten wagen in gevaarlijke bootjes op de Middellandse Zee.
Tegelijk lukt het nog onvoldoende om mensen die om andere redenen dan asielgronden
naar Europa proberen te komen, te ontmoedigen de gevaarlijke en dure tocht te
ondernemen. Op zoek naar bescherming stuiten vluchtelingen op muren en gewelddadige
pushbacks. Mensen op zee worden aan hun lot overgelaten en verdrinken. Ondertussen worden
humanitaire organisaties en hulpverleners vervolgd als ze op zee mensen redden. De EU
financiert zelfs de dubieuze Libische kustwacht en sluit schimmige migratiedeals met landen als
Tunesië, waar de rechten van migranten op grove wijze geschonden worden. Wie het wel lukt
om de EU te bereiken, krijgt te maken met schrijnende situaties van Lampedusa tot Ter Apel.
Dat moet anders. We moeten daarom het asielstelsel beter en eerlijker organiseren, in
het belang van vluchtelingen en de samenleving als geheel. Dat helpt ook het draagvlak te
behouden. Een rechtvaardig, humaan en realistisch vluchtelingenbeleid is hard nodig in Europa.
Omdat Nederland deel uitmaakt van het gemeenschappelijk Europees asielsysteem met één
gezamenlijke Europese buitengrens, moeten we deze uitdagingen Europees aanpakken. We
zetten in op een eerlijke verdeling van de verantwoordelijkheid tussen alle EU-lidstaten,
zowel voor de spreiding van asielzoekers over Europa als voor humane opvang en
fatsoenlijke asielprocedures met juridische waarborgen en snelle duidelijkheid. We
bevorderen dat wie geen recht op asiel heeft, snel terugkeert naar het land van herkomst. Met
meer reguliere en veilige routes en hervestiging van de meest kwetsbare vluchtelingen via de
vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties (UNHCR), voorkomen we dat mensen een
levensgevaarlijke tocht moeten afleggen voor een asielaanvraag. Zo bieden we alternatieven om
irreguliere migratie te verminderen ten gunste van reguliere, veilige routes voor vluchtelingen.
Eenmaal in Europa is betere integratie van nieuwkomers van groot belang. Zij moeten daartoe
snel toegang krijgen tot de arbeidsmarkt en taallessen. We trekken lessen uit de succesvolle
opvang van Oekraïense vluchtelingen, toen de EU liet zien dat we tot grote solidariteit in staat zijn.
We passen die lessen toe op asielzoekers uit andere landen.
Eerlijk beleid betekent ook dat mensen die geen recht hebben op asiel snel duidelijkheid
krijgen en terugkeren naar het land van herkomst. Door te werken aan gelijkwaardige relaties
met herkomstlanden, worden ook afspraken over terugkeer effectiever. Daar komt bij dat we
opvang in de regio’s waar vluchtelingen vandaan komen actief ondersteunen. Zij verdienen daarbij
substantieel grotere steun van Europa om aan deze vluchtelingen een toekomstperspectief te
kunnen bieden. Afspraken met andere landen over migratie moeten altijd voldoen aan waarborgen
voor de rechten en veiligheid van vluchtelingen en migranten, in lijn met internationale verdragen.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 24 Europese Parlementsverkiezingen 2024
B. ONZE BELEIDSVOORSTELLEN
Hoofdstuk 1: Een zeker bestaan, nu en in de toekomst
1.1 Zeker zijn van inkomen, goede voorzieningen en goed werk
1.1.1 Minimuminkomen. We zien scherp toe op de naleving van de richtlijn voor toereikende
minimumlonen. We pakken armoede in de EU verder aan door vast te leggen dat lidstaten hun
inwoners een bestaansminimum garanderen en Europese minimumuitkeringen vaststellen voor
mensen die afhankelijk zijn van een uitkering. De EU steunt onderzoek naar en experimenten met
een basisinkomen.
1.1.2 Sturen op brede welvaart. Alle Europese regels moeten bijdragen aan een schone en
eerlijke, sociale en gezonde toekomst voor mensen en de planeet. Bij nieuwe voorstellen kijken
we naar de impact op en actieve bijdrage aan het klimaat en principes die zijn vastgelegd in de
Europese Pijler van Sociale Rechten, zoals kansengelijkheid, gendergelijkheid, en toegang tot
basisvoorzieningen, huisvesting, de zorg en het onderwijs.
1.1.3 Huisvesting. Er komt een Europees Crisisplan voor de aanpak van de wooncrisis en
een Eurocommissaris verantwoordelijk voor het recht op huisvesting. We zetten vol in op het
aan banden leggen van speculatie op de woningmarkt door grote investeringsfondsen zoals
Blackstone via Europese wetgeving op vlak van banken, kapitaalmarkten, staatssteun, begroting,
belasting en hypotheken. De nieuwe regels voor data-uitwisseling over vakantieverhuur worden
snel uitgerold en steden die regels voor vakantieverhuur via platforms als Airbnb en Booking
uitrollen worden niet langer tegengewerkt, maar ondersteund. Sociale huisvesting wordt
gestimuleerd via Europese financiering en door de hindernissen weg te werken die Europese
marktregels nu opwerpen bij de bouw van sociale huisvesting. De EU draagt met financiering en
uitwisseling over housing first bij aan het stevig doen dalen van dakloosheid in Europa.
1.1.4 Nutsvoorzieningen. De EU dwingt nooit liberalisering af van nutsvoorzieningen. Het
Europees economisch en interne marktbeleid moet de publieke sector steunen in plaats van
aansporen tot marktwerking. We willen dat lidstaten vrij zijn om collectieve voorzieningen, zoals
zorg, sociale huisvesting en openbaar vervoer, niet aan te besteden op de markt.
1.1.5 Europees Sociaal Handvest. Om recht te doen aan haar toenemende verantwoordelijkheid
voor de sociale en economische mensenrechten van haar burgers en ingezetenen, treedt
de EU toe tot het herziene Europees Sociaal Handvest en verankert zij de verdragen van de
Internationale Arbeidsorganisatie in het EU-recht.
1.1.6 Gelijk loon voor gelijk werk. We eisen gelijke beloning van gelijk werk voor iedereen,
zonder discriminatie op basis van bijvoorbeeld gender, kleur of beperking. De EU zorgt samen
met lidstaten voor betere handhaving van dit principe en treedt harder op tegen elke vorm van
discriminatie in de beloning van geleverd werk. We zorgen voor zorgvuldige implementatie en
sterke handhaving van de richtlijn voor loontransparantie en de minimumlonen-richtlijn.
1.1.7 Technologie op de werkvloer. Er moet een Europese richtlijn komen over de inzet van
technologie op de werkvloer, zodat technologie ten goede komt aan werknemers in plaats van
de werkdruk opvoert. Hierbij is altijd duidelijk voor werknemers en vakbonden hoe en waarom
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 25 Europese Parlementsverkiezingen 2024
technologie wordt ingezet. Hierover krijgen zij ook vooraf instemmingsrecht. Surveillance als het
registreren van je lichaamsbewegingen, het constant monitoren van je gedrag of communicatie op
werk en het bijhouden van je emoties maken we met wet- en regelgeving onmogelijk. Een mens
neemt altijd de beslissingen die gevolgen hebben voor de werknemer, zoals evaluaties, salaris
en ontslag. Winsten in tijd of middelen door digitalisering op de werkvloer verdelen we eerlijker
tussen werknemer en werkgever.
1.1.8 Recht op onbereikbaarheid en thuiswerken. Er komt een Europees recht op
onbereikbaarheid na werkuren. Dit is essentieel voor een gezonde balans tussen het
professionele leven en het privéleven. We willen een Europese wet over telewerken en het recht
om niet bereikbaar te zijn. Daarin leggen we voor sectoren waar dat mogelijk is het recht om deels
thuis te werken wettelijk vast.
1.1.9 Europees socialezekerheidsnummer. Een Europees socialezekerheidsnummer
moet grensoverschrijdende arbeid transparanter maken en daarbij duidelijkheid geven aan
arbeidsinspecties en werknemers of en waar sociale premies betaald worden, en fraude door het
niet afdragen van sociale zekerheidspremies bestrijden.
1.1.10 Gezond werk. Niemand mag overlijden, ziek worden of slachtoffer worden van een
arbeidsongeval op de werkplek of door het werk. Mentale problemen zijn de voornaamste
ziekmaker op de werkplek. Daarom is er meer aandacht nodig voor mentale gezondheid bij
regels rond werkomstandigheden, net als voor werkdruk en de verwachting van permanente
bereikbaarheid. We werken aan fatsoenlijke werktijden en doorbetaalde pauzes. We voegen burn-
out toe aan de lijst van beroepsziekten. De lijst van gevaarlijke en kankerverwekkende stoffen
waarvan het gebruik aan banden moet worden gelegd, breiden we uit. We maken ook regels voor
veilig werk bij warme weersomstandigheden.
1.1.11 Platformwerk. We blijven strijden voor een Europese wet voor de bescherming van
platformwerkers die leidt tot betere arbeidsomstandigheden. Zo stoppen we misbruik en
schijnzelfstandigheid van platformwerkers en geven we platformwerkers meer inzage in, en
controle en zeggenschap over de onderliggende algoritmen van digitale platforms.
1.1.12 Vaardigheden en leren op werk. Europa investeert grootschalig in het scholen en
omscholen van mensen, met name in de sectoren waar de mensen het hardst nodig zijn,
bijvoorbeeld in de zorg, het onderwijs en de ICT-sector. Deze programma’s worden praktisch en
financieel zo toegankelijk en inclusief mogelijk gemaakt. Deze Europese Skills Agenda moet zich
niet eenzijdig richten op theoretisch opgeleiden, maar juist speciale aandacht geven aan mensen
met praktische banen. De EU legt minimumrechten voor de scholing van werknemers vast, zodat
werknemers van baan kunnen wisselen als banen verdwijnen en veranderen.
1.1.13 Zekerheid op werk. Uitgangspunt is het vaste contract en direct in dienst treden bij
de werkgever. Het rechtstreeks in dienst nemen wordt verplicht voor tenminste 85% van
werknemers. Er komen strenge regels voor interimarbeid. Nulurencontracten schaffen we af en
flexwerkers krijgen dezelfde arbeidsvoorwaarden en -rechten als vaste krachten. In heel Europa
komen er normen voor uitzendbureaus door de uitzendrichtlijn te herzien. Uitzendkantoren
moeten verplicht een vergunning hebben.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 26 Europese Parlementsverkiezingen 2024
1.1.14 Stages. De EU treedt op tegen uitbuiting van stagiairs. Onbetaalde stages worden in heel
Europa niet meer toegestaan.
1.1.15 Versterken vakbonden. Samen sta je sterker dan alleen, vooral tegen grote bedrijven. We
stimuleren collectief onderhandelen en beschermen vakbondsrechten. Toegang van werknemers
tot vakbondsvertegenwoordigers en van vakbonden tot de werkvloer is cruciaal. Sociale partners
worden nauw betrokken bij veranderingen op de werkvloer, zoals faillissementen en overnames,
en bij herstructurering op de werkvloer worden werknemers begeleid. We nemen maatregelen
tegen vakbonden die niet onafhankelijk zijn (gele bonden).
1.1.16 Werkomstandigheden transportsector. We erkennen dat fatsoenlijke
arbeidsomstandigheden een essentiële rol spelen in de veiligheid en beschikbaarheid van vervoer.
Het gebrek daaraan leidt tot een enorm tekort in het wegvervoer en de logistiek. We nemen
wetgeving aan die goede en veilige werkomstandigheden verzekert voor de transportsector, zoals
voor treinmachinisten en chauffeurs.
1.1.17 Inspraak op de werkvloer. Werknemers moeten betrokken worden bij belangrijke
bedrijfsbeslissingen. We versterken de richtlijn voor Europese ondernemingsraden, zodat
die instemmingsrecht krijgen bij beslissingen als fusies, overnames, reorganisaties,
beloningsverschillen en de besteding van de winst.
Sterke schouders dragen bij met eerlijke belastingen
1.1.18 Crisiswinsten belasten en winstgedreven inflatie stoppen. Obscene winsten over de
ruggen van mensen in tijden van crisis belasten we. Keer op keer zagen we dat bedrijven in tijden
van grote onzekerheid hun marktmacht gebruiken om de prijzen ver op te drijven. De crisisheffing
voor fossiele bedrijven ingevoerd na de Russische inval in Oekraïne breiden we uit naar andere
sectoren zoals de farmaceutische industrie of supermarktketens die onder het mom van inflatie
gigantische winsten hebben gemaakt. De Europese Commissie moet als mededingingsautoriteit
harder en gerichter optreden tegen inflatie veroorzaakt door de enorme winsten van bedrijven.
1.1.19 Bedrijven betalen eerlijk belasting. De Europese Commissie gaat bestaande regels ook
daadwerkelijk handhaven en zorgt ervoor dat lidstaten die implementeren. De afgelopen jaren
zetten we stappen richting transparantie en een internationale OESO-minimumbelasting. Er is
een Europese grondslag voor winst- en vennootschapsbelasting nodig, zodat bedrijven niet meer
kunnen kiezen in welk land ze belasting betalen. Met een Europese vennootschapsbelasting
zorgen we ervoor dat multinationals – waaronder techgiganten – eerlijk belasting betalen, met een
Europese minimumwinstbelasting van 18%.
1.1.20 Belastingparadijzen. Er moet een einde komen aan belastingontwijking en
belastingparadijzen buiten én binnen Europa. De EU-wijde race naar het laagste belastingtarief
en de rol van Nederland als belastingparadijs moeten stoppen. De EU scherpt criteria aan voor
de zwarte lijst van belastingparadijzen, maakt de selectieprocedure transparanter en zorgt dat
ook alle EU-lidstaten zich niet als belastingparadijs gedragen. Er komt een Europese heffing op
kapitaalstromen naar landen op de zwarte lijst. De EU scherpt ook Europese regels aan voor het
belasten van winsten die verschoven worden naar belastingparadijzen (CFC-regels). Er komen
Europese minimumstandaarden om belastingontwijking via investeringsverdragen te stoppen.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 27 Europese Parlementsverkiezingen 2024
1.1.21 Rechtvaardige belastingen op vermogen en vervuiling. De EU dringt aan op
belastinghervormingen in de lidstaten, waarbij het zwaartepunt van belastingheffing in
heel de EU komt te liggen op vervuiling en vermogen in plaats van arbeid. Er komt een
minimumvermogensbelasting om te voorkomen dat EU-lidstaten vermogenden en kapitaal lokken
met belastingvoordelen.
1.1.22 Belastingtransparantie. De EU werkt aan een betere registratie van ondernemingen
om brievenbusfirma’s te bestrijden, aan de hand van een transparant en functioneel Europees
bedrijvenregister. We scherpen de verplichtingen van grote bedrijven aan om publiekelijk te
rapporteren over hun effectieve belastingafdrachten, economische activiteiten en subsidies in
ieder land waar ze actief zijn, inclusief belastingparadijzen als Bermuda en de Kaaimaneilanden.
1.1.23 Belastingontduiking aanpakken. Er komen Europese regels waarmee het voor
brievenbusfirma’s verboden wordt te profiteren van belastingconstructies die lidstaten
aanbieden. Daarnaast maken we in Europees verband werk van een verbod op de trustsector,
die belastingontwijking aantrekt en nauwelijks maatschappelijke meerwaarde heeft. De EU schaft
alle belemmeringen voor lidstaten om op te treden tegen bedrijven zonder reële economische
activiteit af. Banken, belastingadviseurs en andere instellingen die meewerken aan het faciliteren
van witwassen, agressieve belastingontwijking en belastingontduiking door hun klanten
krijgen sancties opgelegd. De EU zorgt voor minimumharmonisatie van een onvoorwaardelijke
bronbelasting op dividend, rente en royalty’s.
1.1.24 Btw-herziening voor gezondheid en milieu. De Europese regels over btw worden
drastisch herzien zodat lidstaten de vrijheid krijgen om niet de aankoop van goederen en
diensten te belasten maar hun effect op het milieu, gezondheid en het gebruik van grondstoffen
(onttrokken waarde). De btw moet verlaagd kunnen worden voor reparaties en hergebruikte
goederen en materialen.
1.2 Sociale ecologische transitie
Klimaatbeleid versnellen
1.2.1 Klimaatneutraal in 2040. We maken de EU zo snel mogelijk klimaatneutraal. In 2035
moet de Europese elektriciteitsvoorziening CO2-neutraal zijn en in 2040 moet de hele economie
klimaatneutraal zijn. Dit vraagt om solidariteit met EU-landen die minder middelen tot hun
beschikking hebben voor de transitie. Zij hebben Europese steun nodig om de vergroening van
industrie, gebouwde omgeving, vervoer en landbouw te versnellen. De rijkste lidstaten, waaronder
Nederland, dienen voorop te lopen: in 2030 moeten zij hun broeikasgasemissies met 65%
verminderen.
1.2.2 Afschaffen fossiele subsidies. Fossiele subsidies van lidstaten faseren we uit, zodat
ze in 2025 zijn afgeschaft. Alle andere milieuschadelijke subsidies faseren we uit voor 2027. Zo
krijgen duurzame bedrijven een eerlijke kans. We leggen een bindend Europees tijdpad voor de
afbouw vast. Daarbij houden we rekening met kwetsbare huishoudens en met het belang van
elektrificatie van de industrie. We schonen de EU-begroting op: geen Europees geld meer naar
fossiele infrastructuur, inclusief LNG-terminals. Uiterlijk in 2030 worden binnen het Europese CO2-
emissiehandelssysteem (ETS) geen gratis emissierechten meer verstrekt. Fossiele projecten van
Europese bedrijven in het buitenland krijgen niet langer overheidssteun. Ook moeten Europese
lidstaten een afbouwpad van nationale fossiele subsidies in hun klimaatplannen vastleggen.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 28 Europese Parlementsverkiezingen 2024
1.2.3 CO2-opslag. We staan opslag en recycling van CO2 uitsluitend toe wanneer de uitstoot op
korte termijn niet kan worden voorkomen – dus niet voor kolen- en gascentrales – of wanneer dit
negatieve emissies oplevert. De vervuiler betaalt de opslag en recycling zelf.
1.2.4 Negatieve emissies. Methoden die CO2 uit de atmosfeer verwijderen mogen geen excuus
vormen om fossiele brandstoffen te blijven verstoken. We leggen vast dat CO2-emissies binnen
het ETS niet mogen worden gecompenseerd met negatieve emissies of met elders verworven
emissierechten. Voor negatieve emissies stellen we een aparte regeling op, die een breed scala
aan methoden voor CO2-verwijdering uit de atmosfeer bevordert zolang onze economie nog
niet volledig circulair is. De regeling moet recht doen aan de risico’s en onzekerheden die alle
methoden aankleven. Producenten van fossiele brandstoffen gaan meebetalen aan negatieve
emissies, naar rato van hun historische emissies.
1.2.5 CO2-grensheffing. We sporen de rest van de wereld aan tot vermindering van
broeikasgasemissies door een snelle implementatie van de CO2-grensheffing (CBAM) en
uitbreiding van de sectoren die eronder vallen. Tegelijk ondersteunen we landen in het mondiale
Zuiden bij het vergroenen van hun energievoorziening en industrie, onder meer via Just Energy
Transition Partnerships.
Klimaatrechtvaardigheid
1.2.6 Sociaal Klimaatfonds. Om te zorgen dat iedereen mee kan in de transitie, breiden we het
Sociaal Klimaatfonds fors uit. We stellen zeker dat de investeringen terechtkomen bij kwetsbare
huishoudens, wijken en regio’s. Dit fonds willen we bijvoorbeeld inzetten voor de verduurzaming
van huurwoningen en het openbaar vervoer, dat ook betaalbaar moet blijven.
1.2.7 Werkgarantiefonds. De verantwoordelijkheid om werknemers die geraakt worden door de
ecologische transitie te begeleiden van werk naar werk ligt in de eerste plaats bij hun werkgevers.
Dit wordt vastgelegd in een sociaal plan: duidelijke afspraken met instemming van onafhankelijke
vakbonden. Dit is een voorwaarde bij financiële steun aan bedrijven; zo nodig vorderen we
subsidies terug. We nemen een overheidsaandeel in bedrijven als dat nodig is om de transitie te
versnellen. Als laatste redmiddel voeren we een werkgarantiefonds in, dat werknemers in fossiele
sectoren verzekert van omscholing en werk in duurzame sectoren – als dat onvoldoende lukt door
werkgevers. Daartoe vullen we het Sociaal Klimaatfonds en het Eerlijke Transitiefonds aanzienlijk
aan. Wie in de energietransitie werkt of zich ervoor laat (om)scholen, is zeker van goed werk.
1.2.8 Isolatie-offensief. We starten een Europees isolatie-offensief dat lidstaten helpt de
woningen te isoleren van mensen die dat zelf niet kunnen. Dit houdt in dat we woningcorporaties
financieel ondersteunen bij de isolatie van huurwoningen, het plaatsen van zonnepanelen en de
aanleg van duurzame warmtenetten.
1.2.9 Eerlijke transitie in de regio. We steunen regio’s die hard geraakt worden door het
afbouwen van de fossiele industrie. Zij moeten kunnen bouwen aan een duurzame toekomst
met het behoud van banen. We breiden daartoe het Eerlijke Transitiefonds uit en benutten de
Structuurfondsen.
1.2.10 Internationale klimaatrechtvaardigheid. Wij willen alles op alles zetten om de doelen
van het Klimaatakkoord van Parijs te halen, zodat de opwarming van de aarde beperkt blijft tot
anderhalve graad. We nemen als EU het voortouw bij internationale klimaattoppen, bepalen
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 29 Europese Parlementsverkiezingen 2024
onze onderhandelingsinzet bij meerderheid en spreken met één stem. We spelen een leidende
rol bij klimaatfinanciering voor het mondiale Zuiden, waarmee deze landen hun uitstoot kunnen
beperken en zich kunnen aanpassen aan klimaatverandering. We leveren ook een eerlijke
bijdrage aan het schadefonds dat compensatie biedt aan landen die hard geraakt worden door
de klimaatcrisis. We werken aan partnerschappen voor overdracht van technologie, kennis en
financiële ondersteuning om landen in het mondiale Zuiden te ondersteunen bij de uitrol van
hernieuwbare energie en bij het opvangen van de klappen van de klimaatcrisis.
1.2.11 Vergroening financiële sector. Te vaak nog zien financiële instellingen investeringen
in hernieuwbare energie of duurzame landbouw als risicovoller dan investeringen in de fossiele
economie. Ze staan met hun rug naar de toekomst. Daarom verplichten we banken, verzekeraars,
pensioenfondsen en vermogensbeheerders om heldere strategieën te formuleren om de
emissies die voortvloeien uit hun leningen en investeringen in lijn te brengen met de Europese
klimaatdoelen. Er moeten volgend mandaat bindende regels komen om financiële instellingen
aansprakelijk te houden voor schenden van klimaatnormen en mensenrechten. De wetgeving
over internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen gaat ook gelden voor financiële
instellingen.
1.2.12 Europese Investeringsbank. We maken de EIB tot dé bank voor de ecologische transitie.
Deze bank stelt meer kapitaal beschikbaar voor groene investeringen tegen lage rente, ook
aan burgercollectieven. Duurzaamheids- en transparantie-eisen voor financiële tussenpartijen
scherpen we aan. Aan het EIB-besluit om geen subsidies meer te verlenen voor fossiele energie
tornen we niet.
1.2.13 Aanpak overconsumptie. We pakken overconsumptie aan door herverdeling van inkomen
en vermogen, maar ook door de verkoop van goederen en diensten met een grote ecologische
voetafdruk te verminderen. We begrenzen overconsumptie met verplichte milieustandaarden
voor producten (ecodesign), het verlengen van wettelijke garantie om consumptie te beperken en
duurzamer ontwerp van producten te stimuleren en het verbieden van excessen als privéjets.
1.2.14 Minder ongezonde reclame. We leggen commerciële reclame aan banden, te beginnen
met een verbod op fossiele reclames en ongezonde zaken als (online) gokken, alcohol en
fastfood. Illegale reclame op sociale media wordt aangepakt evenals influencers die bewust
producten aanprijzen die de gezondheid van kinderen schaden.
Groene energie
1.2.15 Zuinig met energie. Besparing is uiteindelijk de meest duurzame klimaatmaatregel, want
wat je niet gebruikt, hoef je niet op te wekken. Energiebesparing krijgt de hoogste prioriteit in het
Europese klimaat- en energiebeleid. We helpen huishoudens om energie te besparen en brengen
door te verduurzamen hun energierekening naar beneden. In 2040 is het energiegebruik van de
EU 50% efficiënter dan in 2019.
1.2.16 Energiezuinige apparaten. We gaan voortvarend door met de aanscherping van normen
voor het energiegebruik van apparaten (ecodesign). De zuinigste technologie wordt de nieuwe
norm. De meest verspillende apparaten verdwijnen hierdoor van de markt.
1.2.17 Zuinig met data en rekenkracht. We stellen strenge eisen aan datacentra om een zuinig
gebruik van stroom, grondstoffen, water en ruimte af te dwingen en hergebruik van restwarmte te
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 30 Europese Parlementsverkiezingen 2024
bevorderen. Er komen duurzaamheidsstandaarden voor digitale toepassingen, om te voorkomen
dat de groei van datacentra door het dak gaat. Nieuwe ecodesignregels leggen het gebruik van
data en rekenkracht voor kunstmatige intelligentie (AI), online advertenties, video’s en games,
slimme apparaten, software en cryptomunten aan banden. We bevorderen de ontwikkeling
van ultra-efficiënte chips en halfgeleiders, maar nieuwe toepassingen mogen niet leiden tot
een explosie van energie- en grondstoffenverbruik. Ook krijgen ICT-producten een verplicht
milieulabel.
1.2.18 Zon op dak. We zien erop toe dat de lidstaten het opwekken van de productie van
hernieuwbare energie door huishoudens (blijven) stimuleren, met speciale aandacht voor
huurwoningen, hoogbouw en lage inkomens.
1.2.19 Wind op zee. Nieuwe projecten voor wind op zee krijgen meer zekerheid dankzij contracts
for difference, die bescherming bieden tegen zowel verliesgevende exploitatie als overwinsten.
1.2.20 Energiedemocratie. Ter versterking van energiedemocratie zorgen we ervoor dat
lidstaten het mogelijk maken voor omwonenden en energiecoöperaties en -gemeenschappen
om te participeren in alle grote projecten voor opwekking van hernieuwbare energie. Coöperaties
kunnen mee investeren in wind op zee.
1.2.21 Supernet. We werken verder aan de versterking van de verbindingen tussen nationale
stroomnetten, op land en op de Noordzee, om zo efficiënt mogelijk gebruik te maken van de
opgewekte groene stroom. We versnellen de vergunningsprocedures voor supranationale
infrastructuurprojecten zoals NorthSeaGrid. Zo ontstaat een Europees supernet voor groene
stroom. De Europese Commissie moet meer doorzettingsmacht krijgen wanneer landen
verbindingen van Europees belang blokkeren.
1.2.22 Energie slim gebruiken. Om onnodige investeringen in transport en opslag van stroom
te voorkomen, bevordert de EU het combineren van wind en zon, opwekking van stroom nabij
verbruik, het delen van stroom binnen energy hubs en coöperaties en flexibilisering van de vraag
– met bescherming van kwetsbare consumenten. Omwonenden profiteren verplicht mee van
energieopbrengsten uit de windmolens.
1.2.23 Interoperabiliteit. Er komen open standaarden voor flexibiliteitsdiensten. De
interoperabiliteit van apparaten die een flexibele stroomvraag kunnen leveren wordt
gegarandeerd, evenals de privacy en autonomie van betrokken huishoudens.
1.2.24 Natuurversterkende maatregelen. We bevorderen dat energieprojecten, waaronder de
aanleg van energie-infrastructuur, gepaard gaan met natuurversterkende maatregelen.
1.2.25 Groene waterstof. Voor een klimaatneutrale industrie en het verduurzamen van lucht- en
scheepvaart is groene waterstof onmisbaar. We stimuleren de productie van groene waterstof,
onder voorwaarden. Voor het gebruik van groene waterstof gaat een waterstofladder gelden, die
voorrang geeft aan toepassingen waarvoor geen duurzaam alternatief – zoals directe elektrificatie
– bestaat. Alleen onmisbare toepassingen mogen subsidie ontvangen.
1.2.26 Duurzame import. We stellen duurzaamheidseisen aan de import van groene stroom
en groene waterstof. De productie in derde landen moet ook ten goede komen aan de
lokale energievoorziening en industrie. De bouw van wind- en zonneparken en electrolysers
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 31 Europese Parlementsverkiezingen 2024
mag niet leiden tot landroof, biodiversiteitsverlies, waterschaarste of -vervuiling, uitbuiting,
mensenrechtenschendingen, belastingontwijking of corruptie.
1.2.27 Kolencentrales sluiten. Uiterlijk in 2030 zijn alle kolencentrales in de EU dicht. De
emissierechten van deze centrales worden geschrapt. In 2040 gebruiken we geen fossiele
brandstoffen meer. De Europese Commissie moet EU-landen dwingen om een plan op te stellen
voor afbouw van de winning, met een einddatum voor vergunningen.
1.2.28 Strikte eisen voor bio-energie. We scherpen de regels voor bio-energie aan.
Biomassa mag alleen verbrand worden als het gaat om reststromen waar geen hoogwaardiger
toepassing voor is (cascadering). De verbranding van houtige biomassa mag niet langer worden
gesubsidieerd en niet langer meetellen als hernieuwbare energie. Import van biomassa voor
energieopwekking verbieden we. Als extra stimulans voor een hoogwaardige toepassing
van biogrondstoffen komt er voor grote installaties die veel biogene CO2 uitstoten een
verplichting om CO2 op te slaan. Dit geldt voor onder meer afvalverbrandingsinstallaties,
biobrandstofraffinaderijen en bio-energiecentrales.
1.2.29 Geen geld voor kerncentrales. De EU biedt geen financiering voor de bouw van
kerncentrales. Er komen duidelijke afspraken over het reserveren van voldoende geld voor
de ontmanteling van centrales aan het eind van hun levensduur. Radioactief afval wordt niet
geëxporteerd naar of geïmporteerd uit landen buiten de EU.
1.2.30 Opzeggen Energiehandvest. We stappen als EU uit het Energiehandvestverdrag, dat
fossiele investeringen beschermt, en neutraliseren doorlopende schadeclaims van bedrijven.
1.2.31 Verdrag tegen fossiele brandstoffen. We zetten ons ervoor in dat de EU zich aansluit bij
het Fossil Fuel Non-Proliferation Pact.
1.3 Groene en sociale industriepolitiek
Industriepolitiek
1.3.1 Groene en sociale industriepolitiek. We ondersteunen de opbouw van groene industrieën
om het Europese verdienmodel van de toekomst veilig te stellen. Dat geldt onder meer voor de
productie van (circulaire) zonnepanelen, warmtepompen, batterijen en andere hoogwaardige
technologische producten voor de energietransitie. Voor de opschaling van deze technologieën
is investeringszekerheid op lange termijn cruciaal. Daarom bieden we helderheid over de doelen
en het beleid dat daarbij hoort en nemen we overbodige regels weg. Tegelijk werken we aan de
verduurzaming of afbouw van vervuilende sectoren, zoals de staal-, kunstmest- en bio-industrie.
Dat is ook goed voor volksgezondheid en dierenwelzijn. Aan publieke financiering stellen we
strikte voorwaarden: ondersteuning moet leiden tot structurele werkgelegenheid waar vakmensen
een zeker inkomen mee kunnen verdienen; ook afrekenbare klimaatplannen zijn hier onderdeel
van.
1.3.2 Europese regie. We voeren op Europees niveau de regie over de industriepolitiek, op
basis van ecologische, sociale en ruimtelijke criteria en in samenwerking met sociale partners.
Zo voorkomen we dat elk land zijn eigen groene staalfabriek of batterijfabriek bouwt. Maar
ook dat elk land zijn eigen industrie, ook als deze geen toekomst meer heeft, koste wat kost
wil beschermen. De toenemende nationale staatssteun vergroot momenteel verschillen binnen
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 32 Europese Parlementsverkiezingen 2024
Europa en komt nu vooral terecht bij vervuilende bedrijven. De beschikbaarheid van hernieuwbare
energie, van secundaire of hernieuwbare grondstoffen en van ruimte in het licht van natuurherstel
en zeespiegelstijging, alsmede de verdeling van werk en welvaart, wordt medebepalend voor de
vestiging van industrie en de toelaatbaarheid van staatssteun. De Europese regie omvat ook de
investeringen in infrastructuur voor transport en opslag van elektriciteit en waterstof.
Ondernemen voor meer dan winst
1.3.3 Democratisering economie. Wij voeren een ander bestuursmodel voor bedrijven in, dat
zich niet langer richt op aandeelhouderswaarde, maar op maatschappelijke en ecologische
waarde. Daartoe krijgen alle stakeholders - van werknemers en consumenten tot omwonenden en
de natuur - een formele stem of rol in het ondernemingsbestuur, via de Raad van Commissarissen
of aandeelhouderschap. We stimuleren innovatieve bedrijfsmodellen, zoals coöperaties, waar
deelnemers het beleid bepalen.
1.3.4 Ruim baan voor burgercollectieven. We maken de EU tot bondgenoot van
burgers die de schouders zetten onder de ecologische transitie. In lijn met de wetgeving
over energiegemeenschappen verplichten we lidstaten om ruim baan te geven aan
burgercollectieven, van mobiliteits- tot voedselcoöperaties. We herzien interne marktregels,
waaronder aanbestedingsregels, die de ontwikkeling van nieuw gemeengoed en publiek-civiele
samenwerking in de weg zitten.
1.3.5 Aandeelhouderschap. We nemen maatregelen die langetermijnaandeelhouderschap
stimuleren. Zo voert de EU een belasting in op financiële transacties, die speculatieve handel
tegengaat en geduldig beleggen stimuleert. De snelle verkoop van aandelen wordt extra belast,
net als de inkoop van eigen aandelen, terwijl de verkoop van aandelen na een langere tijd lager
wordt belast. Langetermijnaandeelhouders krijgen een zwaardere stem en loyaliteitsdividend.
Grote institutionele aandeelhouders en vermogensbeheerders worden verplicht om naast positief
rendement ook een positieve impact van hun beleggingen op de maatschappij na te streven. De
transparantie over stemgedrag van aandeelhouders wordt vergroot.
1.3.6 We delen de winst. Werkenden creëren de winsten van bedrijven. Daarom voeren we voor
bedrijven met meer dan honderd werknemers een winstdelingsregeling in die we koppelen aan de
winstuitkering voor aandeelhouders: hoe hoger de uitkering voor aandeelhouders, hoe hoger de
uitkering voor werkenden.
1.3.7 Topinkomens. Werkgevers en werknemers maken in het ondernemingsbestuur afspraken
over de hoogte van eventuele bonussen en de maximaal toelaatbare inkomensverschillen
binnen de onderneming. Beloningen voor managers worden gekoppeld aan het behalen van
duurzaamheidsdoelen. De Europese regelgeving ten aanzien van bonussen wordt afgestemd op
het Nederlandse niveau voor de financiële sector van maximaal 20% van het vaste salaris.
1.3.8 Machtsposities en consumentenwelzijn. In het mededingingsrecht is consumentenwelzijn
leidend, maar dit wordt nu te nauw geïnterpreteerd. Voortaan, bijvoorbeeld bij overnames en
machtsconcentraties, toetsen we consumentenwelzijn niet langer alleen maar aan effecten op de
laagste prijs, maar ook aan andere maatschappelijke effecten, zoals het effect op duurzaamheid,
keuzevrijheid, privacy, de mate van concurrentie binnen een markt en mediavrijheid. De Europese
Commissie en nationale handhavers krijgen meer mogelijkheden om agressieve overnames tegen
te gaan en in te grijpen als bedrijven een dominante positie gebruiken om nieuwe markten te
betreden.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 33 Europese Parlementsverkiezingen 2024
1.3.9 Macht breken. Als een bedrijf een te grote machtspositie heeft, moet de Europese
Commissie strenger op kunnen treden en de huidige structuren die machtsposities in de hand
werken open kunnen breken, bijvoorbeeld met verplichte interoperabiliteit, het vrijgeven van
patenten, verplichte optie tot behoud van bankrekeningnummer, of het verplicht delen van niet-
persoonlijke data. De Europese Commissie moet, waar nodig, bedrijven kunnen opbreken.
Grondstoffen in kringloop houden
1.3.10 Circulair Europa. We maken de EU tot koploper in circulariteit. In 2050 hebben we
een volledig circulaire economie. Met het sluiten van kringlopen sparen we grondstoffen
en energie, beschermen we de biodiversiteit binnen en buiten Europa, verminderen we de
importafhankelijkheid van de EU, dringen we vervuiling terug en brengen we klimaatneutraliteit
dichterbij.
1.3.11 Weg van de wegwerpeconomie. In het grondstoffenbeleid zetten we het afzien
van producten voorop, gevolgd door intensiever gebruik (delen), verbetering van de
materiaalefficiëntie, verlenging van de levensduur, hergebruik, reparatie en recycling.
1.3.12 Ecodesign voor circulariteit. Op basis van de nieuwe wetgeving over ecologisch
ontwerp stellen we voorschriften op voor alle producten die gemaakt of verkocht worden in de
EU. Ecodesign omvat onder meer het uitfaseren van giftige stoffen; het vervangen van schaarse
door meer gangbare grondstoffen; het gebruik van een oplopend percentage gerecyclede
grondstoffen; een verplichte minimum levensduur en een verbod op geplande veroudering;
repareerbaarheid en recyclebaarheid.
1.3.13 Strengere regels voor chemicaliën. De Europese wetgeving over chemicaliën wordt
aangescherpt: bedrijven mogen stoffen pas gebruiken of op de markt brengen als zij vooraf
aantonen dat deze veilig zijn voor mens en natuur. PFAS worden onmiddellijk verboden, andere
onafbreekbare giftige stoffen op korte termijn. We beschermen werknemers beter tegen het
werken met gevaarlijke stoffen. Milieu-, gezondheids- of financiële schade aangericht door illegale
dumpingen of uitstoot van PFAS wordt verhaald op de vervuiler.
1.3.14 Minder microplastics. Ecodesignvoorschriften stellen een strenge limiet aan het vrijkomen
van microplastics uit kleding. Daarmee wordt het gebruik van synthetisch textiel afgeremd. In
nieuwe wasmachines worden filters die microplastics opvangen verplicht. Er komt een verbod op
microplastics in alle cosmetica en schoonmaakmiddelen.
1.3.15 Kritieke grondstoffen. Op kritieke grondstoffen, die schaars maar onmisbaar zijn, zijn we
extra zuinig. We diversifiëren de toeleveringsketens van deze grondstoffen en zien streng toe op
maatschappelijk verantwoord ondernemen.
1.3.16 Metaalmijnbouw. De energietransitie vraagt veel metalen. We zorgen ervoor dat de
bedrijven die deze metalen winnen en importeren hun zorgplicht voor mens en natuur (gaan)
naleven. Daarbij hoort dat lokale gemeenschappen zeggenschap krijgen en baat hebben bij
mijnbouw. Dat geldt ook voor de winning van kritieke metalen in Europa. We dragen zorg voor
veilige arbeidsomstandigheden. Mijnbouwmachines worden uitstootvrij.
1.3.17 Biogrondstoffen. We geven sturing aan de biobased economy. Fossiele en andere eindige
grondstoffen worden zoveel mogelijk vervangen door duurzame plantaardige alternatieven,
zonder de voedselvoorziening in gevaar te brengen. Hoogwaardige toepassingen van
biogrondstoffen hebben voorrang boven het gebruik als energiebron.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 34 Europese Parlementsverkiezingen 2024
1.3.18 Circulair en biobased bouwen. We stimuleren circulair en biobased bouwen. We
ondersteunen de opschaling van de productie van biomaterialen voor isolatie van woningen.
We stellen een maximum aan de materiaalgebonden CO2-uitstoot van nieuwbouw, waardoor
hergebruik van materialen en de toepassing van biobased materialen een impuls krijgen.
Gebouwen krijgen een materialenpaspoort om hergebruik te vergemakkelijken.
1.3.19 Einde aan fast fashion, wegwerpelektronica en wegwerpplastic. Om te bevorderen
dat producten zoals kleding, meubels en elektronica van goede kwaliteit zijn en lang meegaan,
verlengen we garantietermijnen en maken we het voor consumenten gemakkelijker om hun recht
op garantie uit te oefenen. Reparatie heeft de voorkeur boven vervanging. Ook breiden we het
verbod op plastic wegwerpartikelen uit.
1.3.20 Recht op reparatie. De EU voert het afgesproken recht op reparatie in en breidt het recht
uit naar meer producten. Een reparatiescore voor producten stelt consumenten in staat duurzame
keuzes te maken. Consumenten moeten dit recht in de praktijk snel en eenvoudig kunnen
opeisen. Na afloop van de garantie moet reparatie betaalbaar zijn. Daartoe bevorderen we dat
lidstaten de btw op reparaties verlagen.
1.3.21 Mondiaal plasticverdrag. We ijveren voor een mondiaal plasticverdrag dat de productie
van plastic aan banden legt, de toepassingen ervan beperkt en een eind maakt aan vervuiling
door plastic.
1.3.22 Steun voor circulaire koplopers. Afval dat geschikt is voor recycling mag niet langer
gestort of verbrand worden. We geven meer steun aan circulaire koplopers bij kennisuitwisseling,
het samenwerken in circulaire ketens en het verkrijgen van de einde-afvalstatus voor grondstoffen
die op veilige wijze hergebruikt of gerecycled kunnen worden.
1.3.23 Verantwoordelijkheid producenten. De uitgebreide producentenverantwoordelijkheid,
die fabrikanten en importeurs verantwoordelijk maakt voor inzameling en recycling van
afgedankte producten, wordt verbreed naar onder meer kleding en meubels. Inzamelings- en
recyclingdoelen worden stapsgewijs aangescherpt; ze mogen hergebruik niet in de weg staan.
Gemeenten, reparatie- en recyclingbedrijven en ngo’s krijgen een stem in de organisaties voor
uitgebreide producentenverantwoordelijkheid.
1.3.24 Milieulabel. Consumenten dienen volledig geïnformeerd te worden over de milieu-impact
van producten met een verplicht milieulabel. Hiervoor wordt de product-milieuvoetafdruk (PEF) de
standaard. Voor producten waar de PEF niet op van toepassing is, komt de Europese Commissie
met standaarden per productcategorie.
1.3.25 Retourpremie. Er komt een retourpremie voor alle elektronica, inclusief batterijen, en voor
kleding.
1.3.26 Stop afvalexport. We stoppen met de export van afval naar landen buiten de EU.
1.3.27 Diepzeemijnbouw op pauze. We maken ons sterk voor een internationaal moratorium op
diepzeemijnbouw zolang de effecten daarvan onvoldoende zijn onderzocht. Eerst moet worden
aangetoond dat delfstoffenwinning op de oceaanbodem samen kan gaan met de effectieve
bescherming van het milieu, de biodiversiteit en de koolstofopslag van de oceanen.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 35 Europese Parlementsverkiezingen 2024
1.4 Europees investeren in een schone, sociale en veilige toekomst
Een stabiele en duurzame financiële sector
1.4.1 Bankenunie. Spaargeld moet veilig zijn. Een volwaardige bankenunie maakt het financiële
systeem weerbaarder en is belangrijk voor de stabiliteit van de eurozone. Banken moeten
substantieel meer eigen vermogen aanhouden ten opzichte van leningen die ze verstrekken,
en zich via een Europees depositogarantiestelsel verzekeren tegen bankruns. Zo draait de
bankensector zelf op voor mogelijke verliezen en faillissement en wordt spaargeld veiliggesteld.
Om te voorkomen dat problemen in de bankensector overslaan op de overheidsfinanciën van
eurolanden en dat banken elkaar in een economische val meesleuren, pakken we blootstellingen
aan nationale obligaties op bankbalansen aan. Banken moeten bij wanbeheer worden afgerekend
op hun beleid, niet op in welk land ze gevestigd zijn.
1.4.2 Stabiele euro. In onzekere tijden hebben we een stabiele euro meer dan ooit nodig. Met
een slagvaardige, eigentijdse EU-begroting zijn we beter in staat om de klappen van toekomstige
crisis op te vangen. We moeten de muntunie ook versterken door ons meer gezamenlijk te
beschermen tegen financiële crises. Een Europees depositogarantiestelsel moet voorkomen dat
falende banken hele landen meesleuren in hun val en speculanten gaan gokken op een scheuring
in de eurozone.
1.4.3 Too big to fail aanpakken. We zorgen ervoor dat banken niet langer too big to fail zijn,
waardoor ze onbeheersbare risico’s voor de financiële stabiliteit vormen. Falende banken
worden in principe afgewikkeld. We stimuleren concurrentie tussen banken, grote banken
worden opgeknipt en er komt een scheiding tussen de nutsactiviteiten van banken en risicovolle
handelsactiviteiten. Zo verminderen we risico’s en kan de bankensector economische klappen zelf
opvangen, in plaats van dat de belastingbetaler daarvoor moet opdraaien.
1.4.4 Spaarders profiteren van renteverhoging. We voeren een extra bankenbelasting in voor
bankenwinsten die uitsluitend doorschuiven naar aandeelhouders en spaarders niet mee laten
profiteren. Ook moeten belastingbetalers meeprofiteren van de grote meevallers die banken innen
door rentebeleid van de Europese Centrale Bank (ECB). Door de hoge rentestanden keerde de
ECB in 2023 een bedrag van naar schatting 146 miljard euro uit aan commerciële banken. Dit
gaat indirect ten koste van de belastingbetaler, omdat de ECB normaal winsten aan nationale
schatkisten uitkeert. We stoppen deze subsidiestroom door de drempel van niet-vergoede
reserves voor banken flink te verhogen.
1.4.5 Groene rente. Bij renteverhogingen door de ECB worden groene investeringen, zoals in
zonne-energie, warmtepompen en aardwarmte, duurder en dus disproportioneel hard afgeremd.
Dit brengt de groene transitie en daarmee de prijsstabiliteit in gevaar. De ECB mag groene activa
bevoordelen in het monetair beleid als dit past binnen het doel om inflatie rond de 2% te houden.
Daarom maakt de ECB, waar nodig, onderscheid tussen de algemene rente en een specifieke
groene rente voor duurzame investeringen. De ECB komt zijn verplichtingen onder het Europees
Verdrag en het Klimaatakkoord van Parijs na en stopt haar steun aan fossiele activiteiten.
1.4.6 Bescherming voor consumenten. Voor particuliere beleggers moeten
investeringsadviezen altijd in openheid en zonder belangenverstrengeling verstrekt worden.
Toezichthouders onderwerpen nieuwe financiële producten aan een risicotoets, waaronder
een begrijpelijkheidstoets voor consumenten. De overstap tussen banken moet makkelijker
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 36 Europese Parlementsverkiezingen 2024
worden gemaakt. Online advertenties voor investeringen, financiële producten en praktijken van
finfluencers, zoals piramidespelen, worden strenger aangepakt en aan banden gelegd.
1.4.7 Duurzame investeringen. Om consumentenvertrouwen in duurzaam beleggen te
versterken, om de Europese kapitaalmarktunie voor duurzaam beleggen te verdiepen en om geld
te mobiliseren voor de groene transitie, handhaven we strenge Europese criteria voordat financiële
producten als ‘duurzaam’ in de markt worden gezet. Gas en kernenergie mogen niet langer als
duurzaam worden bestempeld. Bovendien komen er definities voor niet-duurzame investeringen.
Op basis daarvan neemt de EU maatregelen om de financiering van niet-duurzame investeringen
af te bouwen. Iedere euro die financiële instellingen in fossiele investeringen of leningen steken
moet met 100% kapitaal gedekt zijn, zodat de echte kosten en risico’s van investeringen in een
onleefbare planeet voelbaar worden bij investeerders.
1.4.8 Digitale euro. De EU garandeert het voortbestaan van cash geld. Daarnaast voert de EU
de digitale euro in, die een publiek betaalsysteem biedt als alternatief voor private initiatieven als
bitcoin en stablecoins en voor private commerciële banken, zowel voor betaalverkeer als voor het
stallen van geld. De EU zorgt ervoor dat het gebruik van de digitale euro voor burgers veilig, gratis
en universeel toegankelijk is. Dit systeem moet aan strenge eisen voldoen als het gaat om privacy,
toegankelijkheid en democratische inspraak.
1.4.9 Verantwoording ECB. De ECB is onafhankelijk maar legt beter verantwoording af over de
invulling van haar mandaat om prijsstabiliteit te garanderen en het EU-beleid te ondersteunen.
Zij gaat impactanalyses publiceren van verstrekkende monetaire besluiten en meer toegang
verschaffen tot vertrouwelijke ECB-documenten, en biedt zo het Europees Parlement en
onafhankelijke partijen de mogelijkheid om monetair beleid te evalueren.
1.4.10 Kapitaalmarktunie reguleren. We voltooien de kapitaalmarktunie. De Europese
toezichthouder (ESMA) krijgt meer bevoegdheden. We dichten gaten in het reguleren van de
kapitaalmarkt, zeker als het gaat om het onderwaarderen van klimaatrisico’s en in gevallen
waar niet-banken onder lichtere regels en toezicht bancaire taken uitvoeren (shadow banking).
Ook moet binnen de kapitaalmarktunie de vooringenomenheid voor schuldfinanciering boven
financiering uit eigen middelen (debt-equity bias) worden aangepakt.
1.4.11 Cryptomunten. Cryptomunten moeten aan strenge regulering onderhevig zijn. Banken
moeten voldoende geld aanhouden om de risico’s van crypto-assets te dekken. De energie-
uitstoot van crypto is excessief en moet stevig aan banden worden gelegd.
Begrotingsregels
1.4.12 Begrotingsregels voor welzijn en veerkracht. Voor een toekomstbestendige economie
krijgen lidstaten de ruimte om te investeren in hun publieke en sociale voorzieningen en in de
ecologische transitie, om de economie van een land te versterken en toekomstbestendig te
maken. We zorgen voor beheerste ontwikkeling van schuld met meer ruimte voor publieke
investeringen. Begrotingsregels en nationale hervormingsprogramma’s worden, naast
schuldhoudbaarheid, sterker gebaseerd op indicatoren als welzijn, sociale voorzieningen,
planetaire grenzen, zorg, onderwijs en een rechtvaardige klimaattransitie. Het sturen op een laag
tekort werkt onnodig procyclisch. Bij het bepalen van schuldhoudbaarheid wordt de lange termijn
sterker meegenomen en meer gekeken naar de inkomsten en investeringen in de maatschappij, in
plaats van verwoestende bezuinigingen. Daarnaast worden klimaat- en duurzaamheidsrisico’s in
de schuldhoudbaarheid meegewogen.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 37 Europese Parlementsverkiezingen 2024
1.4.13 Sociale rechten in de begrotingsregels. De 20 principes van de Europese Pijler voor
Sociale Rechten (EPSR) en de doelstellingen van het actieplan worden volledig geïntegreerd als
doelen in de nieuwe begrotingsregels. De Europese Commissie doet een grondige evaluatie van
de voortgang van de lidstaten. Meer structureel maakt de Commissie de Sociale Pijler onderdeel
van de landenspecifieke aanbevelingen en moet het ‘kader voor sociale convergentie’ ervoor
zorgen dat sociaal beleid op gelijke voet komt met de economische en fiscale doelstellingen van
het begrotingsbeleid.
1.4.14 Een slagvaardige EU-begroting. De EU-begroting stelt ons in staat te reageren op grote
overkoepelende uitdagingen. We breiden daarom de slagkracht van de EU-begroting uit. De
Europese meerjarenbegroting (MFK) moet gemoderniseerd, herschikt en verhoogd worden om
de EU socialer, duurzamer en strategisch onafhankelijker te maken. Er moet een verschuiving
plaatsvinden van de oude cohesie- en landbouwfondsen naar toekomstgericht beleid, met het
zwaartepunt op klimaat, innovatie en bestaanszekerheid. Hierbij wordt het innovatiebudget
verdrievoudigd.
1.4.15 Een EU-begroting met eigen inkomsten. Een grotere EU-begroting moet uit meer eigen
inkomsten bestaan, niet alleen uit hogere nationale bijdragen. Deze eigen inkomsten kunnen
bijvoorbeeld bestaan uit het belasten van vervuiling, het belasten van overwinsten, een digitale
dienstenbelasting, een financiële transactietaks of een ‘interne-marktheffing’ voor de allergrootste
bedrijven. Die eigen middelen zoeken we dus niet direct bij de individuele belastingbetaler, maar
bij partijen die het meeste voordeel halen uit Europese samenwerking: multinationale bedrijven.
1.4.16 Strategische en crisisbestendige investeringen. We bouwen voort op het succes
van het Europees Herstelfonds (herstel- en veerkrachtfaciliteit of RRF) en de Europese
werkloosheidsverzekering (SURE), waarbij Europees geld lidstaten de ruimte geeft om groene,
digitale, sociale en geopolitieke investeringen te doen. Deze programma’s waren essentieel
als antwoord op de coronacrisis en verdienen opvolging. We richten daarom een permanent
Europees investeringsfonds op met bindende voorwaarden om de transitie te versnellen, stabiliteit
en solidariteit te waarborgen en om toekomstige crises op te vangen. Dit wordt bij voorkeur
ingebed in de EU-begroting. We steunen gezamenlijke Europese leningen om de slagkracht van
deze fondsen te verhogen. Respect voor de rechtsstaat en duurzame hervormingen zijn een
voorwaarde voor financiële steun, net als sterke groene en sociale waarborgen. Het Europees
Parlement krijgt een toezichthoudersrol over de uitgaven. Nu zijn lidstaten grotendeels zelf
verantwoordelijk: een slager die zijn eigen vlees keurt.
1.4.17 Strenge voorwaarden voor publiek geld. Voor alle bestedingen van publiek geld, of het
nu gaat om staatssteun van landen of EU-subsidies, gaan strenge voorwaarden gelden op gebied
van mensenrechten, duurzaamheid, sociale rechten en werknemersrechten voor zowel lidstaten
als bedrijven. Waar bedrijven met EU-subsidies zich niet aan de voorwaarden blijken te houden,
worden deze subsidies stopgezet. Als bedrijven met subsidies en dus belastinggeld binnen vijf
jaar substantiële winsten maken of zich niet houden aan de vooraf gestelde voorwaarden, betalen
zij op basis daarvan de subsidie geheel of deels terug.
1.4.18 Sturende publieke aanbestedingen. Publiek geld moet gaan naar de beste optie, niet
alleen de goedkoopste. We herzien de Europese aanbestedingsrichtlijn, zodat onder andere
sociale, duurzaamheids-, en privacyfactoren strikte voorwaarden zijn. Ook moet strategische
autonomie kunnen worden meegenomen in afwegingen, in plaats van alleen de laagste prijs. Dit
soort criteria gaat voortaan ook gelden voor sectoren waar nu een licht regime voor geldt, zoals
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 38 Europese Parlementsverkiezingen 2024
de zorg. Minimumcriteria, zoals de aanwezigheid van een cao, fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden,
klimaatneutrale projecten, eigen controle over infrastructuren en het voldoen aan milieunormen
kunnen daarbij worden gehanteerd. De voorwaarden bij overheidsaanbestedingen en -inkoop
lopen in de tijd op en houden rekening met de omvang van de meedingende bedrijven. Zo
steunen we koplopers in de groene welzijnseconomie.
1.4.19 Aanmelden voor investeringen. We versimpelen het aanvragen van steun uit innovatie-
en onderzoeksprogramma’s. Zo kunnen burgercoöperaties, mkb en familiebedrijven makkelijker
deelnemen aan Europese programma’s.
1.4.20 Investeren in een groene toekomst. Minstens de helft van de EU-begroting moet
ten goede komen aan duurzame investeringen en het op een rechtvaardige manier behalen
van de doelen van het Klimaatverdrag en biodiversiteitsafspraken. Daarvoor moderniseren en
verduurzamen we onder andere het Europees landbouwbeleid en investeren we in duurzame
energie, in het isoleren van huizen in heel Europa en in onderzoek en innovatie. Gezamenlijke
Europese investeringen en de EU-begroting moeten consistent zijn met het Klimaatakkoord van
Parijs.
1.4.21 Investeren in innovatie. We doen grootschalige investeringen in innovatie. De EU
formuleert publieke doelen, zoals de duurzame energietransitie, een circulaire economie,
betaalbare medicijnen en ethische en veilige technologie en digitale infrastructuur, die richting
geven aan onderzoek en innovatie. De EU bouwt actief aan publiek-private partnerschappen
en clusters, zoals rond Leuven en Eindhoven, voor optimale baten voor zowel bedrijven als de
maatschappij bij investeringen in innovatie.
1.5 Natuurherstel en eerlijk en gezond voedsel voor iedereen
1.5.1 Circulair voedselsysteem. We vormen het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
van de EU om tot een Gemeenschappelijk Voedselbeleid. Daarbij zetten we alle Europese
beleidsinstrumenten in om te bouwen aan een circulair voedselsysteem dat ecologische grenzen
respecteert, bodemkwaliteit en biodiversiteit verbetert, anticipeert op klimaatverandering,
dierenwelzijn waarborgt, de eiwittransitie versnelt, gezond en betaalbaar voedsel biedt aan
consumenten, goed werk en een eerlijke beloning oplevert voor duurzame en biologische
boeren en bijdraagt aan de ontwikkeling van plattelandsgebieden. Het is belangrijk dat de
landbouwtransitie in krimpgebieden gepaard gaat met investeringen in de leefbaarheid door
gebruik te maken van de juiste Europese cohesiefondsen. Zo blijft het leven op het platteland
aantrekkelijk voor komende generaties.
1.5.2 Gezond en betaalbaar eten. Het Gemeenschappelijk Voedselbeleid stelt nationale
en lokale overheden in staat om te werken aan een gezonde voedselomgeving. Van goed en
betaalbaar eten maken we een basisvoorziening, in lijn met initiatieven zoals de Volkskantine,
waar mensen biologische en verse gerechten kopen tegen snackbarprijzen. Overheden mogen
supermarkten verplichten om hun aanbod in overeenstemming te brengen met wetenschappelijke
richtsnoeren voor gezonde en duurzame voeding.
1.5.3 Gezonde en duurzame voedselkeuze. Een Europees voedselkeuzelogo zoals de Nutri-
Score moet de keuze van consumenten voor gezonde en duurzame productgroepen bevorderen.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 39 Europese Parlementsverkiezingen 2024
1.5.4 Minder voedselverspilling. In 2030 wordt in de EU 50% minder voedsel verspild. Dat
vraagt om actie in de hele keten, met specifieke doelen voor landbouw, voedselverwerkers,
supermarkten, restaurants en huishoudens, alsook goede monitoring van de voortgang.
Consumenten krijgen betere informatie over houdbaarheidsdata en duidelijker bewaaradvies op
verpakkingen.
1.5.5 Vergroenen landbouwsubsidies. Vervuilende landbouwsubsidies nemen we op de schop.
We vervangen de huidige inkomenssteun aan boeren door steun aan biologische, natuurinclusieve
en dierwaardige kringlooplandbouw, beloningen voor de maatschappelijke diensten die boeren
leveren en ondersteuning van een gezonde voedselomgeving. De beloning voor diensten zoals
natuurbeheer, landschapsonderhoud en waterberging moet toereikend zijn en worden vastgelegd
in langjarige contracten, die meer zekerheid bieden voor boeren en natuur. We zien erop toe dat
lidstaten bij de toekenning van subsidies controleren of werknemers volgens de cao worden
betaald en sociale premies worden afgedragen.
1.5.6 Duurzaamheidslabel. De EU stelt normen op voor natuurinclusieve en dierwaardige
kringlooplandbouw. Deze vormen de grondslag voor een duurzaamheidslabel, naast het
biolabel. De normen omvatten een afstandsnorm voor de herkomst van de reststromen
waarmee landbouwdieren worden gevoerd. Deze reststromen komen uit de landbouw,
voedingsmiddelenindustrie of landschapsonderhoud in de regio, niet van buiten de EU. Daarmee
wordt ook het stikstofoverschot teruggedrongen.
1.5.7 Eerlijke prijzen voor eerlijk voedsel. We zetten supermarkten in beweging om een
oplopend percentage producten uit biologische landbouw en andere vormen van duurzaam
geproduceerd voedsel te verkopen. Lange termijn prijsafspraken moeten meer zekerheid bieden
aan boeren die willen verduurzamen.
1.5.8 Boeren voor de bouw. Om het verdienmodel van boeren te verbreden en de milieu-impact
van de bouw te verminderen, bevorderen we de teelt van biobased bouw- en isolatiematerialen,
zoals hout en hennep.
1.5.9 Klimaatneutraal. Landbouw en landgebruik in de EU moeten in 2040 klimaatneutraal
zijn. Aan alle landbouwsubsidies koppelen we eisen voor vermindering van de uitstoot van
broeikasgassen. We belonen boeren voor de opslag van koolstof in landbouwbodems.
1.5.10 Minder kunstmest. We dringen het gebruik van synthetische kunstmest terug, onder meer
door voedingsstoffen uit menselijke uitwerpselen op veilige wijze terug te brengen in de kringloop
en de teelt van stikstofbindende voedselgewassen te stimuleren. Recycling van fosfaat en andere
voedingsstoffen uit rioolwaterzuiveringsslib wordt verplicht. Ook voor fosfaat in batterijen komt er
een recyclingverplichting.
1.5.11 Stoppen met pesticiden. We zetten ons in voor een Europees verbod op glyfosaat. Ook
andere chemische pesticiden worden uitgefaseerd. In 2030 gebruikt de landbouw de helft minder
pesticiden. We helpen boeren om minder chemische pesticiden te gebruiken en versnellen de
toelating van alternatieven. Pesticiden die binnen de EU verboden zijn mogen niet langer worden
geëxporteerd.
1.5.12 Landbouwrobots. We steunen boeren bij de inzet van lichte landbouwrobots. Die stellen
hen in staat om onkruid te controleren zonder herbiciden te gebruiken of te ploegen, om stroken-
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 40 Europese Parlementsverkiezingen 2024
en pixelteelt te bedrijven, om te boeren bij een hoog waterpeil en om de inzet te beperken van
zware tractoren die de bodem verdichten.
1.5.13 Klimaatbestendige landbouw. We steunen boeren bij de overgang naar
landbouwsystemen die beter bestand zijn tegen weersextremen en zeespiegelstijging, waaronder
natte en zilte landbouw, meerjarige voedselgewassen, voedselbossen en andere vormen van
agrobosbouw.
1.5.14 Genetische diversiteit. We zetten ons in voor behoud van de genetische diversiteit van
planten, mede met het oog op de noodzakelijke aanpassing op klimaatverandering. We verzetten
ons tegen octrooien op levende organismen.
1.5.15 Minder vee en vlees. We verkleinen de Europese veestapel flink, mede door een
verbod op megastallen, een graslandnorm en strengere dierenwelzijnseisen. We bevorderen de
eiwittransitie, met als tussendoel dat in 2030 onze eiwitten voor 60% uit plantaardige bronnen
komen en voor 40% uit dierlijke bronnen. We bieden steun aan veehouders die willen stoppen of
extensiveren.
1.5.16 Cellulaire landbouw. We investeren in technologieën die smakelijke en diervriendelijke
alternatieven bieden voor het inefficiënte landgebruik door veeteelt. Daartoe ondersteunen we
de ontwikkeling van vleesvervangers uit precisiefermentatie en van kweekvlees, op voorwaarde
dat de opgedane kennis vrij gebruikt kan worden. We financieren fundamenteel onderzoek en
helpen producenten bij het doorlopen van de markttoelatingsprocedure. We bevorderen ook de
inpassing van precisiefermentatie en kweekvlees in eetculturen alsmede de samenwerking tussen
producenten en boeren, bijvoorbeeld voor decentrale productie op het platteland. Dit schept
ruimte voor meer natuur.
1.5.17 Genetische modificatie. We houden vast aan de strenge Europese regels voor
transgenetische modificatie. Gewassen die gemodificeerd zijn zonder soortvreemd DNA
(cisgenese), bijvoorbeeld met de CRISPR-Cas-techniek, worden alleen toegelaten als zij een toets
op maatschappelijke waarde doorstaan. Daarbij draait het om hun bijdrage aan een duurzame,
klimaatadaptieve voedselvoorziening. De etiketteringsplicht blijft bestaan.
1.5.18 Geen dumping. We gaan het dumpen van landbouwoverschotten in armere landen
buiten de EU tegen, omdat dat ten koste gaat van lokale boeren en bedrijven. We ijveren voor
wederkerigheid van standaarden bij de handel in voedsel. We ondersteunen de duurzame
landbouw- en voedseltransitie in het mondiale Zuiden.
Duurzame visserij
1.5.19 Einde aan overbevissing. We staan commerciële visvangst alleen toe als het ecosysteem
gezond is en uitsluitend de natuurlijke aanwas aan vis wordt weggevangen. Uiterlijk in 2025
gelden voor alle commerciële vissoorten wetenschappelijk verantwoorde quota die zorgen voor
spoedig herstel van een overvloedige visstand.
1.5.20 Geen sleepnetvisserij. We faseren zware sleepnetvisserij uit en stoppen met
bodemverstorende visserij in zeereservaten. Er komen weer experimenten met pulsvisserij.
Gedegen wetenschappelijk onderzoek naar de ecologische neveneffecten is nodig voordat vissen
met stroomstoten wordt toegestaan.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 41 Europese Parlementsverkiezingen 2024
1.5.21 Eerlijke transitie. We dringen het overschot aan vangstcapaciteit terug met een
rechtvaardig transitieplan. We geven niet langer subsidie voor de bouw van vissersschepen. De
vrijstelling van brandstofaccijns voor de visserij wordt geschrapt.
1.5.22 Visserijakkoorden. Akkoorden met landen buiten de EU mogen niet ten koste gaan van
een gezonde visstand of van de bestaansmogelijkheden van de lokale bevolking. Import van vis
gevangen door lokale vissers heeft de voorkeur boven visserij in wateren van landen buiten de EU
door de Europese vissersvloot.
Volksgezondheid
1.5.23 Voorbereiden op pandemieën. We maken ons sterk voor een eerlijke toegang tot
medicijnen en vaccins, onder meer door het opschorten van octrooien, het delen van kennis en
technologie in samenwerking met de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en het verlenen van
steun aan de opbouw van productiecapaciteit in het mondiale Zuiden. Dit is ook onze inzet bij de
onderhandelingen over een internationaal pandemieverdrag. Dit verdrag moet tevens het risico
op overdracht van besmettelijke ziekten van dier op mens verkleinen, op basis van de one health-
benadering: de gezondheid van mensen is verweven met die van dieren en ecosystemen. Bij het
bestrijden van pandemieën dient een zorgvuldige en transparante afweging van mensenrechten te
worden gemaakt.
1.5.24 Beter beschikbare geneesmiddelen. We breken de macht van Big Pharma. We
zetten ons in voor gezamenlijke inkoop van medicijnen en vaccins op Europees niveau, naar
het voorbeeld van de coronavaccins. We maken het gemakkelijker om medicijnen uit andere
Europese landen te importeren. We gaan medicijnverspilling tegen door versoepeling van de
regels. Apothekers en andere bedrijven geven we middels dwanglicenties de mogelijkheid om
dure medicijnen goedkoop na te maken. We verkorten de octrooien op medicijnen en vaccins,
leggen de toeëigening van publiek gefinancierd geneesmiddelenonderzoek door private bedrijven
aan banden en zetten een publieke infrastructuur op voor de ontwikkeling van nieuwe medicijnen,
vaccins en hulpmiddelen.
1.5.25 Antibiotica. Met verantwoord gebruik van antibiotica gaan we het ontstaan en de
verspreiding van multiresistente ziektekiemen tegen. We dringen het antibioticagebruik in
de veeteelt terug, onder meer door de huisvesting van landbouwdieren te verbeteren en
groepsbehandeling te beperken. We maken een eind aan de import van dierlijke producten
waarbij in de EU verboden antibiotica zijn gebruikt. De lijst van reserve-antibiotica,
die alleen bij mensen mogen worden ingezet, stemmen we af op de criteria van de
Wereldgezondheidsorganisatie. We bevorderen de ontwikkeling van nieuwe antibiotica en
alternatieve behandelmethoden.
1.5.26 Geneesmiddelen voor het mondiale Zuiden. We zetten ons in voor de ontwikkeling
van vaccins en medicijnen tegen ziektes die een grote impact hebben in lage- en
middeninkomenslanden, zoals hiv/aids, tuberculose, malaria en gele koorts. We stellen
voorwaarden aan de prijs van vaccins en medicijnen die met Europees onderzoeksgeld
ontwikkeld zijn om de toegankelijkheid te verzekeren, zeker in lage- en middeninkomenslanden.
Zo nodig stellen we octrooien buiten werking.
1.5.27 Schone leefomgeving. We brengen de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit in
overeenstemming met de advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie. De normen
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 42 Europese Parlementsverkiezingen 2024
voor de uitstoot van fijnstof, stikstofoxiden en andere vervuilende stoffen door voer-, vaar- en
vliegtuigen worden aangescherpt. We bevorderen schoon water en scherpen de regelgeving ter
voorkoming van medicijnresten en andere chemische stoffen in water aan.
Dierenwelzijn
1.5.28 Dierenrechten. Dieren hebben intrinsieke waarde. Daarom hebben zij recht op een
respectvolle behandeling en moet met hun belangen zorgvuldig rekening worden gehouden.
De EU legt dit vast in een bindend handvest van dierenrechten. We leggen diertransporten aan
banden en verbeteren het toezicht hierop. Dierenwelzijnsregels gaan ook gelden voor vissen in
kwekerijen.
1.5.29 Einde bio-industrie. We maken een einde aan de bio-industrie. Alle huisvesting
voor landbouwdieren moet gaan voldoen aan de hoogste normen voor dierenwelzijn en
volksgezondheid. Koeien moeten kunnen grazen, kippen scharrelen, varkens wroeten. Aan
nodeloze verminking van landbouwdieren, zoals het castreren van biggen, komt een einde. Om te
beginnen verplichten we een Beter Leven-keurmerk voor alle producten met dierlijke ingrediënten
op de Europese markt.
1.5.30 Verbod op bont. We verbieden het fokken van pelsdieren en de import van bont in de hele
EU, in lijn met het Europees burgerinitiatief dat gesteund wordt door 1,7 miljoen EU-burgers.
1.5.31 Proefdiervrij onderzoek. Dierproeven worden uitgefaseerd. Als eerste stap staan we
zulke proeven alleen nog maar toe als dat de enige manier is om een substantiële verbetering van
de volksgezondheid te bereiken. Er komt meer geld voor dierproefvrij onderzoek.
1.5.32 Klonen. We verbieden het genetisch modificeren en klonen van dieren, alsmede de import
van gemodificeerde en gekloonde dieren en de producten daarvan. Daarbij geldt een uitzondering
voor wetenschappelijk onderzoek en voor de productie van medicijnen tegen levensbedreigende
ziekten.
Natuurherstel
1.5.33 Veerkrachtige natuur. We voeren de Europese Natuurherstelwet voortvarend uit. Uiterlijk
in 2050 moeten alle ecosystemen in goede staat zijn.
1.5.34 Meer natuurgebieden. We verbinden natuurgebieden met elkaar. In 2030 beslaan
beschermde natuurgebieden 30% van het land- en zeeoppervlak in de EU, zoals afgesproken
binnen de Verenigde Naties. We nemen het voortouw bij de instelling van zeereservaten in
internationale wateren, opdat in 2030 ook 30% van de oceanen beschermd gebied is.
1.5.35 Schoon water. We verbeteren de waterkwaliteit, van het water in onze meren en rivieren
tot ons grondwater. We houden de lidstaten aan de gemaakte afspraken en ondersteunen hen op
Europees niveau door bronmaatregelen te nemen, zoals het aan banden leggen van het gebruik
van pesticiden, microplastics en andere schadelijke chemicaliën en verkleining van de veestapel.
Chemische en andere vervuiling door bedrijven pakken we hard aan.
1.5.36 Gezonde bodems. Er komt een Europese bodemwet die bodems weer gezond maakt.
Dat draagt bij aan biodiversiteit, voedselzekerheid, koolstofopslag, waterberging en bescherming
tegen droogte.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 43 Europese Parlementsverkiezingen 2024
1.5.37 Klimaatadaptatie. We werken beter samen in Europa om ons aan te passen aan
klimaatverandering. Dat gaat hand in hand met versterking van de natuur. Om overstromingen
te voorkomen geven we rivieren meer ruimte, terwijl we oevers natuurvriendelijk maken.
Natuurbranden pakken we samen aan. Dit vergt samenhangende en grensoverschrijdende
brandbestrijdingsstrategieën en uitwisseling van best practices.
1.5.38 Natuurbescherming wereldwijd. We geven voortvarend uitvoering aan de mondiale
akkoorden over de bescherming van biodiversiteit en oceanen. We breiden de Europese wet
tegen ontbossing uit. Europese financiële instellingen mogen geen bedrijven financieren die
wereldwijd bossen vernietigen. Producten die gemaakt zijn ten koste van ernstige aantasting van
ecosystemen, verlies van biodiversiteit en daarmee samenhangende mensenrechtenschendingen,
weren we van de Europese markt.
1.5.39 Strafbaarstelling ecocide. De grootschalige beschadiging, vernietiging of verlies van
natuur en ecosystemen wordt strafbaar.
1.5.40 Rechten voor de natuur. We organiseren een Europees burgerberaad over het toekennen
van rechten aan de natuur.
1.6 Betaalbaar en groen vervoer
1.6.1 Groen en sociaal mobiliteitsbeleid. Openbaar vervoer, deelvervoer, fietsen en lopen
krijgen voorrang in het Europese mobiliteitsbeleid. De vergroening van onze mobiliteit moet hand
in hand gaan met de verwezenlijking van betaalbare en toegankelijke mobiliteit voor iedereen.
We kiezen voor schoon en betaalbaar openbaar vervoer als een dienst van algemeen belang, die
niet ten prooi mag vallen aan privatisering. De verplichting om openbaar vervoer aan te besteden
wordt geschrapt.
1.6.2 Einde aan vervoersarmoede. We zien erop toe dat de lidstaten vervoersarmoede
terugdringen, onder meer met de middelen uit het Sociaal Klimaatfonds. Bij de aanpak van
vervoersarmoede zetten we de regio centraal. Al het openbaar vervoer wordt toegankelijk voor
mensen met een beperking.
1.6.3 Sneller met de trein. We investeren in een Europees netwerk van snelle personentreinen,
nachttreinen en vrachttreinen. Er komt een Europese dienstregeling en Europees
treinboekingssysteem, waarmee reizigers op eenvoudige wijze prijzen en goedkope treinkaartjes
kunnen vergelijken in heel Europa. We versterken de rechten van passagiers, bijvoorbeeld bij
vertraging. Europese spoorwegmaatschappijen beoordelen we niet alleen op het vervullen van
nationale verplichtingen, maar ook op hun prestaties op het gebied van internationale treinreizen.
1.6.4 Betaalbare elektrische auto’s. We stimuleren overheden om de verkoop van nieuwe
personenauto’s op fossiele brandstof al vóór de einddatum van 2035 te ontmoedigen, door
middel van belastingen, emissievrije zones of eisen aan bedrijfs- en leaseauto’s. Elektrische (deel)
auto’s, op duurzame en verantwoorde wijze geproduceerd, moeten een betaalbaar alternatief
worden. We bevorderen een tweedehandsmarkt voor elektrische voertuigen.
1.6.5 Minder SUV’s. We voeren ecodesignvoorschriften voor personenauto’s in, met een
correctiefactor voor de batterijen van elektrische auto’s. Deze voorschriften moeten ertoe leiden
dat de gemiddelde omvang en het gemiddelde gewicht van personenauto’s afnemen en het
aantal SUV’s minder wordt.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 44 Europese Parlementsverkiezingen 2024
1.6.6 Uitstootvrij wegvervoer. Nieuwe vrachtwagens, bussen, landbouwvoertuigen en mobiele
machines zijn uiterlijk in 2040 uitstootvrij; nieuwe motoren, bromfietsen en scooters uiterlijk in
2035; nieuwe stadsbussen uiterlijk in 2030. Europese voertuigfabrikanten moeten voorop lopen in
het toepassen van emissievrije technologie.
1.6.7 Tegengaan vervuiling luchtvaart. We zetten ons in voor het beëindigen van de mondiale
btw- en accijnsvrijstellingen voor de luchtvaart. We voeren een Europese kerosinetaks en een
veelvliegerstaks in. Het Europese emissiehandelssysteem (ETS) breiden we uit naar vluchten
tussen de EU en derde landen. Ook andere emissies dan CO2 die bijdragen aan de opwarming
van de aarde, zoals waterdamp, brengen we in rekening bij luchtvaartmaatschappijen. Daarnaast
scherpen we de bijmengverplichting voor duurzame luchtvaartbrandstoffen aan. We stellen
daarbij strikte eisen aan biobrandstoffen – geen voedsel in de tank, geen landroof – en versnellen
de toepassing van e-fuels op basis van groene waterstof. Alle hernieuwbare brandstoffen moeten
een verplicht duurzaamheidscertificaat hebben, dat ook sociale criteria bevat.
1.6.8 Uitfaseren korte vluchten. We schrappen vluchten binnen, van en naar de EU van minder
dan 750 kilometer waarvoor de trein een alternatief is. Lidstaten krijgen meer speelruimte om het
aantal vluchten van en naar hun luchthavens te verminderen.
1.6.9 Schonere scheepvaart. De verplichting voor grote zeeschepen om de uitstoot van
broeikasgassen stapsgewijs te verminderen gaat ook gelden voor kleinere schepen, en voor de
volledige uitstoot van tochten tussen de EU en derde landen. De accijnsvrijstelling voor fossiele
scheepsbrandstof wordt geschrapt. We bevorderen de elektrificatie van de binnenvaart.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 45 Europese Parlementsverkiezingen 2024
Hoofdstuk 2: Opkomen voor onze rechten en democratie
2.1 De democratische rechtsstaat
2.1.1 Bescherming democratische rechtsstaat. De Europese Commissie moet veel
daadkrachtiger optreden bij schendingen van de rechtsstaat. Op elke schending van de
rechtsstaat of fundamentele rechten volgen gelijk strafmaatregelen zoals inbreukprocedures en
financiële sancties. Het Europees Parlement krijgt het recht om met een tweederdemeerderheid
zelf een inbreukprocedure te starten en zo een lidstaat voor het Hof van Justitie van de EU te
dagen.
2.1.2 Artikel 7-procedure. Er moet een lagere drempel en tijdslimiet komen om sancties op
te leggen via de Artikel 7-procedure tegen lidstaten die structureel de rechtsstaat schenden.
Uiteindelijk kan een lidstaat door deze procedure stemrecht in de Raad verliezen. We schaffen
het vetorecht af waarmee EU-landen dit besluit kunnen blokkeren. Een land dat in de Artikel
7-procedure zit mag geen EU-voorzitter van de Raad worden of meestemmen over deze
procedure bij andere landen. Nederland maakt in samenwerking met andere lidstaten een
kopgroep om bij schending van de rechtsstaat procedures tegen die lidstaat te voeren.
2.1.3 Geen geld naar autocraten en mensenrechtenschendingen. Lidstaten die
mensenrechten schenden of de rechtsstaat uithollen, ontvangen geen geld van de EU. De
mechanismen waarmee dit al mogelijk is, zetten we sneller en breder in. De al bestaande
rechtsstaatconditionaliteit zetten we niet alleen in wanneer er sprake is van corruptie, maar bij elke
schending van onze democratische waarden uit Artikel 2 van het EU-verdrag. Met een aanpassing
van de Financiële Verordening maken we naleving van mensenrechten en de rechtsstaat een
voorwaarde voor het gehele EU-budget.
2.1.4 Mediavrijheid. De Europese wet voor mediavrijheid moet persvrijheid, pluraliteit van
het medialandschap en transparantie over media-eigendom verbeteren. Journalisten en hun
omgeving mogen niet bespioneerd worden bij hun werk en niet belemmerd worden door
rechtszaken op oneigenlijke gronden (SLAPPs). EU-initiatieven voor onafhankelijke kwaliteitsmedia
moeten steun bieden in landen waar de mediavrijheid onder druk staat. Bij overnames van
mediabedrijven in de EU kijken we kritisch naar de impact daarvan op het medialandschap, om
eenzijdige imperiums van mediamagnaten tegen te gaan.
2.1.5 Grondrechten centraal. Ieder individu in de EU moet zich direct op het Handvest van
de Grondrechten kunnen beroepen. De EU moet toetreden tot het Europees Verdrag voor de
Rechten van de Mens. Ook breiden we het mandaat van het Europese Grondrechtenagentschap
uit, zodat deze waakhond gelijk kan waarschuwen bij de schending van grondrechten in een
EU-land. Bij nieuwe wetsvoorstellen die aan mensenrechten raken krijgt de Europese Commissie
verplicht een advies van het Grondrechtenagentschap, zoals de Europese privacytoezichthouder
al doet.
2.1.6 Onafhankelijke rechtsstaat en rechtspraak. Lidstaten moeten de aanbevelingen die elk
jaar uit het EU-rechtsstaatrapport voortkomen, veel beter opvolgen. De Europese Commissie
moet daar strenger op toezien. Een nieuw EU-mechanisme moet evalueren of rechterlijke
beslissingen voldoen aan de juridische standaarden en automatisch erkend kunnen worden door
de andere lidstaten, net als het Schengenevaluatiesysteem. Wanneer dit niet het geval is, zetten
we justitiële samenwerking stop.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 46 Europese Parlementsverkiezingen 2024
2.1.7 Sterk en veilig maatschappelijk middenveld. Een Europees fonds voor de democratie
moet voorvechters van democratie ondersteunen, vooral de stemmen die het meest
kwetsbaar zijn en meervoudige vormen van discriminatie ondervinden. Het gaat bijvoorbeeld
om mensenrechtenactivisten, journalisten, ngo’s, LHBTQIA+-activisten, vakbondsleden en
vakbondsbestuurders, klimaatactivisten en kritische stemmen in autocratieën. Het wordt
makkelijker voor stichtingen om over de grens te opereren.
2.1.8 Corruptie. De EU intensiveert de strijd tegen corruptie. Rapporten van het Europees bureau
voor fraudebestrijding (OLAF) worden standaard openbaar. Ook grijpt de EU in wanneer lidstaten
te weinig doen om corruptie, fraude en andere misstanden aan te pakken, bijvoorbeeld via
stopzetting van EU-financiering.
2.1.9 Klokkenluiders. Europa beschermt klokkenluiders actief tegen zowel overheden als
bedrijven en personen, inclusief een Europees programma om getuigen te beschermen tegen
wraakacties.
2.1.10 Recht op demonstratie. We staan pal voor het recht op demonstratie. De Europese
Commissie houdt strenger toezicht op het gebruik van geweld door politie-eenheden en neemt
politiegeweld en andere inbreuken op het demonstratierecht expliciet mee in de jaarlijkse
rechtsstaatanalyses en -aanbevelingen.
2.1.11 Spyware. Er komen strengere regels voor het gebruik, de import en export van spyware,
inclusief een verbod op Pegasus-spyware. De bevoegdheid van opsporingsinstanties om
te hacken en spioneren wordt alleen gericht ingezet op basis van concrete verdenkingen of
dreigingen, met rechterlijk toezicht en sterke waarborgen.
2.1.12 Bewaren van gegevens. Grootschalig en willekeurig bewaren van persoonsgegevens
staan we niet toe. Metadata over communicatie verdienen dezelfde bescherming als de inhoud
ervan. Overheden bewaren zo min mogelijk gegevens over ons, en altijd alleen op individuele
basis. We stoppen de aanleg en constante uitbreiding van Europese databases met biometrische
gegevens door politie en justitie zonder concrete verdenkingen of veroordelingen van strafbare
feiten.
2.2 Gelijke rechten
2.2.1 Recht op abortus. We verankeren het bindend recht op abortus in Europese wetgeving en
nemen het daarom op in het Handvest van de grondrechten van de EU.
2.2.2 Stop discriminatie en racisme. Voor discriminatie en racisme, zoals islamofobie,
antisemitisme, anti-zwart racisme, afrofobie, antiziganisme, homo- en transhaat en xenofobie
is geen plaats in de EU. Er komt één nieuwe overkoepelende Europese antidiscriminatiewet.
Het verbod op discriminatie breiden we uit naar sociale zekerheid, onderwijs, gezondheidszorg
en de markt voor goederen en diensten. De nieuwe wet moet discriminatie op grond van
genderexpressie en genderidentiteit verbieden en het ouderschap binnen niet-traditionele
gezinnen beschermen. De Europese Commissie ondersteunt antidiscriminatiebureaus en
projecten die discriminatie in de praktijk tegengaan met voldoende financiering.
2.2.3 Partnerschap en regenboogfamilies. We bieden wettelijke erkenning en bescherming
van LHBTQIA+-koppels, meerouderschap, reproductieve rechten en geboortezorg, waarbij
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 47 Europese Parlementsverkiezingen 2024
regenboogfamilies gelijke toegang krijgen tot zorg. De EU zet zich in voor het afschaffen van
wettelijke discriminatie van niet-heterostellen ten opzichte van heterostellen. De EU verzekert
erkenning van ouderschap in alle lidstaten, ook in het geval van families met LHBTQIA+-ouders of
gedeeld (meer-)ouderschap.
2.2.4 Bescherming LHBTQIA+-gemeenschap. Voor wetten die inclusie en acceptatie van
LHBTQIA+-personen tegengaan is in de EU geen ruimte. De Europese Commissie moet dit soort
wetten tegengaan door middel van inbreukprocedures en het stopzetten van EU-financiering. In
heel Europa strijden we voor transrechten op basis van zelfbeschikking, zoals de mogelijkheid
tot aanpassing van genderregistratie en het recht op toegang tot transzorg. De Europese Unie
verbiedt conversiepraktijken.
2.2.5 Sekswerk. Sekswerkers moeten veilig en gezond hun werk kunnen doen, zonder
gecriminaliseerd te worden. De EU stimuleert initiatieven die de positie van sekswerkers
versterken en ontwikkelt nieuw beleid in goed overleg met de sekswerkers zelf.
2.2.6 Toegankelijkheid. We verbeteren de toegang van mensen met een beperking tot de
openbare ruimte en publieke diensten. De Europese Commissie ziet toe op invoering van de
Europese gehandicaptenkaart en wederzijdse erkenning in alle landen.
2.2.7 Emancipatie op de werkvloer. De EU zorgt met bindende regels, waaronder quota, voor
een evenredige vertegenwoordiging van mannen, vrouwen en minderheden op de werkvloer en in
besturen. We blijven ons inzetten voor het dichten van de loonkloof.
2.2.8 Buitenlandse beïnvloeding en antidemocratische bewegingen. Om de opkomst
van ultraconservatieve en antidemocratische bewegingen die de rechten van vrouwen en
minderheden in willen perken tegen te gaan, is meer onderzoek nodig naar de strategieën en
financiering van deze bewegingen. Op basis van deze onderzoeken nemen we maatregelen, zoals
aangescherpte transparantie- en financieringsregels voor politieke partijen. Er mag geen EU-geld
gaan naar organisaties die het Handvest van de grondrechten van de EU niet respecteren.
2.2.9 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten. We versterken seksuele en
reproductieve gezondheid en rechten door seksuele en reproductieve gezondheidszorg in alle
EU-lidstaten te waarborgen. De EU heeft hier een belangrijke rol in op gebied van financiering en
coördinatie.
2.3 Leiderschap in de digitale wereld
2.3.1 Online haat en desinformatie. De Europese Commissie handhaaft de nieuwe Europese
internetregels streng. We stoppen desinformatie en haat als verdienmodel en treden op tegen
polariserende aanbevelingsalgoritmen op sociale media gebaseerd op clicks, interactie en ophef.
De Commissie stelt hiervoor aanvullende handhaafbare verplichtingen voor platforms, in plaats
van de huidige self-assessments en te zwakke gedragscode desinformatie.
2.3.2 Stop verslavend ontwerp. De Europese Commissie komt met regels tegen verslavend
ontwerp om smartphone- en socialemediaverslaving tegen te gaan. Hierbij verbieden we de
meest verslavende ontwerpfuncties. Er komt een recht om niet gestoord te worden, waarbij
notificaties, ontvangstvinkjes en andere afleidingen standaard uit staan.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 48 Europese Parlementsverkiezingen 2024
2.3.3 Europese digitale toezichthouder. Grote techbedrijven mogen niet langer de regels
omzeilen. Er komt een Europese digitale toezichthouder met serieuze tanden, kennis en budget
die toezicht houdt op de grootste techbedrijven. Deze toezichthouder handhaaft alle Europese
digitale wetten.
2.3.4 Kunstmatige intelligentie (AI) reguleren. We handhaven de AI-wet streng en zorgen
ervoor dat lidstaten deze snel implementeren. De wet bevat regels voor kunstmatige intelligentie
met hoog risico, zoals op scholen, bij zorgverzekeraars, bij banken en bij overheden, en regels
voor AI-systemen getraind op heel veel data, zoals ChatGPT en chatbots. Ook komt er een
mensenrechtentoets. AI-systemen die deepfakes, afbeeldingen, teksten en geluidsfragmenten
genereren, geven deze straks automatisch een herleidbaar watermerk. Zo valt te verifiëren of een
afbeelding niet ‘echt’ is.
2.3.5 Onethische technologie. We stellen duidelijke grenzen aan onethische technologieën
die discriminatie, mensenrechtenschendingen of surveillance in de hand werken. We stoppen in
heel de EU volledig met het gebruik van risicoprofilerende algoritmen om zogenaamd gedrag,
fraude of criminaliteit te ‘voorspellen’ of ‘op te sporen’ op basis van persoonsgegevens van
mensen, zoals we zagen in het toeslagenschandaal. We strijden tegen gezichtsherkenning,
gedragsherkenning en andere biometrische surveillance in de publieke ruimte. Het verbod op
emotieherkenningssoftware op school en op werk breiden we uit naar een geheelverbod, inclusief
op het gebruik door de politie en aan de grens.
2.3.6 Digitale autonomie. De EU gaat grootschalig investeren in onze eigen digitale
infrastructuren, zoals cloudopslag, onderwijssoftware en communicatiediensten waarvan het
beheer niet in commerciële handen is. De EU is zo snel mogelijk digitaal autonoom: essentiële
digitale infrastructuren worden publiek of coöperatief beheerd en mogen niet afhankelijk zijn van
grote commerciële techbedrijven. Hiervoor komt er een Europees public tech fonds. Bij deze
publieke aanbestedingen staat niet de laagste prijs, maar ook langetermijncontrole over het
eindresultaat, privacyvriendelijkheid en duurzaamheid voorop.
2.3.7 Opensourcesoftware. De EU legt vast dat software die in opdracht van een overheid
ontwikkeld of medegefinancierd wordt altijd onder vrije en open licenties wordt gepubliceerd. Dat
maakt overheden minder afhankelijk van techgiganten en stimuleert voornamelijk Europese kleine
en middelgrote IT-bedrijven die deze software op een open manier ontwikkelen en onderhouden.
2.3.8 Macht Big Tech. De Europese Commissie treedt op tegen de machtsposities van Big
Tech met sterke handhaving van de mededingingsregels. Ook moet de Commissie makkelijker
op kunnen treden tegen killer acquistitions, waarbij techgiganten kleinere concurrenten opkopen
voordat ze groot worden. Overnames waarbij te veel macht en data bij een bedrijf komen te
liggen, zoals Facebook/Whatsapp, staan we nooit meer toe. Waar nodig breken we techgiganten
op. We segmenteren de online advertentiemarkt.
2.3.9 Bescherming internetgebruikers. We bouwen aan een internet waar je niet wordt gevolgd
en waar je data niet wordt verkocht aan de hoogste bieder. Zelfbeschikking en privacy staan
voorop. We maken ons hard voor een verbod op de handel in en met persoonsgegevens, zoals
het real-time bidding voor online advertenties. We stoppen online tracking voor gepersonaliseerde
advertenties en gaan over naar privacyvriendelijke alternatieven. Gepersonaliseerde
aanbevelingsalgoritmen moeten standaard uit staan.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 49 Europese Parlementsverkiezingen 2024
2.3.10 Interoperabiliteit. De EU ziet erop toe dat je binnenkort daadwerkelijk tussen online
berichtendiensten, bijvoorbeeld tussen Whatsapp en Signal, berichten kunt sturen, zoals
vastgelegd in de nieuwe Europese Wet digitale markten. Hetzelfde moet mogelijk worden voor
socialemediaplatforms.
2.3.11 Encryptie. De EU bevordert de ontwikkeling en het gebruik van sterke encryptie - open
source en zonder ‘achterdeurtjes’ - om communicatie te beveiligen. We gaan nooit akkoord met
voorstellen om encryptie te breken, af te zwakken of te omzeilen, zoals client-side scanning.
2.3.12 Toegang tot het internet. Internet is een nutsvoorziening. De EU zorgt ervoor dat
iedereen toegang tot fatsoenlijk, betaalbaar en snel internet krijgt. We dwingen de regels voor het
toegankelijk maken van overheidswebsites af.
2.3.13 Kinderen online. We garanderen de privacy en veiligheid van kinderen online. Sites,
games en apps gericht op kinderen moeten standaard veilige instellingen invoeren, zoals
een uniforme meldknop om wangedrag te melden. Leeftijdsverificatie mag alleen op een
privacyvriendelijke manier, waarbij platforms alleen de leeftijd verifiëren zonder toegang tot andere
gegevens.
2.4 Een betere EU
2.4.1 Brussel. Aan de maandelijkse verhuizing van het Europees Parlement tussen Brussel en
Straatsburg komt een einde. Het Parlement krijgt één vergaderlocatie: Brussel.
2.4.2 Conventie. Als we Europese verdragen herzien, dan moet dit gebeuren door een
openbare Conventie. Binnen deze Conventie maken wij ons sterk voor afschaffing van vetorecht
bij onder meer belastingen, defensie en buitenlandbeleid. Ook verbeteren we de Artikel
7-procedure. Daarnaast moet het Europees Parlement het formele recht krijgen om individuele
Eurocommissarissen weg te sturen, in plaats van alleen de complete Europese Commissie.
Verder krijgt het Europees Parlement initiatiefrecht.
2.4.3 Belangenverstrengeling tegengaan. We scherpen de gedragscode voor
Europarlementariërs aan, inclusief een verbod op betaalde bijbanen, om belangenverstrengeling
tegen te gaan. Toezicht op deze gedragscode wordt verscherpt. Er komt daarnaast een verbod
en streng toezicht op draaideurlobbyisme van oud-Europarlementariërs, Eurocommissarissen
en ministers. Bij vertrek naar de private sector werken we met afkoelperiodes voor afzwaaiende
Europarlementariërs en andere EU-functionarissen.
2.4.4 Jongerenparticipatie. Bij ingrijpende voorstellen zorgen we ervoor dat het Europees
Parlement wetsvoorstellen toetst aan de gevolgen voor toekomstige generaties. Door de
zogeheten generatietoets in te voeren, zorgen we ervoor dat jongeren zich gehoord voelen en
er voor hen duurzaam beleid wordt gemaakt. Door jongeren actief te betrekken bij de politiek,
zorgen we ervoor dat de stem van toekomstige generaties meegenomen wordt in beleid.
2.4.5 Schimmige lobby aanpakken. Er komt één nieuw verplicht lobbyregister dat gaat gelden
voor het Europees Parlement, de Europese Commissie en de Raad, inclusief Permanente
Vertegenwoordigingen. Iedere Europese wet krijgt een appendix waarin staat welke lobbyisten
input hebben gegeven. We schaffen toegangspassen af waarmee lobbyisten te pas en te onpas
het Europees Parlement in- en uitlopen. De EU neemt maatregelen tegen de grote invloed van
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 50 Europese Parlementsverkiezingen 2024
fossiele lobby op Europese besluitvorming en internationale klimaatonderhandelingen, net zoals
dat het geval is bij tabakslobby.
2.4.6 Financiële transparantie en toezicht. We voeren verplichte financiële declaraties in voor
Europarlementariërs en Eurocommissarissen. Om transparantie te bevorderen en corruptie tegen
te gaan, registreren we de bezittingen van Europarlementariërs en Eurocommissarissen aan het
begin en aan het einde van hun termijn. Zij worden ook verplicht een verantwoording van hun
onkostenvergoeding openbaar te maken, die alleen bedoeld is om werkgerelateerde kosten in hun
lidstaat te dekken. Niet-besteed geld moet worden teruggestort.
2.4.7 Ethische commissie. Er komt een ethische commissie (‘EU ethics body’) voor alle EU-
instellingen. Deze commissie kan onderzoeken starten naar EU-politici en EU-ambtenaren bij
aanwijzingen van onethisch gedrag. Daar moeten serieuze consequenties en stevige sancties aan
verbonden zijn, zoals boetes, schorsingen en waar nodig ontslag.
2.4.8 Transparantie. De Europese wetgevingsprocedure wordt transparanter door documenten
uit de onderhandelingen en verslagen uit de Raadswerkgroepen openbaar te maken, net als
verslagen van de Raad. Ook verbeteren we de Europese wet openbaarheid bestuur (Eurowob) en
breiden we deze wet uit naar alle EU-instellingen. Actieve openbaarmaking van documenten via
toegankelijke platforms wordt de regel.
2.4.9 Tegengaan fraude en corruptie. Deelname van een land aan het Europees Openbaar
Ministerie, dat fraude met Europese gelden kan vervolgen, is verplicht voor het ontvangen van
Europese subsidies. Lidstaten moeten verplicht zijn jaarlijks de rechtmatigheid aan te tonen van
de besteding van EU-gelden. Doen ze dat niet, dan worden subsidies stopgezet. Eindontvangers
van Europese fondsen publiceren we in een openbaar digitaal toegankelijk overzicht. De Europese
Rekenkamer breidt ook de doelmatigheidscontroles van Europees beleid uit. Op die manier
versterkt de Rekenkamer haar functie van waakhond en brengt het in kaart of publiek geld
effectief besteed wordt.
2.4.10 Zwangerschapsverlof. Als je als Europarlementariër van een kind bevalt, is er
geen regeling om op afstand te stemmen of tijdelijk vervangen te worden. Wij willen dat
Europarlementariërs tijdelijk vervangen kunnen worden bij zwangerschap of bij ziekte, net zoals
dat kan in de Tweede Kamer.
2.4.11 Kleinere Commissie. We zoeken naar manieren om de Europese Commissie kleiner
te maken, bijvoorbeeld door middel van een roulatiesysteem tussen lidstaten. We streven naar
nieuwe structuren waarin alle lidstaten zich vertegenwoordigd voelen maar besluitvorming
effectief blijft, vooral met het vooruitzicht op uitbreiding.
2.5 Een veilige samenleving
2.5.1 Europol en Eurojust. Europol en Eurojust krijgen voldoende slagkracht om de strijd tegen
georganiseerde misdaad, extremisme, kindermisbruik en terrorisme te ondersteunen, onder meer
via het opzetten van gezamenlijke onderzoeksteams.
2.5.2 Online criminaliteit. Online misdaad blijft te vaak onbestraft. Er komen sterkere Europese
samenwerkingsverbanden om online misdaad en criminaliteit aan te pakken. Zo worden de
daders van bijvoorbeeld online haat en bedreigingen, de verspreiding van wraakporno, de
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 51 Europese Parlementsverkiezingen 2024
verspreiding van kindermisbruik materiaal en cyberoplichting eerder opgespoord en effectief
aangepakt. Bescherming van grondrechten wegen we hierin altijd mee.
2.5.3 Cyberveiligheid. Samen met bondgenoten werken we aan de bescherming van fysieke en
digitale infrastructuur tegen sabotage, aan de afweer van spionage en desinformatiecampagnes
en aan de versterking van cyberveiligheid. Als overheden of bedrijven weet hebben van
kwetsbaarheden in bepaalde software, moeten zij dit verplicht Europees melden.
2.5.4 Tegengaan gendergerelateerd geweld. We vechten voor vergaande regelgeving over het
tegengaan van gendergerelateerd geweld, zodat slachtoffers in de hele EU dezelfde bescherming
krijgen. In deze wetgeving nemen we ook verkrachting en femicide op. Het verbod op genitale
verminking blijft in stand. De Istanbul-conventie moet zo snel mogelijk door alle EU-lidstaten
worden geratificeerd.
2.5.5 Haatzaaien en haatmisdrijven strafbaar. Het verspreiden van haat en oproepen tot
geweld tegen minderheden moet in heel de EU strafbaar worden door deze misdrijven toe te
voegen aan de lijst met EU-misdaden.
2.5.6 Bestrijding van extremisme en terrorisme. Extremisme en terrorisme bestrijden we in het
kader van een Europees strafrechtelijk beleid, waar preventie en resocialisatie duidelijk onderdeel
van uitmaken. Hierbij is opsporing altijd gericht en gaan we nooit over tot massasurveillance of
onnodige dataretentie.
2.5.7 Europees Openbaar Ministerie. We breiden het takenpakket van het Europees Openbaar
Ministerie (EOM) uit met andere grensoverschrijdende delicten zoals georganiseerde misdaad,
terrorisme en kindermisbruik. Alle EU-lidstaten worden verplicht deel te nemen aan het EOM. Het
budget en de capaciteit van het EOM moeten omhoog. Dit gaat gepaard met stevig rechterlijk en
parlementair toezicht.
2.5.8 Vuurwapens. Het bezit van automatische en semi-automatische vuurwapens moet volledig
worden verboden in de EU.
2.5.9 Witwassen en financiering van terrorisme tegengaan. Om witwassen en
terrorismefinanciering tegen te gaan, moeten EU-lidstaten meer samenwerken en strenger kijken
naar transacties van het grootkapitaal. De nieuw op te richten Europese anti-witwasautoriteit
(AMLA) moet Europese samenwerking aanjagen en tegelijkertijd waken over de bescherming van
fundamentele rechten.
2.5.10 Kindermisbruik tegengaan. Er komt een nieuw EU-centrum kindermisbruik dat kennis
deelt, internationale samenwerking verbetert en operaties coördineert. De EU zet in op stevigere
politiesamenwerking om internationale kindermisbruiknetwerken op te rollen en zorgt ervoor dat
er toegewijde politieteams op nationaal niveau komen voor internationale operaties op het dark
web en het internet. We zetten ook in op preventie door middel van steun aan hulpcentra en de
beschikbaarheid van therapie.
2.5.11 Geen massasurveillance. Opsporing moet altijd gericht en effectief zijn en plaatsvinden
met bescherming van mensenrechten. We verzetten ons tegen vormen van massasurveillance,
waarbij overheden mensen zonder duidelijke reden of waarborgen kunnen volgen, bespioneren of
data over iemand verzamelen of opslaan. Waar we gegevens uitwisselen, is het uitgangspunt dat
we dit doen via veilige omgevingen, zoals end-to-end-encryptie.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 52 Europese Parlementsverkiezingen 2024
2.6 Onderwijs en cultuur
2.6.1 Uitwisseling. Het Erasmus+-uitwisselingsprogramma moet toegankelijker en inclusiever
worden. Het programma wordt beschikbaar voor alle opleidingsniveaus, inclusief middelbare
scholen, beroepsopleidingen en tijdens de professionele loopbaan. Hiervoor worden beurzen
beschikbaar gesteld, vooral voor mensen met een klein budget, en wordt het budget aanzienlijk
verhoogd. We onderzoeken of Erasmus+ voor mbo’ers op een andere manier ingericht kan
worden met meer budget, zodat het aantrekkelijker wordt om deel te nemen. Het is belangrijk dat
we de informatievoorziening verbeteren en aanmeldprocedures versimpelen.
2.6.2 Erkenning diploma’s. De EU werkt verder aan de wederzijdse erkenning van diploma’s
en certificaten van binnen en buiten de EU, zodat mensen binnen de EU makkelijker over de
grens kunnen studeren en werken. Er moeten specifieke afspraken komen om ook middelbare
beroepsopleidingen en -diploma’s op elkaar af te stemmen.
2.6.3 Investeren in polytechnisch onderwijs. Opleidingen moeten verbreed worden op het
gebied van chemie, werktuigbouw en elektrotechniek, zodat technische vakmensen makkelijker
over de grenzen van hun oude werkgebied kunnen kijken en innovatieve oplossingen bedenken
die de energietransitie hard nodig heeft.
2.6.4 Academische vrijheid. De EU moet de academische vrijheid actief blijven bevorderen.
Die staat steeds sterker onder druk in landen als Hongarije. Wanneer de onafhankelijkheid van
onderwijsinstellingen in het geding komt, moeten Europese onderzoeks- en onderwijssubsidies
voor deze lidstaten worden gekort.
2.6.5 Publiek geld naar publieke kennis. Innovaties gefinancierd met belastinggeld moeten
altijd publiek beschikbaar zijn als het geen persoonlijke data betreft. Ook data verzameld in de
publieke ruimte moet openbaar zijn.
2.6.6 EU-museumkaart. Er komt een Europese museumkaart, zodat je voor een vaste lage prijs
naar alle musea in de EU kunt. Tot je 26e is een museumbezoek met deze kaart gratis.
2.6.7 Europese producties. De EU bevordert Europese film-, televisie- en theaterproducties,
literaire vertalingen en de digitalisering van musea en archieven.
2.6.8 Geoblocking. We stoppen met het blokkeren van het online streamen van bijvoorbeeld
films, series en sport op basis van je locatie. De Europese Commissie herziet daarbij het huidige
systeem van medialicenties dat gebonden is aan landsgrenzen.
2.6.9 Auteursrecht. We zetten ons in voor auteursrechtenregels waarin de belangen van
makers en gebruikers op gelijke voet staan. We verkorten de lange termijnen voor auteursrecht.
De herziening van het Europese auteursrecht moet zich richten op het beschermen van
informatievrijheid en informatie-uitwisseling, het beëindigen van het downloadverbod, en het
invoeren van een brede vrijstelling voor thuiskopie. We strijden tegen algemene uploadfilters.
2.6.10 Ticketverkoop. Er komen Europese regels die de exclusieve doorverkoop van kaartjes
voor een concert, evenement of festival via een platform tegen excessieve administratiekosten
aan banden leggen. Ook werken we aan een alternatief Europees publiek systeem waar alle
cultuurinstellingen kaartjes kunnen verkopen. Hierin kun je in een oogopslag zien wat er in je stad,
regio of land te doen is.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 53 Europese Parlementsverkiezingen 2024
Hoofdstuk 3: Veiligheid, voorspoed en solidariteit over grenzen heen
3.1 Strategische autonomie, veiligheid en mensenrechten
3.1.1 Waardengedreven buitenlandpolitiek. Europese waarden zijn het fundament van het
buitenland- en veiligheidsbeleid van de EU. We komen op voor de internationale rechtsorde, de
rechtsstaat, democratie, goed bestuur en mensenrechten. Het maatschappelijk middenveld en
vakbonden ondersteunen we en betrekken we bij het EU-buitenlandbeleid.
3.1.2 Strategische autonomie. We versterken de weerbaarheid van de EU. Daartoe bouwen
we risicovolle afhankelijkheden van derde landen af, zowel op het gebied van veiligheid als op
het gebied van energie, grondstoffen, industrie en vitale infrastructuur. We gaan in de EU meer
onmisbare producten zélf produceren, voor zover die passen binnen een klimaatneutrale en
circulaire welzijnseconomie. Met overheidsdeelnemingen, leningen en subsidies stimuleren we
de productie van onder meer zonnepanelen, batterijen, magneten, computerchips, medicijnen,
vaccins en medische hulpmiddelen, en de bouw van een publiek-civiele digitale infrastructuur.
3.1.3 De steun voor Oekraïne breiden we uit. Nederland blijft binnen de EU een leidende rol
spelen in het bijstaan van de dappere Oekraïners. Rusland mag de oorlog niet winnen. De EU en
haar lidstaten nemen een groter deel van de steun aan Oekraïne voor hun rekening. We ijveren
ervoor dat Oekraïne de wapens, munitie, training, inlichtingen, financiële en humanitaire steun
ontvangt die het land nodig heeft om de Russische agressor te verdrijven. We blijven de sancties
tegen Rusland aanscherpen zolang de agressie voortduurt. We treffen sancties tegen landen
die Rusland van wapens en andere strategische goederen voorzien. We investeren fors in de
wederopbouw van Oekraïne. De toekomst van Oekraïne ligt in de EU.
3.1.4 Israël-Palestina. We maken ons sterk voor een onmiddellijk staakt-het-vuren tussen Israël
en Hamas, de volledige toegang van humanitaire hulp tot Gaza en de vrijlating van alle gijzelaars.
Acties die indruisen tegen het internationaal humanitair recht moeten per direct stoppen. Daarom
moeten uitspraken van het Internationaal Gerechtshof en het Internationaal Strafhof worden
gerespecteerd en dringen we er bij de regering op aan om naleving actief te bevorderen. De
EU moet schendingen van het internationaal recht, zoals het niet naleven van internationale
gerechtelijke uitspraken en verdragen, sanctioneren. We leveren geen militair materieel meer aan
Israël waarbij het risico bestaat dat niet wordt voldaan aan de letter en geest van de Europese
wapenexportcriteria, zoals bij de bombardementen op Gaza. Als grootste handelspartner van
Israël en grootste donor van de Palestijnen moet de EU een veel grotere rol gaan spelen bij het
beëindigen van de illegale bezetting van de Palestijnse gebieden en het werken aan duurzame
vrede. Vrede vereist een levensvatbare, democratische Palestijnse staat naast een veilig Israël,
met gelijke rechten voor alle bevolkingsgroepen.
3.1.5 Eensgezind Chinabeleid. Samen met wereldwijde bondgenoten zijn we duidelijk tegen
China: zowel het leveren van wapens aan Rusland als militaire agressie tegen Taiwan hebben
zware consequenties. We stellen mensenrechtenschendingen in China structureel aan de kaak,
waaronder de genocide op de Oeigoerse minderheid.
3.1.6 Mondiale Zuiden beslist mee. De EU werkt beter en eerlijker samen met het mondiale
Zuiden. We ontwerpen samen met landen in het mondiale Zuiden en maatschappelijke
bewegingen een plan voor betere vertegenwoordiging van het mondiale Zuiden in het
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 54 Europese Parlementsverkiezingen 2024
Internationaal Monetair Fonds, de Wereldbank en de Verenigde Naties (VN), bijvoorbeeld door als
EU te lobbyen voor het afschaffen van vetorecht in de Veiligheidsraad en elk continent een zetel
aan te bieden in de Veiligheidsraad. We zetten ons in voor een effectievere en democratischere
VN.
3.1.7 Versterken Europese defensie. De NAVO, met de Verenigde Staten (VS) als sterkste
militaire macht, is cruciaal voor onze militaire zelfverdediging, maar met toenemende politieke
instabiliteit in de VS is het zaak dat Europa meer verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen
veiligheid. Daarom versterken we het veiligheids- en defensiebeleid van de EU én de Europese
tak van de NAVO. We willen dat alle lidstaten gaan voldoen aan de afspraak binnen de NAVO om
minstens 2% van het bruto binnenlands product (bbp) te besteden aan defensie.
3.1.8 Defensiesamenwerking. Hogere defensie-uitgaven moeten zich vertalen in substantiële
extra defensiecapaciteiten voor Europa, waaronder de door de NAVO verlangde capaciteiten.
Dat vraagt om veel sterkere samenwerking en integratie van onze krijgsmachten. Europese
coördinatie van defensie-investeringen en de defensie-industrie dient te leiden tot de gezamenlijke
ontwikkeling, aankoop en onderhoud van wapensystemen; gezamenlijke opleidingen en
bevelvoering; toenadering in strategische cultuur; het voorkomen van dubbelingen in het militair
arsenaal door taakspecialisatie en de oprichting van multinationale eenheden die beschikbaar
zijn voor zowel de EU als de NAVO. Gezamenlijke financieringsinstrumenten zoals de Europese
Vredesfaciliteit, waaruit militaire missies en wapensteun worden gefinancierd, breiden we uit.
3.1.9 Afromen overwinsten defensie-industrie. We voeren een heffing in op overwinsten van
de defensie-industrie, zodat gemeenschapsgeld terugvloeit naar de staatskas.
3.1.10 Strenger wapenexportbeleid. We scherpen het wapenexportbeleid aan en de Europese
Commissie gaat erop toezien dat lidstaten de wapenexportregels naleven. Ook exporteren
we niet langer technologie die kan worden gebruikt voor de ontwikkeling van wapens of
massasurveillance naar autocratische regimes. Investeringen vanuit en in autocratische landen
toetsen we streng op veiligheidsrisico’s, net als gezamenlijke kennisprojecten.
3.1.11 Wapenbeheersing. We ijveren voor naleving en aanscherping van afspraken over
conventionele en nucleaire wapenbeheersing. We steunen de oproep van de secretaris-generaal
van de VN om autonome wapens bij verdrag te verbieden, nemen hier de leiding in en vergaren
hier actief medestanders voor. Ook willen we aanscherping van de afspraken tegen militarisering
van de ruimte en een gedragscode tegen digitale oorlogsvoering, als opmaat naar een verdrag.
We bevorderen de ondertekening en ratificatie van de verdragen die landmijnen en clustermunitie
verbieden en wapenhandel aan banden leggen.
3.1.12 Kernwapens de wereld uit. We zetten ons krachtig in voor de wereldwijde afbouw van
kernwapens en nemen als EU het voortouw bij onderhandelingen over (kern)wapenbeheersing.
3.1.13 Vredesmissies. De deelname aan vredesoperaties is een investering in collectieve
veiligheid. We zorgen ervoor dat dit hand in hand gaat met langdurige en effectieve diplomatie,
humanitaire hulp, wederopbouw en terrorismebestrijding. De Europese Dienst voor Extern
Optreden (EDEO) moet hier een grotere rol in spelen. We werken hierbij nauw samen met spelers
zoals de Verenigde Naties en de Afrikaanse Unie.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 55 Europese Parlementsverkiezingen 2024
3.1.14 Vredesdiplomatie. We gaan als EU meer doen om politieke oplossingen voor conflicten
mogelijk te maken. Recente ervaringen in Afghanistan en de Sahel onderstrepen dat missies
waarbij de militaire inzet dominant is, zelden tot echte vrede leiden. Daarvoor is vredesdiplomatie
een voorwaarde, ondersteund door gerichte ontwikkelingssamenwerking om de oorzaken van
conflicten aan te pakken. We willen meer vrouwen en vertegenwoordigers van minderheden aan
de onderhandelingstafel om de kans op duurzame vrede te vergroten.
3.1.15 Bestraffing oorlogsmisdaden. We oefenen diplomatieke druk uit op andere landen,
waaronder de Verenigde Staten, om het Statuut van het Internationaal Strafhof te ondertekenen
en te ratificeren en om verdachten tegen wie een arrestatiebevel is uitgevaardigd – waaronder
de Russische president Poetin – uit te leveren aan het Hof. We steunen de oprichting van een
speciaal tribunaal voor de berechting van de Russische agressie tegen Oekraïne.
3.1.16 Feministisch Europees buitenlandbeleid. We hebben oog en oor voor de meest
kwetsbare groepen en nemen gendergelijkheid coherent mee in ons gehele buitenlandbeleid. Met
een feministisch Europees buitenland- en ontwikkelingsbeleid beogen we de rechten van vrouwen
en meisjes te vergroten, hun stem te versterken en hun hulpbronnen te vermeerderen. De EU zet
zich wereldwijd in voor de rechten en het decriminaliseren van de LHBTQIA+-gemeenschap.
3.1.17 Tegengaan sabotage en desinformatie. We werken samen met bondgenoten aan de
bescherming van fysieke en digitale infrastructuur en van windparken op zee tegen sabotage, aan
de afweer van spionage en desinformatiecampagnes en aan de versterking van cyberveiligheid.
3.1.18 Mensenrechtentoets. Er komt een verplichte mensenrechtentoets voor alle EU-
buitenlandfinanciering, plus actieve monitoring van projecten. De Europese Commissie legt meer
rekenschap af aan het Europees Parlement. Er komt een publieke databank met informatie over
alle EU-buitenlandprojecten.
3.2 Internationale solidariteit en strategische verbondenheid
3.2.1 Solidariteitspact. We sluiten een solidariteitspact binnen de EU waarin lidstaten
toezeggen behalve hun defensie-uitgaven ook de bestedingen aan internationale samenwerking,
internationale klimaatsteun en compensatie voor klimaatschade te laten stijgen totdat de EU en
de lidstaten aan de internationale afspraken voldoen. Dit betekent dat EU-landen ten minste 0,7%
van hun bruto nationaal inkomen (bni) besteden aan ontwikkelingssamenwerking. Uitgaven voor
klimaatfinanciering komen daar bovenop.
3.2.2 Ongebonden hulp. Ontwikkelingsgeld moet terechtkomen bij de mensen die dit het hardst
nodig hebben, en is niet bedoeld om het Europese bedrijfsleven te spekken. We geven alleen
ongebonden hulp. Grensbewaking en de terugkeer van uitgeprocedeerde migranten worden niet
gefinancierd met Europees ontwikkelingsgeld.
3.2.3 Coherent beleid. We voeren een duurzame coherentietoets in: besluiten op het gebied
van bijvoorbeeld handel, investeringen, landbouw, veiligheidsbeleid en wapenhandel mogen de
Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) niet ondermijnen, maar moeten deze juist ondersteunen.
Belastingontwijking door bedrijven die hun winsten wegsluizen uit het mondiale Zuiden – onder
andere via doorsluisland Nederland – pakken we steviger aan.
3.2.4 Schuldkwijtschelding. We zetten ons in voor kwijtschelding van de torenhoge schuldenlast
van de armste landen en maken hier afspraken over met hen.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 56 Europese Parlementsverkiezingen 2024
3.2.5 Ontwikkelingsbanken. We vergroten de beschikbare financiering van de Europese en
overige multilaterale ontwikkelingsbanken voor lage- en middeninkomenslanden. Daarbij oefenen
we maximale druk uit om de hervormingsagenda voor deze banken in de praktijk te brengen.
Deze omvat meer middelen voor klimaatfinanciering en de Duurzame Ontwikkelingsdoelen
(SDG’s), meer aandacht voor de houdbaarheid van schulden en betere coördinatie tussen de
banken.
3.2.6 Global Gateway. We breiden het Global Gateway-programma voor Afrika, Azië en Zuid-
Amerika uit. Dit programma is een goede eerste stap om tegenwicht te bieden aan de schadelijke
Chinese invloed in het mondiale Zuiden, maar vergt dringend extra middelen. Hierbij moet
Europa de belangen van het mondiale Zuiden expliciet meewegen. Daartoe belegt de EU een
top met regeringsleiders én vertegenwoordigers van regionale en lokale gemeenschappen, het
maatschappelijk middenveld en kwetsbare groepen. Grote infrastructuurprojecten vereisen
inspraak en komen in publieke handen. De toegang tot drinkwater, sanitatie en andere
basisvoorzieningen krijgt hogere prioriteit.
3.2.7 Klimaatschadefonds. De EU neemt het voortouw in het verder ontwikkelen en uitbreiden
van het klimaatschadefonds, dat hulp biedt aan landen die lijden onder de gevolgen van
klimaatverandering.
3.2.8 Gelijkwaardige partnerschappen. We erkennen dat ontwikkelingssamenwerking
tweerichtingsverkeer moet zijn. Europa gaat leren van het mondiale Zuiden, bijvoorbeeld over de
verbondenheid tussen mens en natuur of de omgang met extreme droogte. We vragen actief aan
lokale gemeenschappen en kwetsbare groepen in het mondiale Zuiden wat zij nodig hebben voor
de uitvoering van hun concrete plannen. Daartoe stelt de EU een klankbordgroep in, die gevraagd
en ongevraagd de Europese instellingen adviseert.
3.2.9 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten. We komen wereldwijd op voor
seksuele en reproductieve gezondheid en rechten. We financieren ontwikkelingsprogramma’s die
geweld tegen vrouwen – waaronder vrouwenbesnijdenis – bestrijden, moedersterfte terugdringen,
de toegang tot voorbehoedsmiddelen verbeteren, seksuele voorlichting promoten, veilige abortus
mogelijk maken, en mensen met een beperking toegang geven tot werk en onderwijs.
3.2.10 Mondiale voedselzekerheid. We investeren in mondiale voedselzekerheid door
kennisdeling met landen in het mondiale Zuiden. We zetten ons in voor verhoging van de
landbouwproductiviteit in partnerlanden in het mondiale Zuiden. Duurzame voedselproductie
voor lokale markten staat daarbij centraal, onder meer door klimaatadaptieve landbouw. We
bevorderen de samenwerking tussen boeren en bieden meer kredieten aan voor duurzame
investeringen. We komen op voor het recht van kleinschalige boeren om zaaigoed op te slaan, te
bewaren, te ruilen en te verhandelen.
3.2.11 Sociale zekerheid. Met het oog op mondiale bestaanszekerheid steunen we
initiatieven voor de invoering van sociale zekerheid in lage en middeninkomenslanden, zoals
ziektekostenverzekeringen, binnen het verband van de Internationale Arbeidsorganisatie.
3.2.12 Regionale samenwerkingsverbanden. We versterken de samenwerking tussen de EU en
andere regionale samenwerkingsverbanden, zoals de Afrikaanse Unie. Daarbij zetten we in op co-
creatie en gelijkwaardige samenwerking, voorbij het eigenbelang.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 57 Europese Parlementsverkiezingen 2024
3.3 Eerlijke handel
3.3.1 Eerlijke handelsverdragen. We ontwikkelen een nieuw EU-handelsbeleid, dat sociale
en groene voorwaarden stelt aan handelsafspraken, in lijn met de kernconventies van de
Internationale Arbeidsorganisatie en het Klimaatakkoord van Parijs. We staan open voor
nieuwe handelssamenwerking met landen wereldwijd, mede met het oog op diversificatie
van onze toeleveringsketens. Verdragen moeten afdwingbare bepalingen over democratie,
mensenrechten, arbeidsomstandigheden, milieu, klimaat, natuur, voedselstandaarden en
eerlijke belastingafdrachten bevatten. Dit betekent dat we handelsverdragen zoals met Nieuw-
Zeeland steunen, maar het huidige voorstel voor het verdrag tussen de EU en Mercosur (Brazilië,
Argentinië, Uruguay en Paraguay) niet. Investeerders krijgen geen speciale behandeling.
3.3.2 Zorgplicht voor bedrijven. We verplichten alle bedrijven om te opereren binnen de grenzen
van onze planeet en te voldoen aan milieu-, mensen- en kinderrechtenverdragen. Bedrijven
die op de EU-markt actief zijn moeten onderzoeken wat de impact is van hun waardeketen op
mensen- en arbeidsrechten, natuur en klimaat, anti-corruptie en bestuur. Misstanden dienen zij
aan te pakken. We blijven daarom strijden voor een Europese Wet Internationaal Maatschappelijk
Verantwoord Ondernemen (IMVO). De sancties voor niet-naleving worden strikt uitgevoerd.
3.3.3 Geen dwangarbeid in producten. We verbieden de import van producten die gemaakt zijn
met dwangarbeid, inclusief kinderarbeid. Bedrijven zijn verantwoordelijk om aan te tonen dat geen
dwangarbeid gemoeid is met het maken van hun producten. Slachtoffers moeten de mogelijkheid
tot verhaal en herstel hebben.
3.3.4 Waardetoevoeging in het mondiale Zuiden. Door kennis te delen stellen we het
mondiale Zuiden in staat om bijvoorbeeld zelf batterijen of vaccins te produceren. De
grondstoffenpartnerschappen die de EU sluit moeten de binnenlandse verwerking van
grondstoffen en de daarmee samenhangende ontwikkeling van groene technologie,
hernieuwbare energie en verantwoorde recycling bevorderen en lokaal eigenaarschap versterken.
Importheffingen mogen bewerkte producten niet zwaarder belasten dan onbewerkte producten.
De EU ziet erop toe dat winning en verhandeling van kritieke grondstoffen plaatsvindt tegen
eerlijke prijzen en binnen in internationale verdragen vastgelegde normen voor de bescherming
van mens en milieu.
3.3.5 Hervorming WTO. We zetten ons in voor het hervormen van de regels van de
Wereldhandelsorganisatie (WTO). Er komt meer ruimte voor landen in het mondiale Zuiden om
hun eigen economieën beschermd te ontwikkelen. Milieu- en natuurbescherming, fundamentele
arbeidsnormen, mensenrechten, voedselzekerheid, voedselveiligheid en dierenwelzijn worden
beter verankerd in de WTO-regels. Daardoor krijgen regeringen en ook de EU meer ruimte om
oneerlijke concurrentie tegen te gaan.
3.3.6 Excuses voor slavernij en kolonialisme. We erkennen dat oneerlijke handel, die veel
landen in mondiale Zuiden veroordeelt tot de rol van leveranciers van goedkope grondstoffen aan
het Noorden, voortvloeit uit eeuwen van slavernij en kolonialisme. De EU kijkt kritisch naar haar
eigen rol en bevordert dat lidstaten verantwoordelijkheid dragen voor slavernij en kolonialisme,
hun excuses aanbieden en in gesprek gaan met nakomelingen van tot slaaf gemaakten en met
voormalige koloniën over herstelprogramma’s. De EU bestrijdt ook moderne slavernij, zoals
gedwongen arbeid door arbeidsmigranten, commerciële seksuele uitbuiting en gedwongen
huwelijken.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 58 Europese Parlementsverkiezingen 2024
3.4 Integratie verdiepen en uitbreiden
3.4.1 Eenduidig optreden. We versterken de Europese diplomatie en zetten ons in voor
activering van de EU-verdragsclausule die meerderheidsbesluitvorming mogelijk maakt in het
buitenlandbeleid. Daarbij versterken we ook de controle door het Europees Parlement.
3.4.2 Uitbreiding. We ondersteunen de kandidaat-lidstaten op de Westelijke Balkan en Oekraïne,
Moldavië en Georgië veel actiever in hun weg naar het EU-lidmaatschap. Daarbij houden we
strikt vast aan de voorwaarden om democratische hervormingen door te voeren. We pleiten voor
stapsgewijze toetreding. Landen worden bijvoorbeeld eerst alleen lid van de douane-unie. We
koppelen subsidies uit het toetredingsfonds sterker aan rechtsstatelijke, sociale en democratische
hervormingen. We stellen ons hard op wanneer een kandidaat-lidstaat democratische
hervormingen terugdraait en gaan Russische en Chinese inmenging tegen.
3.4.3 Interne toetredingshervormingen. De EU kijkt kritisch naar de effectiviteit van het
huidige toetredingsproces. We schaffen het veto van de EU-lidstaten bij tussenstappen in het
toetredingsproces af, zodat één land dit proces niet kan gijzelen. De volgende Eurocommissaris
voor toetreding komt expliciet niet uit een land waar de rechtsstaat onder druk staat.
3.4.4 Turkije. De toetredingsonderhandelingen met het Turkije van Erdoğan blijven bevroren. We
starten deze onderhandelingen alleen weer op wanneer de mensenrechten aanzienlijk verbeterd
zijn en het buitenland- en veiligheidsbeleid van Turkije in de pas loopt met dat van de EU.
3.4.5 Europese diplomatie. Ambassades en consulaten van EU-landen werken nauwer samen
met de posten van de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO). Deze dienst versterkt
zijn capaciteit voor crisispreventie en vredesopbouw. We vergroten de Europese inspanningen
voor ecologische diplomatie. Visumverstrekking besteden we niet langer uit aan commerciële
bedrijven.
3.4.6 Verenigd Koninkrijk. We streven nauwere samenwerking na met het Verenigd Koninkrijk,
zoals op het gebied van hernieuwbare energie en defensie. Desgewenst kan het land weer EU-lid
worden.
3.4.7 Nabuurschap. Met het nabuurschapsbeleid van de EU bevorderen we hulp-, investerings-
en handelsrelaties die eerlijk en duurzaam zijn en ondersteunen we hervormingsprocessen. We
geven niet alleen steun aan regeringen, maar ook aan maatschappelijke organisaties.
3.4.8 Europese Politieke Gemeenschap. We benutten de Europese Politieke Gemeenschap
als forum voor overleg en samenwerking met democratische Europese landen die geen uitzicht
hebben op EU-lidmaatschap of dat niet nastreven.
3.4.9 Caribisch deel van het Koninkrijk. We blijven Aruba, Curaçao, Sint-Maarten en de BES-
eilanden de ruimte bieden om zelf te kiezen of zij buiten het grondgebied van de EU blijven of er
als ‘ultraperifeer gebied’ deel van gaan uitmaken. Welke keuze zij ook maken, de eilandbewoners
hebben recht op een gezonde leefomgeving. De EU en Nederland bieden steun bij stapsgewijze
invoering en handhaving van Europese wetten die mensen en de natuur ten goede komen.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 59 Europese Parlementsverkiezingen 2024
3.5 Grip op arbeidsmigratie
3.5.1 Een einde aan uitbuiting. Voor ondernemingen die van uitbuiting van arbeidsmigranten een
verdienmodel hebben gemaakt, zien we geen plek in de EU. We laten het minimumloon stijgen en
stimuleren bedrijven om te verduurzamen en goede arbeidsomstandigheden te bieden. Met een
Europees socialezekerheidsnummer en strenge handhaving tegen oneigenlijke concurrentie op
arbeidsvoorwaarden, gaan we sociale dumping tegen. Bedrijven die nationale arbeidswetgeving
via grensoverschrijdende (schijn)constructies ontwijken, belanden op een zwarte lijst.
3.5.2 Tegengaan schimmige constructies. We herzien de Europese uitzendrichtlijn,
zodat enkel fatsoenlijke uitzendbureaus nog op de interne markt kunnen opereren met een
vergunning. We zorgen voor ketenaansprakelijkheid en transparantie over wie de werkgever
is van arbeidsmigranten. Nu worden er vaak schimmige constructies met uitzendbureaus
of onderaannemers gebruikt waardoor het niet altijd duidelijk is wie aansprakelijk is voor de
misstanden.
3.5.3 Gelijke rechten. We beschermen werknemers, en daarmee ook arbeidsmigranten, beter
tegen uitbuiting door werkgevers, bijvoorbeeld door werkgevers te verplichten tenminste 85%
van hun Nederlandse en EU-werknemers rechtstreeks in dienst te nemen. Werknemers van
buiten de EU worden altijd rechtstreeks in dienst genomen bij de werkgever voor wie zij gaan
werken. Uitgangspunt is de gelijke behandeling met EU-burgers, bijvoorbeeld op beloning en
arbeidsvoorwaarden. Lidstaten moeten ervoor zorgen dat arbeidsmigranten goed geïnformeerd
zijn over hun rechten. Waar werkgevers voorzien in huisvesting, moet die fatsoenlijk zijn en
arbeidsmigranten uit derde landen krijgen dezelfde huurrechten als EU-burgers. Werkgevers
mogen de kosten voor huisvesting niet meer van hun loon aftrekken. Werkgevers moeten
zorgen voor taallessen onder werktijd om bij te dragen aan integratie. Vakbonden krijgen meer
mogelijkheden om bij te dragen aan gelijke arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden in de
EU. Fiscale regelingen die zorgen voor oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden, zoals
belastingvoordeel voor expats, schaffen we af. Derdelanders die hier al langer dan vijf jaar
verblijven en een Europese permanente verblijfsvergunning hebben verworven, krijgen recht op
vrij verkeer.
3.5.4 Betere handhaving. Brievenbusfirma’s en lange ketens met onderaannemingen gaan
we tegen om oneerlijke concurrentie op loonkosten en andere sociale dumping te voorkomen
over de ruggen van arbeidsmigranten. Om misstanden aan te pakken en grensoverschrijdende
fraude- en uitbuitingsconstructies aan te pakken, versterken we het mandaat van de Europese
Arbeidsinspectie. Het is belangrijk dat de Europese Arbeidsinspectie ook bevoegdheden krijgt
om zelf misstanden te onderzoeken, inspecties te coördineren en de uitbuiting van derdelanders
aan te pakken. Ook stelt de EU een minimumnorm voor het aantal inspecties in verhouding tot de
beroepsbevolking.
3.5.5 Gerichte arbeidsmigratie. In essentiële sectoren die bijdragen aan onze brede welvaart
kan arbeidsmigratie bijdragen aan het oplossen van arbeidstekorten. Maar dat kan alleen
wanneer we arbeidsmigratie goed reguleren en er sprake is van eerlijk, veilig en goed(betaald)
werk. We kiezen bij arbeidsmigratie van buiten de EU voor gerichte arbeidsmigratie gestuurd
vanuit de overheid. De samenleving houdt de regie, in plaats van louche uitzendbureaus of
bedrijven die draaien op uitbuiting. Overheden selecteren samen met sociale partners gericht
de essentiële sectoren - en daarbinnen de specifieke functies - waar er op dat moment mensen
nodig zijn. Hierbij dekken werkgevers verplicht de arbeidsmigratiekosten om naar de EU te komen
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 60 Europese Parlementsverkiezingen 2024
en om terug te gaan. Arbeidsmigranten kunnen hun opgebouwde sociale rechten bij terugkeer
meenemen naar hun land van herkomst.
3.6 Een rechtvaardig, humaan en realistisch asielbeleid
3.6.1 Veilige routes. Voor vluchtelingen zorgen we voor meer veilige en legale migratieroutes,
zodat zij niet langer genoodzaakt zijn om irreguliere en levensgevaarlijke tochten te ondernemen.
De EU zet veel meer in op hervestiging, waarbij de Verenigde Naties ter plekke in de regio de
meest kwetsbare vluchtelingen selecteert en hen veilig naar Europa brengt. We maken hierover
jaarlijkse afspraken in de EU op basis van de aanbevelingen van de vluchtelingenorganisatie van
de Verenigde Naties (UNHCR) en de Europese Commissie ziet erop toe dat lidstaten zich aan
deze afspraken houden. We willen elk jaar een grote groep kwetsbare vluchtelingen opnemen.
3.6.2 Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel. We streven naar meer gelijkheid tussen
lidstaten als het gaat om de behandeling van en verantwoordelijkheid voor asielzoekers, duidelijke
afspraken over een evenredige verdeling van vluchtelingen en afspraken over terugkeer met
herkomstlanden. Zo voorkomen we een ‘race naar de bodem’, waarbij lidstaten asielzoekers
slechter behandelen in de hoop dat ze in een ander land asiel aanvragen.
3.6.3 Eerlijke spreiding van asielzoekers. We spreiden asielzoekers evenredig over de lidstaten,
waarbij we rekening houden met de draagkracht van samenlevingen en met de belangen van
de asielzoeker, zoals al aanwezige familieleden in een opvangland. We spreken ons uit tegen
de mogelijkheid om verplichtingen af te kopen of mensen in maandenlange procedures aan de
Europese buitengrens vast te zetten.
3.6.4 Gelijke kans op asiel. Om iedereen een gelijke kans op asiel te garanderen, in welke
lidstaat ze ook asiel aanvragen, ontwikkelen we op Europees niveau eenduidige en transparante
landeninformatie met aanbevelingen voor de beoordeling van een asielverzoek.
3.6.5 Kinderen mogen niet in detentie terechtkomen. We staan voor het recht op gezinsleven
en scheiden kinderen niet van hun familie. We waarborgen de belangen van alleenstaande
kinderen in de asielprocedure door hen een voogd aan te wijzen. Ze krijgen snellere procedures
en kinderen die jonger zijn dan 12 jaar stellen we niet bloot aan verhoren van overheidsinstanties.
Kinderen sluiten we nooit op.
3.6.6 Eerlijke, snelle en gelijke procedures. Iedere asielzoeker heeft recht op een fatsoenlijke
asielprocedure. Mensen uit veilige herkomstlanden krijgen een snelle doch zorgvuldige procedure
aan de buitengrens. Opvang vindt altijd plaats met respect voor de Europese Opvangrichtlijn.
Tijdens de procedure hebben asielzoekers recht op rechtsbijstand, het recht op beroep en andere
waarborgen die in het Europese recht zijn vastgelegd. Niemand wordt teruggestuurd naar een
land waar het onveilig is. De Europese Commissie grijpt consequent in wanneer een lidstaat zich
niet aan deze regels houdt door middel van inbreukprocedures en het inhouden van Europees
geld voor die landen.
3.6.7 Voldoende humane opvangcapaciteit. We investeren in voldoende en menswaardige
capaciteit voor asielopvang en bieden extra ondersteuning aan de zuidelijke EU-lidstaten waar
nodig. Het Europees Asielagentschap ziet erop toe dat de rechten van asielzoekers volledig
worden nageleefd. We zorgen voor voldoende (psychische) gezondheidswerkers, tolken en
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 61 Europese Parlementsverkiezingen 2024
advocaten op plekken waar asielzoekers aankomen. We voorkomen mogelijke overlast - vaak
door de kleine groep asielzoekers die geen enkel perspectief heeft op asiel - met kleinschalige
opvang en snelle, zorgvuldige procedures. Wanneer er toch sprake is van overlast pakken
we overlastgevers strenger aan en zorgen we dat zij zo snel mogelijk terugkeren naar hun
herkomstland als ze uitgeprocedeerd zijn. We versterken de positie van LHBTQIA+-personen met
veilige opvanglocaties voor deze groep.
3.6.8 Effectief terugkeerbeleid. Wie na een procedure niet mag blijven in de EU, moet
sneller terugkeren naar het land van herkomst. Daarom willen we serieuzer werk maken van
overeenkomsten met herkomstlanden in EU-verband. Het respecteren van mensenrechten en
veiligheid staat hierbij voorop. Deze landen bieden we een overtuigend aanbod waarvan beide
landen profiteren, zoals werkvisa voor legale migranten of studievisa en beurzen voor studenten.
We stimuleren vrijwillige terugkeer met terugkeer- en re-integratieprogramma’s - inclusief
psychische hulpverlening waar nodig - en verbeteren de samenwerking tussen de betrokken
instanties om terugkeer effectiever uit te voeren. Detentie van uitgeprocedeerde asielzoekers is
onwenselijk en accepteren we alleen als laatste middel en voor zo kort mogelijke tijd.
3.6.9 Internationale migratieafspraken. Om vluchtelingen in buurlanden beter te beschermen,
veilige routes mogelijk te maken, terugkeerafspraken te maken of irreguliere migratie te
ontmoedigen, kunnen migratieafspraken met derde landen nodig zijn, mits aan strikte
voorwaarden is voldaan. Zulke afspraken maken we alleen als vluchtelingen in deze landen veilig
zijn, hun mensenrechten worden gerespecteerd en zij een bestaan kunnen opbouwen. Hiervoor
is onafhankelijk toezicht en een mensenrechtentoets vooraf nodig. We sluiten voortaan alleen
formele afspraken waarop het Europees Parlement en het Europese Hof van Justitie controle
kunnen uitoefenen.
3.6.10 Humane opvang van ongedocumenteerden. Ongedocumenteerde migranten
hebben toegang tot basisvoorzieningen, zoals medische zorg, onderdak, leerplichtonderwijs
en rechtsbijstand. Verblijf in de illegaliteit is onwenselijk en gaan we tegen. Als afgewezen
asielzoekers niet kunnen terugkeren om redenen die buiten hun macht liggen, krijgen zij humane
opvang. Als terugkeer blijvend onmogelijk is, zoeken we een duurzame oplossing, bijvoorbeeld
met verblijfsrecht.
3.6.11 Mensenrechten aan de buitengrenzen. Er komt een einde aan pushbacks en
geweld aan de Europese buitengrenzen. We zorgen voor goed uitgeruste en onafhankelijke
monitoringsmechanismen om mensenrechten aan de grens te garanderen. Het EU-
Grondrechtenbureau houdt hier toezicht op. De Europese Commissie ziet erop toe dat alle
lidstaten hun verplichtingen nakomen en treedt op wanneer dit niet het geval is.
3.6.12 Mensenrechtenschendingen. We stoppen EU-financiering en Frontex-operaties als
lidstaten zich schuldig maken aan mensenrechtenschendingen tot lidstaten die gebreken volledig
hersteld hebben. Bij medeplichtigheid aan mensenrechtenschendingen zijn EU-agentschappen
ook aansprakelijk en worden er juridische maatregelen getroffen tegen betrokkenen. Ook zien we
erop toe dat er geen Europees geld gaat naar onmenselijke en ineffectieve maatregelen als het
bouwen van muren.
3.6.13 Frontex. De plannen om Frontex naar niet-EU-landen te sturen, bevriezen we tot Frontex
grote hervormingen heeft doorgevoerd en zich aantoonbaar houdt aan de mensenrechten.
Bovendien mag deze ondersteuning alleen verleend worden aan derde landen die toegang tot een
goede asielprocedure garanderen.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 62 Europese Parlementsverkiezingen 2024
3.6.14 Humanitair visum. Mensen die op individuele gronden niet veilig zijn in hun land, kunnen
een humanitair visum aanvragen bij diplomatieke posten van de EU.
3.6.15 Financiering opvang in de regio. De buurlanden van conflictregio’s vangen het overgrote
deel van de vluchtelingen wereldwijd op. De EU zet zich in voor mondiale solidariteit door middel
van een vluchtelingenfonds, waarmee ook deze vluchtelingen recht krijgen op menswaardige
opvang en een toekomstperspectief. We intensiveren humanitaire en ontwikkelingshulp en komen
ook tegemoet aan de noden van lokale (gast)gemeenschappen. We dragen bij aan projecten in
andere derde landen om bescherming en mensenrechten te garanderen in een doorreisland, en
om ondersteuning te bieden aan terugkeer en het opbouwen van een duurzaam bestaan in het
herkomstland.
3.6.16 Search and rescue. Wie in nood is op zee, redden we. We steunen een Europese search
and rescue-missie waarin lidstaten en Frontex samen verantwoordelijkheid nemen wanneer een
boot in gevaar komt en zorgen voor ontscheping in een Europese haven. De reddingscapaciteit
op zee breiden we aanzienlijk uit en coördineren we Europees. We staan achter ngo’s en
individuen die mensenlevens redden en criminaliseren hen niet.
3.6.17 Libië. We moeten migratiesamenwerking met Libië stopzetten totdat de detentiecentra
van migranten zijn gesloten en er harde garanties zijn voor de adequate bescherming van de
rechten van migranten. We zetten ons via initiatieven zoals de AU-EU-UN Tripartite Taskforce in
Libië actief in voor de sluiting van detentiecentra, het voorkomen van mensenrechtenschendingen
en harde garanties voor de adequate bescherming van de rechten van migranten. Onder geen
beding mag de EU betalen voor het terugslepen van migranten naar mensonterende situaties.
3.6.18 Transparante financiering. Er gaat Europees geld naar menswaardige opvang en
snellere, eerlijke asielprocedures. De Europese Commissie publiceert voortaan hoeveel EU-geld
er binnen en buiten de EU naar migratie en grensbeheer gaat, en naar welke specifieke projecten.
Er komt een bindende mensenrechtentoets voor migratie- en grensprojecten met onafhankelijke
monitoring.
3.6.19 Opvang Oekraïners. De succesvolle opvang van Oekraïense vluchtelingen is een
voorbeeld van Europese solidariteit. We verlengen voorlopig de tijdelijke beschermingsrichtlijn
voor vluchtelingen uit Oekraïne, maar indien de oorlog langer aanhoudt zoeken we naar
mogelijkheden voor mensen om zich op lange termijn te vestigen in Nederland en andere EU-
landen. Voor de derdelanders uit Oekraïne moet er een adequate oplossing worden gezocht,
zodat zij niet tussen wal en schip vallen.
3.6.20 Integratie. We passen lessen die we kunnen trekken uit de opvang en integratie
van Oekraïners toe bij vluchtelingen uit andere landen. We bevorderen dat ook zij eerder en
gemakkelijker tijdens hun procedure al aan het werk kunnen en taalles krijgen. Statushouders
krijgen toegang tot effectief inburgeringsonderwijs en begeleiding naar de arbeidsmarkt.
Concept-verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA 63 Europese Parlementsverkiezingen 2024
Verantwoording
We danken iedereen die hieraan een bijdrage heeft geleverd. Waar beide partijen reeds begonnen
waren aan twee afzonderlijke verkiezingsprogramma’s voor het zomerreces in 2023, brachten
de vervroegde Tweede Kamerverkiezingen de samenwerking in een stroomversnelling. We zijn
veel dank verschuldigd aan de werkgroepen, afzonderlijke leden, medewerkers en alle experts
en (maatschappelijke) organisaties die een bijdrage hebben geleverd aan dit programma. Jullie
bijdrage was enorm waardevol.
Ook danken wij de constructieve en nuttige feedback die we op verschillende momenten kregen
van de Tweede Kamerfractie van GroenLinks-PvdA, de GroenLinks- en PvdA-delegaties in
het Europees Parlement, de Wetenschappelijke Bureaus, de PES, de EGP en verschillende
partijnetwerken en belangengroepen op specifieke onderdelen.
Gezien de groeiende samenwerking tussen GroenLinks en PvdA onderhielden beide
programmacommissies al vanaf het begin nauw contact. In september organiseerden
we een eerste gezamenlijke, informele bijeenkomst. Na de uitslag van het referendum
over een gezamenlijk verkiezingsprogramma is in heel korte tijd een eerste gezamenlijk
concept geschreven op basis van de stukken die er al lagen. Het feit dat er net een sterk
verkiezingsprogramma voor de Tweede Kamerverkiezingen was verschenen - inclusief
daaropvolgende discussies en besluiten tijdens het partijcongres - heeft ons daarbij erg
geholpen.
We zijn iedereen die een bijdrage heeft geleverd ontzettend dankbaar voor hun tijd en
betrokkenheid. Op naar een mooie campagne en een goede verkiezingsuitslag!
Samenstelling programmacommissie
De programmacommissie voor de Europese verkiezingen 2024:
Niels van den Berge (vicevoorzitter)
Bas Bijlsma (voorzitter)
Lara Depla
Bas Eickhout
Michiel Emmelkamp
Anne-Marijn Epker (secretaris/penvoerder)
Gebke van Gaal
Simona de Heer (secretaris/penvoerder)
Erik Hormes
Ties Huis in ’t Veld